In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 23 januari 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 19 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 30 juni 2022 en eiseres pas op 18 september 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 50,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in overeenstemming gebracht met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.