ECLI:NL:RBMNE:2024:2953

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
10769378 \ MC EXPL 23-6430
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van onredelijk bezwarend annuleringsbeding in consumentenkoop

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde]. De zaak betreft een consumentenkoop waarbij [gedaagde] een keuken had besteld voor een bedrag van € 11.000,00. Na een bezoek van de styliste van [eiseres] voor het inmeten van de keuken, heeft [gedaagde] de bestelling geannuleerd vanwege een verzakking in een draagmuur. [eiseres] beroept zich op een annuleringsbeding in haar algemene voorwaarden, dat [gedaagde] verplicht tot betaling van annuleringskosten van € 2.800,00. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden van [eiseres] een onredelijk bezwarend beding is en heeft dit beding vernietigd. De rechter oordeelt dat [eiseres] niet voldoende heeft aangetoond dat de annuleringskosten in een redelijke verhouding staan tot de door haar geleden schade. Hierdoor wordt de vordering van [eiseres] tot betaling van de annuleringskosten afgewezen. Tevens is [eiseres] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 10769378 \ MC EXPL 23-6430
Vonnis van 8 mei 2024
in de zaak van
[eiseres] B.V.,tevens handelend onder de naam
[handelsnaam],
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. A.H.H.M. Roelofs,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. E. Doornbos.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 oktober 2023 met producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met producties 16 tot en met 18;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat vandaag de uitspraak is.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] verkoopt keukens en keukenapparatuur en verzorgd desgewenst de levering en montage daarvan.
2.2.
[gedaagde] heeft op 9 februari 2023 een vestiging van [eiseres] in Heerhugowaard bezocht, ter plaatste heeft een gesprek plaatsgevonden met een verkoper, waarna een opdrachtbevestiging is opgesteld voor een bedrag van € 11.000,00 exclusief montagekosten. Onderaan de opdrachtbevestiging staat vermeld dat de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing zijn verklaard.
2.3.
In de algemene voorwaarden van [eiseres] is het volgende opgenomen:

Artikel 12: De annulering
1. Bij annulering van de Overeenkomst door de Afnemer is deze schadevergoeding verschuldigd van 30% van hetgeen de Afnemer bij de uitvoering van de Overeenkomst had moeten betalen tenzij partijen bij het sluiten van de Overeenkomst schriftelijk anders zijn overeengekomen. Het percentage als bedoeld in de vorige zin bedraagt 50% indien de annulering van een Overeenkomst door de Afnemer geschiedt, nadat de Ondernemer de Roerende Zaken is komen inmeten bij de Afnemer. De Afnemer is een percentage van 75% verschuldigd ingeval van annulering na voormelde inmeting en uiterlijk 4 weken voor de levering van de Roerende Zaken. Ingeval van annulering binnen 4 weken voor de levering dan is de Afnemer een percentage van 100% verschuldigd.
2. De in het vorige lid genoemde percentages zijn vaststaand, tenzij de Ondernemer kan bewijzen dat zijn/haar schade groter is of de Afnemer aannemelijk kan maken dat de schade kleiner is.
2.4.
Op 10 februari 2023 is de styliste van [eiseres] bij [gedaagde] langs geweest voor het inmeten en intekenen van de keuken. Nadien heeft [gedaagde] de inmeet checklist van de styliste ondertekend.
2.5.
Kort na het bezoek van de styliste van [eiseres] heeft [gedaagde] [eiseres] het volgende e-mailbericht gezonden en geschreven:

Geachte Mevrouw, beste [A] ,
Bij deze moet ik helaas mededelen dat ik de keuken annuleer.
Er is onlangs een tegenvaller gebeurd tijdens de verbouwing, nl een verzakking in een draagmuur en de bouw is voorlopig stopgezet.
Er komt woensdag een bouwkundige expertise om de schade op te nemen.
De kosten voor de styliste die zijn gemaakt ben ik uiteraard graag bereid te vergoeden.
Laat mij dat weten?
Mijn oprechte excuses voor het ongemak.
(…)
2.6.
