8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan brandstichting, bedreiging en het onbruikbaar maken van een politiecel. De feiten laten zien dat verdachte geen respect heeft voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van andere personen (brandstichting en bedreiging), maar dat hij ook geen respect heeft voor de eigendommen van anderen (brandstichting en het onbruikbaar maken). Het ontbreekt verdachte naar het oordeel van de rechtbank aan inzicht in wat zijn eigen handelen bij andere personen teweegbrengt. Verdachte heeft zich bij alle feiten enkel laten leiden door zijn eigen behoeftes en zich geen rekenschap gegeven van de gevolgen van zijn handelen. Met de brandstichting in de woning heeft verdachte voor een zeer gevaarlijke situatie gezorgd voor zichzelf en zijn ouders. De bedreiging heeft gevoelens van onveiligheid bij de café-eigenaar teweeggebracht. Met het onbruikbaar maken van de politiecel heeft verdachte de politie onnodig op kosten gejaagd.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 oktober 2023.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat. Hij zou graag (ambulante) hulp willen voor het organiseren van praktische zaken. Voor eventuele psychische problemen heeft hij geen hulp nodig. Daarnaast heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij zijn eigen hulpverlener is. Hij wil niet worden opgenomen en behandeld worden in een klinische setting.
Rapportages
Over verdachte zijn door een psychiater en een psycholoog persoonlijkheidsrapportages opgemaakt en de reclassering heeft een advies opgesteld. Hieronder vat de rechtbank de meest relevante inhoud uit deze rapportages zakelijk samen. Voor zover het gaat over de vastgestelde stoornissen en de toerekenbaarheid verwijst de rechtbank naar hetgeen is overwogen in paragraaf 7 van dit vonnis.
In een Pro-Justitia-rapportage van 12 september 2023 heeft psychiater [C] over verdachte onder andere het volgende gerapporteerd. Er is sprake van ernstige onbehandelde problematiek van verdachte. Dit zorgt voor gebrekkige zelfregulatie, oordeels- en kritiekstoornissen en een verstoorde realiteitstoetsing. Uit de schizoaffectieve stoornis van verdachte komt een verhoogd herhalingsrisico voort. Situaties zoals stress bij maatschappelijke problemen, gebrek aan structuur en de ambivalente relatie met zijn ouders hebben een ongunstige invloed op zijn ziektebeeld. De leefomstandigheden van verdachte zijn op dit moment instabiel. Er is sprake van een afwezig probleem- en ziektebesef bij verdachte, hetgeen passend is bij zijn psychiatrische problematiek.
De psychiater schrijft verder dat het niet de verwachting is dat verdachte het innemen van medicatie vrijwillig zal continueren. Verdachte is niet gemotiveerd voor (langdurige) begeleiding en behandeling die noodzakelijk wordt geacht. Met betrekking tot zijn middelengebruik is verdachte bagatelliserend en inconsistent over de daadwerkelijke frequentie en hoeveelheid van gebruik. Bovenstaande factoren en condities hebben een voortdurende interactie met elkaar en zullen elkaar versterken, hetgeen een groot risico op decompensaties en gevaarlijk gedrag met zich meebrengt.
Vrijwillige opnames en behandeling in een gedwongen kader (rechtelijke machtiging) hebben niet geholpen om het patroon te doorbreken. Alles overwegend wordt de kans op een recidive als hoog ingeschat op korte en middellange termijn als verdachte niet wordt behandeld. De structurele risicotaxatie sluit aan bij de klinische indruk van onderzoeker, dat er bij verdachte sprake is van een hoog recidiverisico voor vergelijkbare incidenten.
Om dat risico op herhaling te verkleinen is een specialistische behandeling geïndiceerd, welke in eerste instantie is gericht op een goede instelling van antipsychotica en stemmingsstabilisatoren, het onttrekken van verdachte uit zijn thuissituatie en het aanbieden van een stevige, externe structuur. Omdat verdachte zijn psychiatrische problematiek niet erkent, is de verwachting dat hij zich niet zal conformeren aan behandeling. De behandeling van zijn problematiek is complex en langdurig. Training voor verdachte om begrip van zijn ziektebeeld te krijgen is noodzakelijk. Er moet gezocht worden naar dagbesteding en toekomstperspectief. De geschetste behandeling zal geruime tijd klinisch moeten plaatsvinden in een setting gespecialiseerd in psychiatrie en verslaving. Volgens de psychiater moet verdachte zich niet eenvoudig aan behandeling kunnen onttrekken. Een dwingend kader is geïndiceerd, omdat er geen consensus bestaat over de noodzaak van toekomstige behandeling en er risico op escalatie bestaat. Het advies is om de beschreven behandeling plaats te laten vinden in het kader van een tbs met dwangverpleging.
Een zorgmachtiging wordt door de deskundige niet als een geschikte optie gezien, vanwege de benodigde forensische expertise en de duur en intensiviteit van behandeling. Daarnaast is gebleken dat de afgelopen tien jaar zorgmachtigingen in de reguliere GGZ niet tot gewenste resultaten hebben geleid. Een tbs met voorwaarden is overwogen, maar sluit naar mening van de onderzoeker onvoldoende aan bij het feit dat verdachte geen ziektebesef heeft en vanuit zijn pathologie niet in staat wordt geacht om zich langdurig aan een behandeling en voorwaarden te conformeren.
