In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 30 mei 2023 bezwaar gemaakt en na het verstrijken van de beslistermijn, heeft zij op 30 januari 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om uiterlijk op 2 juli 2024 een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten om een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is.