4.3Het oordeel van de rechtbank
1. Uit het
proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zedenvan 4 juli 2020 volgt dat [slachtoffer] (aangeefster) onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 3 juli 2020 zijn [verdachte] en ik de [… ] in Bussum binnengegaan. Achter in de winkel staat een grote bank en ik ging liggen. Ik werd op een gegeven moment wakker en voelde en zag dat [verdachte] naast me lag. Hij probeerde mijn broek te openen. Ik zei: "nee, ik wil dit niet, ik kan dit niet." Ik voelde dat hij doorging. Ik probeerde hem weg te krijgen, maar dit lukte niet. Hij is groot en veel sterker dan dat ik ben. [verdachte] duwde zijn hand verder in mijn broek en ik hoorde dat hij tegen mij zei: "niemand kan je hier horen, ik kan doen wat ik wil." Ik besefte toen dat het niet goed ging komen. [verdachte] deed mijn broek uit, waarop ik mijn hoofd wegdraaide. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat ik wat enthousiaster moest zijn. Als ik dit niet deed, zou hij mij veel pijn gaan doen. Ik hoorde dat hij mij bedreigde door te zeggen: "werk je niet mee, dan haal ik je kind van school en laat ik die verdwijnen." Ik werd hier zo bang van dat ik meewerkte. Hij wilde zoenen en ik moest beter gaan liggen, zodat hij erbij kon. Hierop herhaalde hij: "je bent niet zo zuinig op je kind he?!" Ik zag dat hij zijn broek uittrok en ik moest aan zijn piemel zitten. Dit lukte niet, vanwege mijn weerzin. Ik lag op mijn zij en hij probeerde via de achterkant naar binnen te gaan. Dit ging niet, waarop hij op mij ging liggen. Ik lag op mijn rug en hij lag op mij en ging met zijn piemel in mijn vagina. Ik werkte niet mee en hij zei dat dit mijn laatste kans was, anders zou hij mij pijn doen. Hierop pakte hij mij bij mijn keel. Ik deed hierop mijn benen uit elkaar, zodat hij er beter bij kon. Hij had seks met mij, ik niet met hem. Ik hoorde dat hij zei dat ik hem aan moest blijven kijken tijdens de seks. Ik moest het vervolgens afmaken door hem te pijpen. Hij kwam klaar in mijn mond. Ik spuugde dit terug op zijn lichaam. Ik ben volgens mij weer in slaap gevallen. Dit moet tussen 06.00 en 07.00 uur zijn geweest. Dus kort daarvoor had hij seks me. Ik werd rond 09.00 uur wakker en voelde dat [verdachte] weer naast me lag. Hij had weer seks met me en ik moest het afmaken door hem te pijpen. Hij kwam klaar in mijn mond. Ik ben toen naar het toilet gegaan en heb het uitgespuugd.
2) Uit het
proces-verbaal aangiftevan 15 juli 2020 volgt dat [slachtoffer] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Tijdens dat het gebeurde, zei hij dat wij dit vaker moesten doen en dat het ons geheimpje was en dat ik wist wat de consequenties zouden zijn als ik het niet zou doen. Ik heb gezegd dat ik het niet wilde. In de [… ] ben ik gaan slapen op de bank. Ik had een legging aan. Ik werd wakker van een hand op mijn onderbuik. Ik deed die hand weg en zei: "wat doe je nou, ik wil slapen, niet doen". Hij ging weer met zijn hand op mijn buik en naar beneden. Hij ging met zijn hand mijn broek in maar niet mijn onderbroek. Ik pakte zijn hand weer met mijn hand en probeerde zijn hand omhoog te trekken maar hij ging met zijn hand naar beneden. Ik zei dat ik het niet wilde en dat ik het ook niet kon. Maar hij zette nog meer kracht om helemaal met zijn hand in mijn broek te komen. Hij fluisterde zachtjes in mijn oor: " [slachtoffer] er is niemand die jou hier hoort dus ik kan met je doen wat ik wil". Ik zei tegen hem dat ik het niet wilde. Ik heb dat wel tien keer achter elkaar gezegd. Terwijl ik dat zei, had hij zijn hand omhoog gedaan en ging met zijn hand in mijn onderbroek. Ik probeerde dat tegen te gaan, maar het lukte me gewoon niet. Hij ging eigenlijk heel snel met zijn vinger in mijn vagina en hij allemaal heel wild. Ik zei alleen maar continue dat ik het niet wilde. Hij