Bij e-mail van 14 februari 2023 heeft [eiseres] gereageerd op het annuleringsverzoek van [gedaagde] en geschreven:

Geachte mevrouw [gedaagde] ,
(…)
Helaas is het niet meer mogelijk om uw order kosteloos te annuleren.
Wij hebben uw keuken inmiddels al besteld bij de fabriek.
Wij kunnen uw order annuleren tegen een percentage van 25% van het orderbedrag.
Indien u de order wenst te annuleren moeten wij hier deze week nog een bevestiging van krijgen.
(…)
2.7.
Op 15 februari 2023 heeft [gedaagde] per e-mail gereageerd en geschreven:

Goedemiddag [A] ,
Bij deze bevestig ik de annulering van de keuken.
De reden van de annulering is buiten mijn schuld nl een verzakking van een draagmuur veroorzaakt door de aannemer en ik wil mij bij deze op Artikel 14.2 van de algemene voorwaarden beroepen dat de ontbinding in redelijkheid en billijkheid gaat met betrekking tot de gemaakte kosten: de keuken was nog niet aanbetaald en voorwaarde was dat de aanbetaling zou plaatsvinden alvorens de bestelling zou worden verzonden.
Met andere woorden zijn er geen kosten gemaakt behalve die van de styliste.
Een boete van 25% is een enorm groot bedrag dat niet in verhouding staat met de gemaakte kosten van het annuleren; immers is de productie van de keuken nog niet begonnen.
De kosten van de styliste zijn wel gemaakt en ik zou u daarom vriendelijk willen vragen de annuleringskosten te herzien?
(…)
2.8.
Op 16 februari 2023 heeft [eiseres] aan [gedaagde] de factuur van € 2.800,00 voor de annuleringskosten gezonden.
2.9.
[gedaagde] heeft de factuur niet betaald.
2.10.
De gemachtigde van [eiseres] heeft [gedaagde] op 17 april 2023 een sommatie voor de betaling van het bedrag van € 2.800,00 gezonden. In die sommatie is [gedaagde] erop gewezen dat bij uitblijven van betaling een gerechtelijke procedure gestart zou worden, met eventuele bijkomende kosten tot gevolg.
2.11.
Naar aanleiding van de sommatie van de gemachtigde van [eiseres] heeft [gedaagde] op dezelfde dag per e-mail gereageerd en verzocht de annuleringskosten in vier termijnen te betalen.
2.12.
Op 18 april 2023 is de gemachtigde van [eiseres] akkoord gegaan met het betalingsvoorstel van [gedaagde] .
2.13.
Nadien is [gedaagde] teruggekomen op haar verzoek voor een betalingsregeling en is door de gemachtigde van [gedaagde] de vordering alsnog (inhoudelijk) betwist.
2.14.
Partijen hebben vervolgens diverse malen met elkaar gecorrespondeerd over (de juistheid van) de vordering, maar zijn er niet uitgekomen.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.800,00 aan hoofdsom en € 405,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met verdere rente en kosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering -kort samengevat- het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft een koopovereenkomst met [eiseres] gesloten voor de aankoop van een keuken. [gedaagde] heeft de aankoop van de keuken geannuleerd. Op grond van de van toepassing zijn de algemene voorwaarden is [gedaagde] daarom de annuleringskosten verschuldigd. [eiseres] vordert nakoming van deze betalingsverplichting van [gedaagde] .
3.3.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Is er een koopovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen? Ja
4.1.
In geschil is of er een koopovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. [eiseres] meent van wel en [gedaagde] meent van niet. De kantonrechter is van oordeel dat er tussen partijen wél een koopovereenkomst tot stand is gekomen en wel om het volgende.
4.2.
Op grond van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. Of daarvan sprake is hangt af van wat partijen hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden mochten toekennen, hebben afgeleid. Aanbod en aanvaarding hoeven niet uitdrukkelijk plaats te vinden, maar kunnen in elke vorm geschieden en besloten liggen in een of meer gedragingen.
4.3.
