In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, woonachtig in België, had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar bezwaar, ingediend op 9 mei 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 21 maart 2024.
De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 8 juli 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.