zei dat ik het heus wel lekker vond. Hij heeft toen mijn legging van mijn billen gedaan. Hij zei eerst nog: "niemand die hier achter komt, je gaat het aan niemand vertellen". Hij zei: "als je echt van je zoontje houdt, doe je wat ik je zeg ander haal ik hem van school en zie je hem nooit meer". Wij lagen toen al "lepeltje lepeltje" en hij probeerde in mij te komen, met zijn piemel in mijn vagina. Hij deed spuug aan zijn hand en daarna aan zijn piemel en aan mijn vagina. Hij deed mijn onderbroek een beetje aan de kant. Het lukte niet echt goed, hij is toen een stukje met zijn piemel in mijn vagina geweest. Ik moest van hem op mijn rug gaan liggen maar dat wilde ik niet. Hij zei toen weer dat hij anders mijn zoontje wat aan zou doen. Ik ben toen op mijn rug gaan liggen. Hij zei dat ik mijn broek uit moest doen. Ik deed dat niet. Hij zei toen dat dit mijn allerlaatste kans was en als ik dat niet deed zou hij mij heel hard in mijn kont neuken. Ik heb toen mijn broek en onderbroek uitgedaan en ging liggen zodat hij erbij kon. Hij kwam boven me, hij kwam met zijn piemel in mijn vagina. Dat was ook heel ruw en stootten. Ik lag met mijn armen voor mijn gezicht en deed mijn gezicht opzij want ik moest huilen. Hij zei dat ik niet moest huilen. Hij zei: “ [slachtoffer] je mag niet huilen”. Hij duwde mijn armen weg en zei dat ik hem aan moest kijken. Hij zoende mij aan mijn zijkant, omdat ik mijn gezicht wegdraaide. Hij pakte mijn onderkaak en gleed met zijn hand naar mijn keel. Hij zei “je begrijpt het echt niet, je moet nu even mee gaan werken en je moet me zoenen”. Dat heb ik toen gedaan. Ik zoende hem op zijn mond. Hij zat toen nog met zijn piemel in mijn vagina. Hij zei: "als je hier aangifte van gaat doen, laat ik niet alleen je zoontje verdwijnen maar vermink ik jou ook. Je moet altijd achterom blijven kijken". Hij zei toen ook: “volgens mij kan jij ook wel lekker pijpen". Hij drukte mijn hoofd naar beneden. Ik vond het zo walgelijk maar ik kon niet anders en hij had ook wel door toen hij over mijn zoontje begon, hij mij in een hoekje had. Dus toen hij mij duwde ben ik met mijn mond naar beneden gegaan. Hij stuurde dat, ik deed mijn mond open en toen ging hij met zijn piemel in mijn mond. Dat ging ook vrij ruw en ik moest ervan kokhalzen. Hij ging zich aftrekken en ik moest van hem aan zijn ballen likken. Hij zei dat ik helemaal onderaan moest beginnen. Ik vond dat walgelijk, het stonk. Hij ging door met aftrekken, trok mijn hoofd omhoog, deed zijn piemel in mijn mond en kwam klaar in mijn mond. Ik was heel erg aan het trillen. [verdachte] zei toen: "je bent bang he". Ik zei: "ja". Hij zei: "dat is maar goed ook, je weet wat de consequenties zijn als je er wat mee doet". Hij zei: “denk er maar goed om dat je hier morgen nog ligt.” Ik was zo bang dat ik zelfs niet durfde te huilen. Ik ben in slaap gevallen en werd rond 08:30 uur wakker. Hij drukte toen met zijn onderlichaam tegen mijn billen aan. Ik voelde dat hij een erectie had. Ik zei toen tegen hem: “alsjeblieft niet nog een keer". Hij deed mijn broek en mijn onderbroek van mijn billen en we lagen "lepeltje, lepeltje". Hij deed zijn piemel in mijn vagina. Hij ging meteen weer als een of andere wilde. Ik zei dat ik het niet wilde. Hij zei toen: " [slachtoffer] je gaat hier geen aangifte van doen en als je het wel doet, weet je wat de consequenties zijn" Hij zei dit meerdere keren terwijl hij bezig was. Hij zei: "maak het maar even af met je mond". Ik wilde het niet. Hij zei: "doe nou maar heel even je best dan is het sneller over". Ik dacht toen dat dat wel zo was, maar ik kon mijn best niet doen omdat het niet normaal was en niet fijn voelde. Hij heeft zich toen weer afgetrokken en op het laatste moment duwde hij mijn hoofd weer naar zijn piemel, ik deed mijn mond open en toen kwam hij klaar in mijn mond.