Vast staat dat [gedaagde] op 9 februari 2023 bij een vestiging van [eiseres] in Heerhugowaard is geweest en haar wensen voor een keuken heeft besproken met een verkoper van [eiseres] . Verder staat vast dat [eiseres] aan [gedaagde] heeft aangegeven dat zij op basis van de wensen van [gedaagde] een keuken kan aanbieden voor € 11.000,00 en dat er nog een styliste langs [gedaagde] zou komen voor de inmeting van de keuken. Dit staat ook in de opdrachtbevestiging in productie 1 bij dagvaarding, waarvan [gedaagde] de ontvangst niet heeft betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter kwalificeert dit als een aanbod van de zijde van [eiseres] . [gedaagde] heeft dit aanbod van [eiseres] tijdens dat gesprek op 9 februari 2023 mondeling ook aanvaard. Dit blijkt uit punt 5 van de conclusie van antwoord, waarin de gemachtigde van [gedaagde] heeft geschreven: ‘
heeft toen aangegeven de keuken te willen bestellen.’ Vervolgens heeft [gedaagde] de styliste ook toegelaten in haar (nieuw aangekochte) woning voor de inmeting van de keuken en heeft [gedaagde] de inmeet checklist voor akkoord ondertekend (zie productie 19 bij conclusie van repliek). Zonder nadere toelichting, nu die ontbreekt, valt niet in te zien, waarom [gedaagde] een styliste van [eiseres] zou toelaten tot haar (nieuw aangekochte) woning als zij meent niet een overeenkomst met [eiseres] te hebben gesloten. Daar komt bij dat [gedaagde] kennelijk zelf ook in de veronderstelling was dat zij wél een overeenkomst met [eiseres] heeft gesloten, omdat zij in haar e-mail, zoals vermeld onder 2.5., heeft aangegeven de keuken te willen annuleren.
4.4.
[gedaagde] heeft nog opgeworpen dat tijdens het gesprek in de winkel van [eiseres] behoorlijk wat druk op haar werd uitgeoefend. Er was op dat moment de mogelijkheid om een keuken te bestellen tegen een scherpe prijs van € 11.000,00, althans dat is haar verteld. Zij kon dat moeilijk inschatten. Zij hoefde niet akkoord te gaan, maar de kans bestond dat de prijs in een later stadium hoger zou zijn. De directeur van [eiseres] heeft zich zelfs met het gesprek bemoeid en aangegeven dat dit alles echt een goede deal was. Zij heeft toen aangegeven de keuken te willen bestellen, aldus [gedaagde] . Voor zover [gedaagde] met dit verweer een beroep op misbruik van omstandigheden heeft willen doen, gaat de kantonrechter voorbij aan dit deel van het verweer, nu dit de kantonrechter niet is gebleken en verder door [gedaagde] ook niet is onderbouwd.
4.5.
De conclusie is dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen.
Zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing op de koopovereenkomst? Ja
4.6.
[eiseres] baseert haar vordering tot betaling van de annuleringskosten van € 2.800,00 op haar algemene voorwaarden. Volgens [eiseres] zijn de algemene voorwaarden van toepassing op de overeenkomst en heeft [gedaagde] de algemene voorwaarden ook ontvangen. Immers, de algemene voorwaarden waren op de achterzijde van de opdrachtbevestiging in productie 1 bij dagvaarding vermeld. Daar komt bij dat [gedaagde] in haar e-mail van 15 februari 2023 zelf een beroep op de algemene voorwaarden heeft gedaan, zodat [gedaagde] de algemene voorwaarden wel moet hebben ontvangen, aldus [eiseres] .
4.7.
[gedaagde] betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Volgens [gedaagde] zijn de algemene voorwaarden door [eiseres] niet in het geding gebracht. De algemene voorwaarden heeft [gedaagde] niet tijdig, te weten uiterlijk bij het tot stand komen van de overeenkomst ontvangen. Dit had wel moeten gebeuren. Het wijzen op van toepassing zijnde voorwaarden is onvoldoende. Voor zover de algemene voorwaarden wel van toepassing zijn, dan zijn die vernietigbaar, aldus [gedaagde] .
4.8.
Allereerst dient de vraag beantwoord te worden of tussen [eiseres] en [gedaagde] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [eiseres] is overeengekomen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend en wel om het volgende.
