Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met productie 1 van de vader, binnengekomen op 1 maart 2024;
- het bericht met bijlage van de vader van 20 maart 2024;
- het verweerschrift met productie 1 van de moeder van 26 maart 2024, met daarin een aantal zelfstandige verzoeken;
- het bericht met productie 2 van de vader van 8 april 2024;
- het bericht met producties 2 en 3 van de moeder van 15 april 2024.
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat;
- de heer [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad).
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats] .
- [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats zal hebben bij de vader;
- [minderjarige] vanaf eind augustus zal beginnen op de basisschool [school] in [plaats 1] .
- [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats zal hebben bij de moeder;
- een zorgregeling wordt vastgesteld, die inhoudt dat:
3.De beoordeling
4.De beslissing
12 juli 2024, in afwachting van de uitkomst van de mediation, met het verzoek aan de advocaten om
tijdig vóór die datumte laten weten of ouders er wel of niet samen zijn uitgekomen en hoe zij willen dat het verder gaat in deze procedure. Als een nieuwe zitting nodig is, zal deze plaatsvinden op
12 juli 2024 om 10.00 uurin het gerechtsgebouw in Utrecht, Vrouwe Justitiaplein 1.