ECLI:NL:RBMNE:2024:2756

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
16.007673.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en witwassen door kassamedewerkster in dienstbetrekking

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een zaak tegen een kassamedewerkster, geboren in 1999, die verdacht werd van verduistering en witwassen. De verdachte was werkzaam bij supermarkt [werkgever 1] en had in de periode van 1 februari 2018 tot en met 8 november 2018 meermalen TOTO-formulieren verduisterd, met een totale waarde van ongeveer € 172.141. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging op onderdelen niet voldoende feitelijk was omschreven, wat leidde tot een gedeeltelijke nietigheid van de dagvaarding. De verdachte werd vrijgesproken van de diefstal van TOTO-formulieren, maar werd wel veroordeeld voor de verduistering in dienstbetrekking. Daarnaast was de verdachte ook betrokken bij verduistering van sigaretten bij [werkgever 2] in de periode van 1 februari 2019 tot en met 8 juni 2019, waarbij ongeveer 6571 pakjes sigaretten ter waarde van € 51.370,08 waren ontvreemd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan witwassen van diverse goederen en geldbedragen, waaronder een Rolex-horloge en contant geld van € 20.000, aangetroffen in een kluis. De rechtbank legde een taakstraf op van 240 uren op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en de jonge leeftijd van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.007673.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 april 2024
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 april 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. E. Stam, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1in de periode van 1 februari 2018 tot en met 8 november 2018 te Utrecht samen met anderen TOTO-formulieren van de [werkgever 1] heeft verduisterd in dienstbetrekking;
feit 2in de periode van 1 februari 2018 tot en met 8 november 2018 te Utrecht samen met anderen TOTO formulieren van de [werkgever 1] heeft gestolen;
feit 3in de periode van 1 februari 2019 tot en met 8 juni 2019 te Nieuwegein samen met anderen sigaretten van de [werkgever 2] heeft verduisterd in dienstbetrekking;
feit 4in de periode van 1 februari 2018 tot en met 3 maart 2021 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Bergeijk samen met anderen geld en voorwerpen heeft witgewassen.

3.VOORVRAGEN

3.1
De geldigheid van de dagvaarding
3.1.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om de dagvaarding nietig te verklaren ten aanzien van het onderdeel uit de tenlastelegging: ‘
sieraden (te weten een of meerdere ringen en/of een of meerdere kettingen en/of een of meerdere armbanden en/of een of meerdere oorbellen)’. Nu er tijdens het opsporingsonderzoek op drie verschillende locaties (in de woning en in twee kluizen bij de Nederlandse Kluis) diverse sieraden zijn aangetroffen en het Openbaar Ministerie niet duidelijk heeft gemaakt welke sieraden aan verdachte (en niet aan een van de medeverdachten) worden toegeschreven, is dit deel van de tenlastelegging onvoldoende feitelijk omschreven. Daarmee voldoet de dagvaarding ten aanzien van de goudkleurige sieraden niet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en dient de dagvaarding voor dat deel nietig verklaard te worden.
3.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging, wanneer deze in samenhang met het dossier gelezen wordt, voldoende feitelijk en duidelijk is. Volgens de officier van justitie dient het verweer dan ook te worden verworpen.
3.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Een van de fundamenten van het strafprocesrecht is dat de terechtzitting plaatsvindt op grondslag van de tenlastelegging, zodat zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie en de rechtbank op de hoogte zijn van de gronden waarop de vervolging berust. Een van de functies van de tenlastelegging hierbij is dat de verdachte geïnformeerd wordt over voor welke gedraging(en) hij moet terechtstaan, zodat hij weet waartegen hij zich moet verdedigen. Op grond van artikel 261 eerste lid Sv dient de dagvaarding daarom, voor zover van belang, een opgave te bevatten van het feit dat hem ten laste wordt gelegd. Dat brengt met zich mee dat de dagvaarding voldoende feitelijk moet zijn omschreven.
