In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 mei 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser, afkomstig uit België, had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Hij stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op zijn bezwaar, dat op 19 juni 2023 was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst is overschreden. Eiser heeft zijn beroep ingesteld op 14 februari 2024, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 27 mei 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat de Belastingdienst de proceskosten van eiser moet vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.