ECLI:NL:RBMNE:2024:2902

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
11022747
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte wegens huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft [eiseres] [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter in verband met een aanzienlijke huurachterstand van € 66.689,20, die is ontstaan sinds april 2023. De huurachterstand betreft een bedrijfspand dat [gedaagde] sinds 15 oktober 2022 huurt van [eiseres]. De kantonrechter heeft op 7 mei 2024 in kort geding uitspraak gedaan, waarbij [gedaagde] niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend en heeft verstek verleend tegen [gedaagde]. De vordering van [eiseres] tot betaling van de huurachterstand en ontruiming van het gehuurde is toegewezen, omdat er sprake is van een spoedeisend belang. De kantonrechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is een contractuele boete van € 3.900,00 toegewezen, en zijn de proceskosten begroot op € 2.202,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde] het vonnis moet opvolgen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11022747 \ UV EXPL 24-75 RJ/58605
Vonnis in kort geding van 7 mei 2024
in de zaak van
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. I. van Leusden-Willemse,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
[eiseres] heeft [gedaagde] op 17 april 2024 gedagvaard voor de kantonrechter. Op 19 april 2024 is de dagvaarding ook aan het adres van de bestuurder van [gedaagde] betekend.
1.2.
Op 30 april 2024 is de zaak besproken tijdens een mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Daarbij was aan de zijde van [eiseres] mevrouw [A] (beheerder van [eiseres] ) aanwezig, samen met mr. Van Leusden-Willemse. Aan de zijde van [gedaagde] is niemand verschenen.
1.3.
Aan het einde van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat het vonnis vandaag zal worden uitgesproken.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 15 oktober 2022 van [eiseres] een bedrijfspand aan de [adres] in [plaats] voor een bedrag van thans € 5.661,60 per maand. Vanaf april 2023 is er een achterstand ontstaan in de betaling van de maandelijkse huurtermijnen. De huurachterstand bedraagt tot 1 mei 2024 € 66.689,20. [eiseres] vordert in deze procedure – samengevat – betaling van de huurachterstand vermeerderd met de wettelijke handelsrente, contractuele boetes en zo spoedig mogelijk ontruiming van de woning op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag en/of een machtiging om de ontruiming van het gehuurde te bewerkstelligen door het gehuurde te (laten) ontruimen op kosten van [gedaagde] . Ook vordert [eiseres] veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3.Wat oordeelt de kantonrechter?

Spoedeisend belang
3.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, omdat het hier gaat om een aanzienlijke huurachterstand die steeds verder oploopt.
Verstek
3.2.
De kantonrechter verleent verstek tegen [gedaagde] , omdat de bij de wet voorgeschreven formaliteiten en termijnen voor oproeping van [gedaagde] in acht zijn genomen en zij niet in het geding is verschenen en niet om uitstel heeft verzocht.
3.3.
In de wet is bepaald dat als tegen de gedaagde partij verstek wordt verleend, de vorderingen tegen haar worden toegewezen, tenzij de rechter de vorderingen ongegrond of onrechtmatig voorkomen.
Huurachterstand
3.4.
De vordering tot betaling van de huurachterstand van € 66.689,20 vermeerderd met de wettelijke handelsrente komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
Ontruiming
3.5.
De vordering tot ontruiming zal ook worden toegewezen, nu sprake is van een achterstand van meer dan drie maanden, zodat het zeer waarschijnlijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat niet van [eiseres] kan worden verlangd dat zij de huurovereenkomst met [gedaagde] nog langer voortzet. De kantonrechter zal de ontruimingstermijn bepalen op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
Dwangsom en/of ontruiming op kosten van [gedaagde]
3.6.
De gevorderde dwangsom en/of machtiging om de ontruiming van het gehuurde te bewerkstelligen door het gehuurde te (laten) ontruimen op kosten van [gedaagde] wordt bij gebrek aan belang afgewezen. Met de toewijzing van de veroordeling tot ontruiming heeft eiser een titel om zelf, via de weg van de reële executie, tot gedwongen ontruiming over te gaan (waarbij de kosten ingevolge het Besluit tarieven ambtshandelingen voor rekening van [gedaagde] komen) en onvoldoende is onderbouwd op grond waarvan een extra prikkel om tot ontruiming over te gaan in de vorm van een op te leggen dwangsom nodig is.
Contractuele boetes
3.7.
[eiseres] maakt aanspraak op een boete op grond van artikel 23.2 van de algemene huurbepalingen, waarin is opgenomen dat die 1% per maand bedraagt, met een minimum van € 300,00. Omdat [gedaagde] de huur van april 2023 tot en met april 2024 niet (op tijd) heeft betaald, wordt de contractuele boete van € 3.900,00 (13 x € 300,00) toegewezen.
Proceskosten
3.8.
[eiseres] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kosten van de dagvaarding aan het adres van de bestuurder van [gedaagde] blijven als nodeloos gemaakt voor rekening van [eiseres] . De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.202,22
Uitvoerbaar bij voorraad
3.9.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als een van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het bedrijfspand aan [adres] te [plaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van [eiseres] zijn, en de sleutels af te geven aan [eiseres] ,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om te betalen aan [eiseres] € 66.689,20 aan achterstallige huur tot 1 mei 2024, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de verschuldigde huurtermijnen, telkens te rekenen vanaf de vervaldata van die huurtermijnen tot de dag van voldoening,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om te betalen aan [eiseres] € 3.900,00 aan contractuele boetes,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.202,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.S. Elkhuizen-Koopmans en bij haar afwezigheid in het openbaar uitgesproken door mr. J.G. Nicholson op 7 mei 2024.