Uit de omschrijving van de tenlastelegging in combinatie met de inhoud van het dossier volgt dat aan verdachte het witwassen van de sierraden aangetroffen in de kluis met nummer [kluisnummer] en in de woning ten laste is gelegd. In de overige gedachtestreepjes van de tenlastelegging staan immers zowel goederen (jassen en schoenen) die in de woning zijn aangetroffen als contante geldbedragen (€ 10.000 en € 16.000) die zijn aangetroffen in de kluis. Ten aanzien van de sierraden aangetroffen in de kluis is de rechtbank echter van oordeel dat de tekst van de tenlastelegging in combinatie met de inhoud van het dossier onvoldoende duidelijk maakt waartegen verdachte zich dient te verdedigen. Uit het dossier blijkt namelijk niet welke sierraden in de kluis zijn aangetroffen. Een duidelijke beschrijving van de sierraden ontbreekt en er zijn geen foto’s gemaakt van de inbeslagname. Doordat het onduidelijk is welke sierraden in de kluis ten laste zijn gelegd, weet de verdediging niet waartegen zij verweer moet voeren en is het daarmee onmogelijk een verklaring af te leggen over de aanschaf of verkrijging van bepaalde sierraden. Dit is anders voor de sierraden die zijn aangetroffen in de woning. In het dossier bevindt zich op pagina 214 e.v. een duidelijke beschrijving van de daar aangetroffen sierraden.
Voorgaande leidt tot de conclusie dat de dagvaarding partieel nietig is ten aanzien van het onderdeel ‘
sieraden (te weten een of meerdere ringen en/of een of meerdere kettingen en/of een of meerdere armbanden en/of een of meerdere oorbellen)’maar enkel voor zover dit ziet op de sierraden uit kluis [kluisnummer] . Het onderdeel is, in combinatie met de inhoud van het dossier, wel voldoende feitelijk omschreven ten aanzien van de sierraden aangetroffen in de woning.
3.2
Conclusie ten aanzien van de voorvragen
Voor het overige is de dagvaarding geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, voor zover dit ziet op de periode van 1 oktober 2018 tot en met 8 november 2018. Voor de overige periode en voor de hoeveelheid en de waarde van de toto-formulieren vordert de officier van justitie partieel vrijspraak. De officier van justitie is van mening dat zowel de verduistering bewezen kan worden als de diefstal. De diefstal ziet dan op de keren dat verdachte buiten diensttijd toto-formulieren heeft weggenomen.
Ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde acht de officier van justitie de periode van 23 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie vordert partieel vrijspraak voor de meer ten laste gelegde periode en voor de hoeveelheid en de waarde van de pakjes sigaretten.
Ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde acht de officier van justitie wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en voorwerpen – met uitzondering van de Volkswagen Polo, de schoenen van Dior en het horloge van Michael Kors – heeft verworven, voorhanden gehad en gebruikt, terwijl zij wisten dat deze van misdrijf afkomstig waren.
Voor zover van belang voor de beoordeling worden de standpunten van de officier van justitie hieronder bij het oordeel van de rechtbank besproken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde heeft de raadsman gevorderd verdachte enkel te veroordelen voor de periode van 1 oktober 2018 tot en met 8 november 2018. Voor de overige periode, het totaalbedrag van € 172.141,00 euro en het totaal aantal formulieren van 1409 heeft de raadsman partieel vrijspraak bepleit. Daarnaast heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde. Het enkele feit dat verdachte buiten diensttijd toto-formulieren heeft weggenomen, maakt niet dat er dan sprake is van diefstal.
Ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde heeft de raadsman partieel vrijspraak bepleit voor de periode van 1 februari 2019 tot en met 22 mei 2019 en voor het totaal aantal van 6571 pakjes sigaretten en het totaalbedrag van € 51.370,08 euro.
Ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde heeft de raadsman partieel vrijspraak gevorderd voor zover de tenlastelegging ziet op de Mercedes Benz, het contante geldbedrag voor de aankoop van de Mercedes Benz, de horloges, de schoenen van Dior en de Volkswagen Polo.
