In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 26 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 22 augustus 2022 tegen de definitieve beschikkingen compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 21 maart 2024. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien deze termijn wordt overschreden, moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Belastingdienst/Toeslagen veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.