4.9.
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden kan worden aangenomen, als zij door de gebruiker - [eiseres] - is voorgesteld en door [gedaagde] is aanvaard. Hierbij is het niet noodzakelijk dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden kent. Voldoende is dat voor of bij het sluiten van de overeenkomst naar de algemene voorwaarden wordt verwezen. In de orderbevestiging tussen partijen in productie 1 bij de dagvaarding is onderaan de eerste pagina opgenomen dat de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing zijn. [gedaagde] is akkoord gegaan met de orderbevestiging van [eiseres] . Door het akkoord van [gedaagde] zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing op de overeenkomst geworden. Of deze toen ook ter hand zijn gesteld, is voor het van toepassing worden van de algemene voorwaarden op de overeenkomst niet van belang, maar speelt hooguit een rol bij de beantwoording van de vervolgvraag naar de al dan niet vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden van [eiseres] . Die vraag zal hierna aan de orde komen.
Zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] ter hand gesteld? Ja
4.10.
Of [gedaagde] een succesvol beroep op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden toekomt, is afhankelijk van de vraag of [eiseres] aan [gedaagde] een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van die algemene voorwaarden kennis te nemen. De kantonrechter is van oordeel dat de algemene voorwaarden bij het aangaan van de overeenkomst wél aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld. Het beroep van [gedaagde] op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden op deze grond slaagt derhalve niet. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.11.
Weliswaar heeft [gedaagde] gesteld dat de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst niet aan haar ter hand zijn gesteld, maar daar is de kantonrechter niet van overtuigd geraakt. [eiseres] heeft onweersproken gesteld dat de algemene voorwaarden op de achterzijde van de orderbevestiging in productie 1 zijn afgedrukt. [gedaagde] heeft erkend die orderbevestiging en daarmee dus ook de algemene voorwaarden te hebben ontvangen. Daar komt bij dat [gedaagde] zelf in haar e-mail van 15 februari 2023 -zie 2.7.- expliciet een beroep op artikel 14.2 van de algemene voorwaarden heeft gedaan. De kantonrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat als vaststaand moet worden aangenomen dat de algemene voorwaarden van [eiseres] bij het sluiten van de overeenkomst wél aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld.
Is het annuleringsbeding een onredelijk bezwarend beding? Ja
4.12.
[gedaagde] stelt dat het annuleringsbeding in artikel 12 van de algemene voorwaarden van [eiseres] een onredelijk bezwarend beding is. Door [eiseres] wordt op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt welke daadwerkelijke schade [eiseres] geleden heeft als gevolg van de annulering zijdens [gedaagde] . [eiseres] heeft ter onderbouwing van haar schade slechts als productie 14 bij de dagvaarding een overzicht van de algemene bedrijfskosten in percentages in het geding gebracht, maar daaruit volgt niet hoe hoog de schade van [eiseres] is, aldus [gedaagde] .
4.13.
[eiseres] is het niet eens met dit standpunt van [gedaagde] . [eiseres] meent dat de in rekening gebrachte annuleringskosten van € 2.800,00 wel alleszins redelijk en billijk zijn. Niet alleen omdat [eiseres] de kosten al heeft gematigd, maar zeker ook omdat de keuken al was ingemeten en besteld op het moment van het annuleren. Zij heeft haar kosten ook inzichtelijk willen maken met haar overzicht in productie 14 bij de dagvaarding, aldus [eiseres] .
4.14.
De kantonrechter is van oordeel dat het annuleringsbeding in artikel 12 van de algemene voorwaarden een onredelijk bezwarend beding is. Het annuleringsbeding wordt dan ook vernietigd. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.15.