Voor zover van belang voor de beoordeling worden de standpunten van de raadsman hieronder bij het oordeel van de rechtbank besproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak van het onder feit 2 ten laste gelegde: diefstal [werkgever 1]
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 2 ten laste gelegde diefstal heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Voor een bewezenverklaring van diefstal moet komen vast te staan dat verdachte zich een goed of goederen – in dit geval toto-formulieren - wederrechtelijk heeft toegeëigend zonder dat zij die daarvoor rechtmatig in haar bezit had. De rechtbank stelt vast dat verdachte beschikte over de code waarmee zij bij de servicebalie het uitgifteapparaat kon bedienen. Zij mocht die formulieren onder zich hebben in het kader van haar werk zodat klanten mee konden spelen met de TOTO. Zij mocht ook buiten haar roostertijden in de winkel en bij de servicebalie te komen, temeer zij ook leidinggevende was bij de kassa’s. Om die reden moet worden geoordeeld dat zij ook buiten werktijd de TOTO formulieren anders dan door misdrijf onder zich had, en is het handelen van verdachte niet te kwalificeren als diefstal.
4.3.2
Beoordeling van de ten laste gelegde verduistering bij de [werkgever 1] (feit 1)
Bewijsmiddelen [1]
Aangifte van [aangever 1]
heeft bij zijn aangifte onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik ben ingehuurd door een supermarkt genaamd: [werkgever 1] gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] om een onderzoek in te stellen naar fraude met TOTO formulieren. Door de filiaalmanager van de winkel was omstreeks 8 oktober 2018 geconstateerd dat er een fors verschil was in de uitgegeven TOTO loten ten opzichte van de omzet. De filiaalmanager zag op de videobeelden van de supermarkt van 1 oktober 2018 dat medewerkster [verdachte] tussen 12:38 uur en 12:54 uur aanwezig is bij de servicebalie. Te zien is dat ze de hoek in loopt waar het uitgifte apparaat van de Nederlandse Loterij staat. Precies in het tijdspad tussen 12:38 uur en 12:54 uur worden er op het uitgifteapparaat 4x TOTO loten met een waarde van 100,00 en 9x TOTO loten met een waarde van 150,00 geregistreerd en uitgedraaid (geactiveerd). Er waren geen klanten bij de servicebalie aanwezig die deze TOTO loten wilde kopen. Op kassa nummer […] werden in die tijdsperiode van 16 minuten geen loten afgerekend. Ook zijn de loten niet terug te vinden in kassajournalen als zijnde afgerekend.
Wederom op 1 oktober 2018 maar nu tussen 19:18 uur en 19:34 uur was op videobeelden te zien dat [verdachte] bij de servicebalie aanwezig is bij het
uitgifteapparaat van de Nederlandse Loterij. Binnen dit tijdspad registreert het
uitgifteapparaat de uitgifte en activering van 6x TOTO loten met een waarde van
135,00 en 12x TOTO loten met een waarde van 150,00. Op kassa nummer […] werden geen loten in die tijdsperiode van 16 minuten afgerekend. De loten kwamen wederom niet terug in het kassajournaal als zijnde afgerekend. Op 1 oktober 2018 bedroeg het schadebedrag door niet afgerekende TOTO loten 4.360,00.
Besloten werd om van 1 november 2018 tot en met 14 november 2018 heimelijke camera’s in te zetten op de serviceafdeling en specifiek gericht op het uitgifteapparaat van de Nederlandse Loterij. In week 42 en week 43 was medewerkster [verdachte] met verlof. In die periode waren er geen afwijkingen te zien in de activering, uitgifte en verkoop van kansspelen op de serviceafdeling en in het bijzonder t.a.v. de TOTO loten. In week 44 had [verdachte] weer volgens rooster dienst op 2 en 3 november 2018. Op 2 en 3 november is op beeldmateriaal te zien dat [verdachte] via haar mobiele telefoon meerdere malen een barcode scant onder de scanner van het uitgifteapparaat van de Nederlandse Loterij. De TOTO loten die medewerkster activeert en op het apparaat uitdraait steekt [verdachte] in haar achterbroekzakken. Ze betaalt niet voor deze loten.
