In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 februari 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 30 maart 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de verweerder is overschreden. Eiseres had op 1 februari 2023 de verweerder in gebreke gesteld en heeft pas op 17 oktober 2023 beroep ingesteld, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft besloten dat de verweerder alsnog een besluit moet nemen, en dit moet in principe binnen twee weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 50,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van een besluit en het doen van een vooraankondiging vastgesteld, waarbij de rechtbank de richtlijnen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt.
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.