In deze zaak heeft de kantonrechter op 7 februari 2024 uitspraak gedaan over de vernietiging van een koopovereenkomst tussen eisers en gedaagde met betrekking tot een tweedehands Mini Countryman. De eisers, die de auto op 31 maart 2022 hadden gekocht, stelden dat er sprake was van gebreken en een onjuiste kilometerstand. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van wederzijdse dwaling, zoals bedoeld in artikel 6:228 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek. Dit leidde tot de conclusie dat de koopovereenkomst vernietigd moest worden. Gedaagde werd veroordeeld om de koopprijs van € 12.800,00 terug te betalen aan eisers, minus een gebruikersvergoeding van € 1.213,17, omdat eisers de auto had gebruikt. De kantonrechter wees ook de vordering van eisers tot vergoeding van verzekeringskosten en wegenbelasting af, omdat deze kosten ook gemaakt zouden zijn bij een ander voertuig. De proceskosten werden toegewezen aan eisers, die in het gelijk werden gesteld. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat gedaagde de beslissing moet opvolgen, ook als hij in hoger beroep gaat.