In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 26 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 21 december 2021 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres meer dan twee weken na de ingebrekestelling, bij brief van 25 maart 2024, beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 25 juni 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.