Op 8 november 2018 werd besloten om [verdachte] tijdens een interview met de feiten te confronteren zodra zij aan zou vangen met haar dienst. Aan het einde van de dag merkte de filiaalmanager opnieuw een fors verschil in uitgifte en verkoop van TOTO loten op. Ik heb direct de videobeelden van 8 november 2018 uitgekeken. Hierop was te zien dat [verdachte] tussen 12:00 uur en 12:10 uur opnieuw kans had gezien om 10 x TOTO loten op het uitgifteapparaat van de Nederlandse Loterij uit te draaien en weg te stoppen in haar achter broekzak. Totale verkoopwaarde 895,00. Deze loten had ze in haar bezit tijdens het gesprek. Ze heeft niet voor deze loten betaald.
Het uitkijken van al het videomateriaal van 1 november 2018 tot en met 14 november 2018 i.c.m. administratie activering TOTO loten van de Nederlandse Loterij leverde het bewijs op dat [verdachte] ook fraude en diefstallen van TOTO loten pleegde op dagen dat ze niet ingeroosterd stond om te werken.
Op 7 november 2018 is te zien dat [verdachte] van 16:45 uur tot en met 16:56 uur in burgerkleding achter de servicebalie stond en 15 TOTO loten activeert, uitdraait en wegneemt. [2]
Verslag van het gesprek met verdachte
[aangever 1] heeft in het verslag van het gesprek met verdachte, dat als bijlage bij de aangifte is gevoegd, onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 8 november 2018 interviewde ik een persoon die opgaf te zijn genaamd: [verdachte] [1999]
De medewerker vertelde het volgende:
Ik werk inmiddels 2 jaar bij [werkgever 1] , als caissière en als leidinggevende. Ik werk zowel achter de kassa als achter de counter. Bij de counter kan er gegokt worden op toto met behulp van een toto formulier.
U vroeg mij of ik ook wel eens zelf weddenschappen afsluit.
Dat klopt ik doe dat wel eens.
U vroeg mij of ik hiervoor dan ook betaal
Nee, ik ben gokverslaafd en ik betaal niet voor de weddenschappen. Ik voer altijd twee uitslagen in van de drie mogelijkheden per voetbalwedstrijd, terwijl ik werk.
U vroeg mij waarom ik geen drie bonnen print, zodat ik altijd prijs heb. Dat doe ik gewoon niet, dan ben ik bang dat het op gaat vallen.
Ik lever de bonnen nooit zelf in, bij een gewonnen weddenschap. Ik geef de bonnen aan iemand anders, waarvan ik verder niet wil zeggen wie dat is. Deze persoon gaat de bonnen met gewonnen weddenschappen incasseren.
U vroeg mij hoe ik weddenschappen afsluit. Ik voer de weddenschappen in via de website van toto, op mijn mobiele telefoon. De informatie krijg ik via iemand die ik buiten dit onderzoek wil houden. Nadat ik de mogelijkheden in de app heb aangegeven bij verschillende wedstrijden, scan ik dit in de terminal bij de counterbalie en worden per wedstrijd maximaal 2 bonnen uitgeprint. Ik betaal dus niet voor deze weddenschappen. Ik zet gemiddeld per wedstrijd € 100,00 tot € 120,00 in.. [3]
Proces-verbaal van bevindingen over de toto-winstuitkeringen
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In totaal is er data van 1409 kansspelformulieren, welke zijn geactiveerd en niet zijn betaald, geanalyseerd. Deze kansspelformulieren hadden betrekking op de periode 20 februari 2018 tot en met 8 november 2018. De totale waarde van de inzet op deze geactiveerde, maar niet betaalde, kansspelformulieren bedraagt: € 172.141,00. [4]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich gedurende de hele ten laste gelegde periode - van 20 februari 2018 tot en met 8 november 2018 - schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking. Zij overweegt daartoe als volgt.
Eerste bevindingen
Toen de filiaalmanager van de [werkgever 1] op 8 oktober 2018 opmerkte dat er een fors verschil tussen de uitgedraaide en de verkochte Toto-loten zat, besloot hij de beelden van de camera gericht op de servicebalie te bekijken. Op die beelden was te zien dat verdachte op
1 oktober 2018 handelingen bij het uitgifteapparaat van de Toto-loten verrichte en dat er vervolgens niet betaald werd. Op dat moment ontstond er een eerste verdenking jegens verdachte. De filiaalmanager had daarnaast ook een verdenking jegens twee andere medewerkers, omdat zij begin 2018 in dienst traden en de kasverschillen rond die periode ontstonden.