3) In de bij het
proces-verbaal van aangiftevan 15 juli 2020 gevoegde whatsapp gesprekken tussen [slachtoffer] en [getuige 1] staat onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] : Het gaat helemaal niet goed… en ik kan het je niet vertellen, zeker niet over de app
[slachtoffer] : Er heeft iemand seks met mij gehad vannacht
[getuige 1] : Ok
[slachtoffer] : Een Man
[getuige 1] : Als in met jou, jij niet met hem?
[slachtoffer] : En ik wilde dat niet
[getuige 1] : Jezus
[slachtoffer] : En het was zo verschrikkelijk. Hij zei [slachtoffer] niemand hoort jou toch dus ik kan met je doen wat ik wil
[getuige 1] : Dus hij kende je??
[slachtoffer] : Ja. Ik heb de hele dag gehuild en gespuugd. Maar ik kan het [getuige 3] niet vertellen.
[getuige 1] : Hij heeft je verkracht dus?
[slachtoffer] : Hij heeft verschrikkelijke dingen gedreigd. Dat hij [A] laat verdwijnen.
[slachtoffer] : Ik heb vanaf zijn eerste aanraking gezegd dat hij moest stoppen.
[slachtoffer] : Hij heeft verschrikkelijke dingen gezegd. Zodat ik beter mee zou werken. T was ook niet 1 keer.
4) Uit het
proces-verbaal van verhoor getuigevan 20 september 2021 volgt dat [getuige 2] (vriend van aangeefster) onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
De volgende dag belde ik haar of ze veilig thuis was gekomen. Ze huilde heel erg aan de telefoon. Ik ben door gaan vragen wat er aan de hand was. Ze zei dat ze misbruikt was. Ze huilde zo flink dat ze moeilijk uit haar woorden kwam. Ik kwam bij haar thuis. Ik vond een hoopje mens. Ze vertelde hoe de avond was gegaan. Die man had een ander idee over slapen. Ze had hem een aantal keren proberen af te wimpelen en gezegd dat ze er geen zin in had en wilde slapen. Die boodschap kwam niet over. Hij drukte zijn zin door. Hij zette gewoon door en zei dat als ze het nu niet deed, hij haar kleine zoon wat aan zou doen. Ik begreep dat ze seks hebben gehad, wat zij niet wilde. Het stukje bedreigen maakte dat ze niet durfde te vertrekken. Ik geloof dat het in de ochtend nog een keer is voorgekomen, hetzelfde als wat daarvoor al was gebeurd. Dus een herhaling van de seks die zij niet wilde. Toen ik die middag rond 14:00 uur daar aankwam, vond ik een hoopje mens in een badjas, helemaal in elkaar gekropen. Toen ik daar was en ze het bovenstaande vertelde, heeft ze een paar keer boven het toilet gehangen, omdat ze er zo misselijk van werd.
5) Uit het
proces-verbaal van verhoor getuigevan 23 september 2021 volgt dat [getuige 1] (vriendin van aangeefster) onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Ik had whatsappcontact. Ik kreeg vrij snel antwoord van "het gaat niet zo goed". "Iemand heeft seks met mij gehad" zei ze. Ik zei "dat is niet iets wat jij wilde". Dat bevestigde ze. Ik ben naar haar toegegaan. Ik vond het belangrijk dat [getuige 3] het zou weten. Ze zei: “ik kan er niet over praten.” Ik wilde haar vasthouden maar ze wilde niet. Ze zag er verschrikkelijk uit. Ik voelde veel zorg voor [slachtoffer] . Ik zag een gebroken [slachtoffer] zitten. Dit is haar overkomen, dat voelde ik. We hebben gewacht op [getuige 3] . Ik zei dat [slachtoffer] en ik hem wat moesten vertellen. Ik zei dat ik een berichtje had gekregen van [slachtoffer] en dat daarin stond dat iemand seks met haar heeft gehad tegen haar wil in. [slachtoffer] ging huilen. In haar gezicht was het opgezwollen van het huilen. Ze had warrig haar en was schrikkerig. Ik wilde haar omhelzen en ze trok terug en verstijfde toen. Dat was ook haar houding op de bank. Vanaf toen tot aan nu is het een andere [slachtoffer] . Ze is moeilijk te benaderen sinds het gebeurd is, in emotie. Ik weet dat ze oraal dingen heeft moeten doen en dat hij haar familie zou afmaken, hij zou haar kind vermoorden en hij zou haar gezicht volledig verminken..
