ECLI:NL:RBMNE:2024:2782

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
UTR 23/4094
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Vollebregt-Kuipers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen Belastingdienst/Toeslagen

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een proceskostenveroordeling tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 18 juli 2023, maar trok dit beroep in nadat de Belastingdienst/Toeslagen op 23 november 2023 het besluit had herzien en het bezwaar van verzoekster gegrond verklaard. De rechtbank heeft de Belastingdienst/Toeslagen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop de Belastingdienst/Toeslagen instemde met een proceskostenveroordeling.

De rechtbank oordeelt dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, omdat de Belastingdienst/Toeslagen tegemoet is gekomen aan haar beroep. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en bepaalt dat de Belastingdienst/Toeslagen € 875,- aan proceskosten aan verzoekster moet betalen. Daarnaast is de Belastingdienst/Toeslagen verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar uitgesproken. De rechter in deze zaak was mr. M. Vollebregt-Kuipers, met mr. M.L. Bressers als griffier. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4094

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. J. Cordia),
en

Belastingdienst/Toeslagen,

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van Belastingdienst/Toeslagen in de proceskosten. Verzoekster heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van haar beroep tegen het besluit van Belastingdienst/Toeslagen van
18 juli 2023 (bestreden besluit). Zij heeft het beroep ingetrokken, omdat Belastingdienst/Toeslagen op 23 november 2023 dit besluit heeft vervangen door een nieuw besluit.
De rechtbank heeft Belastingdienst/Toeslagen in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Belastingdienst/Toeslagen heeft de rechtbank meegedeeld dat zij zich kan vinden in een proceskostenveroordeling.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2] Is Belastingdienst/Toeslagen aan verzoekster tegemoetgekomen?
3. De rechtbank moet dus beoordelen of Belastingdienst/Toeslagen geheel of gedeeltelijk aan verzoekster is tegemoetgekomen.
4. Op 9 augustus 2023 heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin het bezwaar van verzoekster ongegrond is verklaard. Belastingdienst/Toeslagen heeft op 23 november 2023 het bestreden besluit herzien en heeft het bezwaar van verzoekster alsnog gegrond verklaard. Hiermee is Belastingdienst/Toeslagen tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster.
Welk bedrag aan proceskosten moet Belastingdienst/Toeslagen aan verzoekster vergoeden?
5. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten. Belastingdienst/Toeslagen moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 875,- omdat de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift heeft ingediend. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Krijgt verzoekster een vergoeding van het griffierecht?
6. De rechtbank wijst erop dat Belastingdienst/Toeslagen verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. [3] Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot Belastingdienst/Toeslagen wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt Belastingdienst/Toeslagen tot betaling van € 875,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Vollebregt-Kuipers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.