Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
- echtgenote van betrokkene.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Dit verzoek was gericht op een betrokkene, geboren in 1953, die lijdt aan gevorderde dementie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in het gebouw van de instelling waar de betrokkene verblijft. Tijdens de zitting zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een arts en verpleegkundigen. De advocaat heeft betoogd dat de machtiging noodzakelijk is voor de veiligheid van de betrokkene, vooral met het oog op de naderende zomerperiode waarin hij vaker naar buiten wil. De arts heeft bevestigd dat de betrokkene zich verzet tegen opname en dat er onveilige situaties zijn ontstaan door zijn gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene toezicht nodig heeft bij dagelijkse activiteiten en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechterlijke machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 22 oktober 2024, om de veiligheid van de betrokkene te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter P.R. Tjallema en is in het openbaar uitgesproken.