6) Uit het
proces-verbaal van verhoor getuigevan 16 september 2021 volgt dat [getuige 3] (partner van aangeefster) onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Mijn vrouw is er stuk van. Ik kwam vrijdag terug van mijn werk. Ik merkte wel iets. Er was een soort van spanning. Er was een vriendin van [slachtoffer] . Ik moest gaan zitten en ze zei dat [slachtoffer] iets moest vertellen. Ze vertelde wat er was gebeurd. Ze wilde geen aangifte doen omdat hij haar bedreigd had, ook met [A] . [slachtoffer] was heel erg bang. [slachtoffer] was een wrak. Ik hoorde dat ze heel verdrietig was en heel erg moest huilen. Ik weet dat [slachtoffer] het heeft laten gebeuren omdat ze bang was.
Ik weet dat hij in haar is geweest en haar heeft verkracht. lk weet dat ze een klodder heeft weg gespuugd. Ze heeft zich stilgehouden omdat hij haar dreigde iets aan te doen, ze zou van zich hebben af geslagen. Hij heeft [A] wel eens gezien en zei dat hij [A] zou ophalen van school. Ik weet dat [slachtoffer] het heeft laten gebeuren omdat ze bang was. [slachtoffer] kwam op mij over als een bang geschrokken meisje in tranen. Ze schaamde zich. [slachtoffer] was heel lang bang voor [verdachte] . Hij heeft gedreigd om dingen te doen met [A].
7) Uit het
proces-verbaal forensisch onderzoek persoonvan 1 februari 2022 met volgt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Het slachtoffer is op 4 juli 2020 door de forensisch arts onderzocht. De arts gaf aan enig letsel te zien aan de vagina.
De rechtbank is van oordeel dat vast staat dat aangeefster [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) en verdachte op 3 juli 2020 seks met elkaar hebben gehad in een [… ] in Bussum, waarbij onder meer sprake is geweest van het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] met de penis van verdachte. Dit wordt zowel door verdachte als [slachtoffer] verklaard. De verklaringen van [slachtoffer] en verdachte lopen echter voor het overige uiteen. [slachtoffer] stelt dat zij door verdachte is verkracht en dat dit tweemaal kort achter elkaar is gebeurd. Verdachte verklaart echter dat zij slechts éénmaal seks hebben gehad en dat dit met instemming van [slachtoffer] was.
Juridisch kader
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat in een zedenzaak zich vaak de situatie voordoet dat alleen het slachtoffer en verdachte aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde handelingen en dat zij allebei iets anders verklaren over wat er is gebeurd. Bij een ontkennende verdachte, zoals in deze zaak het geval is, brengt dit in veel gevallen mee dat de verklaring van het vermeende slachtoffer als belangrijkste bewijsmiddel voorhanden is. Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet worden aangenomen op grond van enkel de verklaring van het vermeende slachtoffer.
Steunbewijs kan ertoe leiden dat toch een bewezenverklaring kan volgen. Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste
rechtspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de ten laste gelegde handelingen als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van het slachtoffer, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (slachtoffer) heeft afgelegd. De rechtbank ziet zich dus gesteld voor de vraag of de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar is en of deze verklaring voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Betrouwbaarheid
De rechtbank is van oordeel dat [slachtoffer] tijdens het informatief gesprek zeden en bij haar aangifte consistent, gedetailleerd en volledig heeft verklaard over wat er volgens haar op 3 juli 2020 is gebeurd en welke seksuele handelingen verdachte bij haar heeft verricht. Ook heeft zij consistent verklaard over de wijze waarop zij verdachte heeft afgewezen toen hij voor het eerst toenadering zocht en haar later vroeg bepaalde handelingen uit te voeren. Bij weerstand of weigering door [slachtoffer] dreigde verdachte volgens haar met consequenties als zij niet deed wat hij van haar vroeg; zo dreigde hij onder meer haar zoontje te laten verdwijnen en het gezicht van [slachtoffer] te verminken. Ook met betrekking tot deze bedreigingen is de verklaring van [slachtoffer] consistent en concreet. Zo heeft [slachtoffer] zowel tijdens het informatieve gesprek als tijdens haar aangifte verklaard dat verdachte zou hebben gezegd “Niemand kan je hier horen, ik kan doen wat ik wil”. Deze bedreiging komt ook bijna woordelijk terug in het whatsappcontact dat [slachtoffer] op 3 juli 2020 met [getuige 1] heeft. Hetzelfde geldt voor de bedreigingen richting het zoontje van [slachtoffer] , [A] . Dat verdachte heeft gedreigd met het laten verdwijnen van [A] komt zowel terug in het informatief gesprek zeden als tijdens de aangifte als in het whatsappgesprek met [getuige 1] . Voorts komt het de betrouwbaarheid van de verklaring ten goede dat [slachtoffer] op meerdere momenten beschrijft welke – door verdachte aan haar opgedragen – specifieke handelingen weerstand en walging bij haar opriepen. Die walging komt in het hierna te bespreken steunbewijs meermaals naar voren. De rechtbank ziet, gelet op voornoemde overwegingen, geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] en is dan ook van oordeel dat die verklaringen als uitgangspunt kunnen dienen bij de verdere beoordeling van het aan de verdachte ten laste gelegde feit.