In een Pro-Justitia-rapport van 7 september 2023 heeft klinisch psycholoog [A] onder andere het volgende over verdachte gerapporteerd. Verdachte is zorgmijdend, heeft geen ziektebesef en -inzicht en behalve zijn ouders heeft hij niemand om op terug te vallen. De kans dat verdachte in de komende periode tot gewelddadig handelen zal komen wordt ingeschat als hoog gezien de indicatoren binnen de historische en klinische domeinen, de zorgelijke risicohantering en het vrijwel ontbreken van beschermende factoren.
Verdachte heeft een langdurige klinische behandeling nodig die zich tegelijk richt op de behandeling van de psychiatrische symptomen en de verslavingsproblematiek. Dat kan door middel van verblijf op een gesloten, prikkelarme afdeling, medicamenteuze behandeling, controle op abstinentie, psycho-educatie, begeleiding en hulp op alle levensgebieden, ondersteuning van contactherstel met ouders en andere belangrijke naasten. Om de kans op goede resultaten zo hoog mogelijk te maken zal de behandeling meerdere jaren in beslag moeten nemen. In de afgelopen jaren is verdachte herhaaldelijk behandeld in het kader van een civielrechtelijke machtiging. Dit heeft niet tot de gewenste resultaten geleid. Bovendien is er sprake van een ernstige tenlastelegging en een hoog recidiverisico; behandeling in de gewone GGZ met behulp van een zorgmachtiging is te weinig gericht op het terugdringen van het recidiverisico van gewelddadig gedrag en bovendien te kortdurend. De tbs maatregel is daarom het enige resterende advies. Een tbs met voorwaarden is niet haalbaar. Het ontbreekt verdachte aan ziektebesef en hij is daarom niet gemotiveerd voor behandeling. Hij heeft aangegeven niet te willen meewerken aan een tbs behandeling, waardoor de mogelijkheid van een voorwaardelijke tbs maatregel vervalt. Geadviseerd wordt om verdachte een tbs met dwangverpleging op te leggen.
In een reclasseringsadvies van 13 november 2023 heeft reclasseringswerker [D] onder andere het volgende gerapporteerd. De reclassering schat zowel het algemene risico op recidive als het risico op onttrekken aan voorwaarden in als hoog. In het leven van verdachte zijn meerdere interventies ingezet, maar die hebben niet geleid tot een blijvende gedragsverandering. De reclassering komt niet tot een ander beeld dan de psychiater en de psycholoog en adviseert negatief over tbs met voorwaarden.
De rechtbank neemt de conclusies en adviezen van de deskundigen over. Dit betekent dat de rechtbank uitgaat van een hoog risico op nieuwe vergelijkbare strafbare feiten, bij het uitblijven van de geadviseerde behandeling, en dat het daarom noodzakelijk is dat verdachte gedwongen wordt behandeld voor zijn stoornissen.
Tbs met dwangverpleging
Alles afwegende is voor de brandstichting en de bedreiging oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege passend en geboden. Aan de voorwaarden voor het opleggen van een dergelijke maatregel is voldaan. Zoals hiervoor is overwogen blijkt uit de rapporten van deskundigen [C] en [A] dat er bij verdachte tijdens het begaan van de bewezen verklaarde brandstichting en bedreiging sprake was van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Bovendien is brandstichting een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Bedreiging wordt genoemd artikel 37a, eerste lid, onder sub a, als een misdrijf waarvoor de maatregel van terbeschikkingstelling kan worden opgelegd. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel, nu het uit de psychische stoornissen voortvloeiende recidivegevaar, zonder behandeling, onverminderd hoog is.
De rechtbank is van oordeel dat tbs met voorwaarden of een veroordeling met bijzondere voorwaarden in het kader van een voorwaardelijk strafdeel in dit geval moet worden uitgesloten als een toereikende maatregel. Uit de rapportages en adviezen van de deskundigen volgt dat er weinig tot geen vertrouwen is dat de voor verdachte noodzakelijke behandeling, die deels klinisch, intensief en langdurig zal moeten zijn, succesvol kan plaatsvinden in een voorwaardelijk (tbs-)kader. Het als hoog ingeschatte recidiverisico op langere termijn, de complexe problematiek van verdachte en de geen of onvoldoende effect sorterende behandelgeschiedenis, maakt dat een dergelijk voorwaardelijk kader in dit geval niet passend is om het recidiverisico in te perken en de (algemene) veiligheid van personen en goederen te waarborgen. Bovendien is verdachte zelf niet gemotiveerd om zich te houden aan voorwaarden.
De rechtbank zal, gelet op het voorgaande, gelasten dat verdachte ter beschikking wordt gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat de (algemene) veiligheid van personen en goederen dit eist.
Geen gemaximeerde terbeschikkingstelling
Aangezien zowel de bewezenverklaarde bedreiging als de bewezenverklaarde brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en personen een misdrijf betreffen dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, overweegt de rechtbank dat de totale duur van de terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan.
Geen straf of maatregel andere strafbare feit
De rechtbank heeft verdachte ontoerekeningsvatbaar verklaard voor alle bewezen verklaarde feiten. Nu voor het onbruikbaar maken van de cel niet de maatregel van terbeschikkingstelling kan worden opgelegd, krijgt verdachte geen straf of maatregel voor dit feit.