ECLI:NL:RBMNE:2024:2903
Rechtbank Midden-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van huurwoning toegewezen wegens overlast door gedaagde
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. [eiseres] heeft [gedaagde] gedagvaard vanwege overlast die zij veroorzaakt in de huurwoning. De gedaagde, die sinds 13 december 2021 een onzelfstandige woonruimte huurt van [eiseres], zou luidruchtig ruzie maken, medehuurders bedreigen en schade aan de huurwoning toebrengen. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 april 2024 was [gedaagde] niet aanwezig, waardoor de kantonrechter verstek verleende.
De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming van de woning, gezien de overlast voor andere huurders en de vernielingen aan het gehuurde. Aangezien [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd, ging de kantonrechter uit van de juistheid van de stellingen van [eiseres]. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een termijn van zeven dagen na betekening van het vonnis. De vordering tot het opleggen van een dwangsom werd afgewezen, omdat [eiseres] niet voldoende onderbouwde waarom deze extra prikkel nodig was.
Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 945,93. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden opgevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Wagenaar.