ECLI:NL:RBMNE:2024:2963

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
574427 HA RK 24-93
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoeker tegen rechter in echtscheidingsprocedure

Op 13 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in de wrakingskamer, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. N. Chedra, de behandelend rechter in twee echtscheidingszaken. Het wrakingsverzoek werd op 30 april 2024 ingediend, maar was niet ondertekend door een advocaat, wat in deze procedure verplicht is. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2024, waarbij verzoeker via videoverbinding aanwezig was, werd hem de gelegenheid geboden om alsnog een advocaat te zoeken en een ondertekend verzoek in te dienen. Verzoeker gaf echter aan dat hij om financiële redenen geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid.

De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat het wrakingsverzoek niet voldeed aan de vereisten van het Wrakingsprotocol van de rechtbank. De wrakingskamer benadrukte dat in procedures met verplichte procesvertegenwoordiging, een schriftelijk verzoek door een advocaat moet worden ondertekend. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de griffier werd opgedragen om deze beslissing aan de betrokken partijen te sturen. De procedures van verzoeker in de echtscheidingszaken zullen worden voortgezet in de stand waarin zij zich bevonden op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 574427 HA RK 24-93
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken ter zitting van 7 mei 2024
inzake het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] , Duitsland
(verder: verzoeker),
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het wrakingsverzoek, dat op 30 april 2024 door de wrakingskamer is ontvangen,
  • de schriftelijke reactie van mr. N. Chedra (verder: de rechter) van 6 mei 2024,
  • het bericht van verzoeker van 7 mei 2024.
1.2.
Het wrakingsverzoek is op 7 mei 2024 in het openbaar behandeld door de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken (verder: de wrakingkamer). Daarbij is verzoeker verschenen via een videoverbinding. Hij werd bijgestaan door de heer [A] , een vriend die voor hem vertaalde.
1.3.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de wrakingskamer de beslissing in het openbaar uitgesproken. Hetgeen hierna volgt is een schriftelijke uitwerking van die uitspraak conform artikel 6.2 van het Wrakingsprotocol.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek tot wraking is gericht tegen mr. N. Chedra als behandelend rechter, in de zaken met rekestnummers 16/560360 / FA RK 23-1408 en 16/566404 / FA RK 23-2118. Deze zaken gaan over de echtscheiding en verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen van verzoeker en zijn voormalig echtgenoot.
2.2.
Verzoeker legt aan zijn wrakingsverzoek onder meer ten grondslag dat zijn voormalig echtgenoot op 11 mei 2023 een echtscheidingsprocedure is gestart. Hij stelt dat de rechtbank verkeerde beslissingen heeft genomen en dat er al een jaar niets is gedaan en nog steeds niet wordt gedaan om het geschil tot een goed einde te brengen.
2.3.
De rechter heeft niet berust in de wraking.

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer stelt vast dat in de hoofdzaak van verzoeker verplichte procesvertegenwoordiging geldt. In procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is, is ondertekening van een schriftelijk wrakingsverzoek door een advocaat vereist (zie 2.1.2 van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank). Dit betekent dat verzoeker alleen met bijstand van een advocaat een schriftelijk wrakingsverzoek kan indienen.
3.2.
Het verzoek tot wraking dat op 30 april 2024 door de wrakingskamer is ontvangen is niet ondertekend door een advocaat. Dat is tijdens de mondelinge behandeling met verzoeker besproken. Daarbij is verzoeker de gelegenheid geboden om een advocaat te zoeken en binnen een week alsnog een door een advocaat ondertekend wrakingsverzoek in te dienen. Verzoeker heeft daarop aangegeven dat hij om financiële redenen geen gebruik zal maken van die mogelijkheid.
3.3.
Omdat het wrakingsverzoek niet is ondertekend door een advocaat, is verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.

4.De beslissing

De wrakingskamer:
4.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
4.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, de betrokken teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank;
4.3.
bepaalt dat de procedures van verzoeker met rekestnummers 16/560360 / FA RK 23-1408 en 16/566404 / FA RK 23-2118 moeten worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.C. Stijnen, voorzitter, mr. J.P. Killian en mr. N.A.J. Purcell als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. E.M. Schutte, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.