Steunbewijs
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verklaringen van [slachtoffer] voldoende steun vinden in overige onderzoeksbevindingen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend.
De aangifte vindt allereerst steun in de getuigenverklaring van een vriend, [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ), als ‘disclosure-getuige’. [getuige 2] heeft in de namiddag van 3 juli 2020 telefonisch contact met [slachtoffer] gehad om te vragen of zij veilig thuis was gekomen. Omdat [slachtoffer] aan de telefoon erg huilde, is hij bij haar langsgegaan. De beschrijving die [getuige 2] van [slachtoffer] geeft, ondersteunt de verklaring van [slachtoffer] dat zij is gedwongen tot seks met verdachte en bevestigt de walging die zij daarbij heeft gevoeld. Zo verklaart [getuige 2] dat [slachtoffer] erg huilde en moeilijk uit haar woorden kwam. Hij trof ‘een hoopje mens’ aan en beschrijft dat [slachtoffer] , terwijl zij vertelde over wat er was voorgevallen met verdachte, meerdere keren boven het toilet heeft gehangen omdat zij zo misselijk was. Ook komt in zijn verklaring – in nagenoeg dezelfde bewoordingen – terug dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen tot de seksuele handelingen door te dreigen met geweld tegen haar en haar zoontje.
In de tweede plaats wordt de verklaring van [slachtoffer] ondersteund door de getuigenverklaringen van haar partner [getuige 3] (hierna: [getuige 3] ) en vriendin, [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ). Beiden hebben binnen 24 uur na het voorval contact met [slachtoffer] gehad. [getuige 3] heeft verklaard dat toen [slachtoffer] hem vertelde over hetgeen gebeurd was, zij op hem overkwam als een bang en geschrokken meisje in tranen. Ook uit de verklaring van [getuige 1] volgt dat zij hevige emoties bij [slachtoffer] heeft waargenomen op het moment dat [slachtoffer] over het voorval vertelde. [slachtoffer] heeft [getuige 1] de dag na het voorval via WhatsApp laten weten dat zij tegen haar wil seks heeft gehad met verdachte. Wanneer [getuige 1] [slachtoffer] kort daarna bezoekt, treft ook zij een gebroken [slachtoffer] aan. Zo verklaart zij dat [slachtoffer] er verschrikkelijk uitzag, omdat haar gezicht opgezwollen was van het huilen. Ze wilde niet vastgehouden worden, want ze verstijfde als [getuige 1] haar wilde omarmen en was schrikkerig. [getuige 1] verklaart dat [slachtoffer] sinds het voorval is veranderd en moeilijker te benaderen is. Ook aan [getuige 1] verklaart [slachtoffer] consistent ten aanzien van de dwang die verdachte op haar heeft uitgeoefend en de dreiging met geweld richting haarzelf en haar zoontje.
Tot slot biedt de letselverklaring, opgenomen in het proces-verbaal forensisch onderzoek, steun aan de verklaringen van [slachtoffer] . Daaruit volgt dat de arts een dag na het voorval letsel aan de vagina van [slachtoffer] heeft vastgesteld, welk letsel voor [slachtoffer] schraal aanvoelde. Dit geconstateerde letsel vormt een indicatie voor seksuele handelingen die onder dwang en/of ruw hebben plaatsgevonden.
Conclusie
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank van oordeel is dat [slachtoffer] betrouwbaar heeft verklaard, dat haar verklaring steun vindt in andere onderzoeksbevindingen en dat er geen contra-indicaties zijn die een bewezenverklaring van het tenlastegelegde in de weg staan. De rechtbank overweegt daarbij ook dat verdachte zelf weinig tegenover de gedetailleerde verklaringen van [slachtoffer] heeft gesteld. Hij heeft zich aanvankelijk beroepen op zijn zwijgrecht en heeft later volstaan met in zijn algemeenheid te verklaren dat de seks vrijwillig was. Op vragen hoe een en ander dan precies was verlopen, kon hij echter veelal geen antwoord geven omdat ‘hij het niet meer weet’. De conclusie is dan ook dat er wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte [slachtoffer] meermaals heeft verkracht.