De koopovereenkomst tussen partijen betreft een consumentenkoop (artikel 7:5 BW). Op grond van Europees consumentenrecht wordt een beding als oneerlijk beschouwd als het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort (artikel 3 van Richtlijn 93/13). Een beding kan als oneerlijk worden aangemerkt als dit is opgenomen in een indicatieve lijst met bedingen (blauwe lijst / artikel 3 lid 3 van Richtlijn 93/13). De Nederlandse rechter moet dit onder andere beoordelen via de open norm die in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen over de vernietigbaarheid van een beding in algemene voorwaarden (artikel 6:233 sub a BW) en in het bijzonder via de bedingen die op grond van de wet als onredelijk bezwarend worden aangemerkt (zwarte lijst / artikel 6:236 BW) of worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn (grijze lijst / artikel 6:237 BW). Op grond van de open norm is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar als het onredelijk bezwarend is, gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijdse kenbare belangen en de overige omstandigheden van het geval.
4.16.
Het annuleringsbeding in artikel 12 van de algemene voorwaarden op grond waarvan [gedaagde] verplicht een geldsom moet betalen bij beëindiging van de overeenkomst anders dan op grond van het feit dat [gedaagde] in de nakoming van haar verbintenis tekort is geschoten, komt voor op de grijze lijst (artikel 6:237 aanhef en onder i BW). Het annuleringsbeding wordt derhalve vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Dit is slechts anders als de geldsom een redelijke vergoeding is voor door [eiseres] geleden verlies of gederfde winst (schade). Omdat het annuleringsbeding wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn, is het aan [eiseres] om dit wettelijk vermoeden te weerleggen door feiten en omstandigheden te stellen en bij betwisting te bewijzen waaruit volgt dat het beding niet onredelijk bezwarend is.
4.17.
Naar het oordeel van de kantonrechter is [eiseres] er niet in geslaagd feiten of omstandigheden naar voren te brengen die afzonderlijk en/of in onderlinge samenhang het vermoeden hebben weerlegd dat het annuleringsbeding in artikel 12 van de algemene voorwaarden tegenover de consument - [gedaagde] - onredelijk bezwarend is.
4.18.
[eiseres] heeft onvoldoende onderbouwd wat haar geleden verlies of gederfde winst (schade) is. [eiseres] heeft slechts een overzicht van de algemene bedrijfskosten (in percentages) in het geding gebracht. Die opsomming van de kosten zijn echter niet specifiek voor de aankoop van [gedaagde] . Het had op de weg van [eiseres] gelegen haar schade ten aanzien van de aankoop van [gedaagde] nader toe te lichten en te onderbouwen. Dat heeft [eiseres] niet gedaan. Dat [eiseres] slechts aanspraak maakt op 25% (in plaats van 50% zoals in artikel 12 van de algemene voorwaarden is vermeld) is niet van belang, omdat voor het toetsingsmoment moet worden uitgegaan van de datum waarop de overeenkomst is gesloten. Irrelevant voor deze toets is daarom de feitelijke toepassing en uitvoering van het beding.
4.19.
Het voorgaande leidt er toe dat [eiseres] niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de in rekening gebrachte annuleringskosten van € 2.800,00 in een redelijke verhouding staat tot haar schade. Dit betekent dat het annuleringsbeding in artikel 12 van de algemene voorwaarden vernietigbaar is. De kantonrechter vernietigd dan ook het annuleringbeding in artikel 12 van de algemene voorwaarden. [eiseres] kan geen beroep meer doen op artikel 12 van de algemene voorwaarden. De vordering van [eiseres] van € 2.800,00, die gebaseerd is op artikel 12 van de algemene voorwaarden, wordt dan ook afgewezen.
De betalingsregeling
4.20.
[eiseres] heeft nog aangevoerd dat [gedaagde] de vordering heeft erkend door in te stemmen met de betalingsregeling, maar daar gaat de kantonrechter aan voorbij. Zoals hiervoor is overwogen is het annuleringsbeding, waarop de vordering van [eiseres] is gebaseerd, een onredelijk bezwarend beding. Dat beding is vernietigd, zodat de grondslag voor de vordering en daarmee ook die van de betalingsregeling is komen te ontvallen. [gedaagde] is [eiseres] dan ook niets verschuldigd en kan dan ook niet gehouden worden aan die betalingsregeling.
[eiseres] moet de proceskosten van [gedaagde] betalen
4.21.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
476,00
(2,00 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
595,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 595,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de kostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling onder 5.2. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op
8 mei 2024.
HHt/37278