Bevindingen uit heimelijke camerabeelden
Om te kunnen vaststellen wie zich schuldig maakte aan het verduisteren van de
Toto-formulieren bij de [werkgever 1] , besloot de filiaalmanager na overleg met het hoofdkantoor heimelijke camera’s gericht op de servicebalie en het uitgifteapparaat op te hangen. Die camerabeelden lieten zien dat verdachte op 2, 3, 4, 7 en 8 november 2018 Toto-formulieren uitdraaide zonder deze af te rekenen. Alleen zij verrichtte deze handelingen, andere medewerkers (of klanten) niet. In de periode dat verdachte verlof had, waren er op de camerabeelden geen verduisteringshandelingen te zien. Vastgesteld kan worden dat verdachte zich dus in ieder geval in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 8 november 2018 schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking.
Pleegperiode en modus operandi
Zowel de officier van justitie als de verdediging heeft gevorderd verdachte enkel te veroordelen voor de verduistering in dienstbetrekking gepleegd in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 8 november 2018. Het dossier bevat alleen beschrijvingen van de op camerabeelden vastgelegde verduisteringshandelingen van verdachte op 1 oktober en op 2, 3, 4, 7 en 8 november 2018. Verdachte heeft op 8 november 2018 verklaard zich ongeveer een maand – en niet langer - schuldig te hebben gemaakt aan het uitdraaien en het vervolgens niet afrekenen van Toto-formulieren bij de [werkgever 1] .
Anders dan de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank verduistering over een veel langere periode wettig en overtuigend bewezen. Bij de verduisteringshandelingen die op camera zijn vastgelegd, is te zien dat verdachte vrijwel steeds een zeer specifieke werkwijze hanteerde. Ze draaide in een tijdsbestek van een paar minuten een hele reeks loten uit. Meestal lagen de bedragen tussen de € 100,00 en € 150,00 euro. Dit deed ze soms meerdere keren op dezelfde dag. Dit levert steeds een zeer herkenbaar patroon op. Kenmerkend zijn de reeksen van hoge, ronde bedragen die direct opvallen tussen de andere, eenmalige, meestal veel lagere inzetten.
Het dossier bevat een overzicht van alle TOTO-transacties in de periode van 20 februari 2018 tot en met 8 november 2018, de dag dat verdachte met de verduistering is geconfronteerd. Daarop is te zien dat het patroon gedurende die hele periode steeds opnieuw voorkomt. De rechtbank gaat ervan uit dat dit steeds wijst op betrokkenheid van verdachte.
Samenvattend is daarvoor het volgende redengevend:
  • Verdachte bekent dat zij verduisteringshandelingen heeft gepleegd in de periode toen er een geheime camera hing en heeft dit gedaan volgens een kenmerkend patroon.
  • Voordat de geheime camera werd opgehangen is het kenmerkende patroon al vaak voorgekomen, tenminste vanaf 20 februari 2018.
  • Al die tijd was verdachte in dienst, genoot zij als leidinggevende meer vrijheid dan andere kassières en stond zij veel achter de servicebalie bij het uitgifteapparaat.
  • In het overzicht is een duidelijk verband zichtbaar tussen de werktijden van verdachte en het optreden van het patroon. Dat verdachte het ook is op het moment dat het patroon optreedt buiten haar werktijden blijkt uit de camerabeelden van verduisteringshandelingen door verdachte op 7 november 2018.
  • Het patroon treedt niet op tijdens de verlofperiode van verdachte in week 42 en 43, maar daarvoor en daarna wel.
  • Het patroon stopt na 8 november 2018, als verdachte met haar handelen is geconfronteerd.
  • Vanaf het moment dat de verborgen camera's zijn opgehangen wordt uitsluitend verdachte gezien bij het uitgifteapparaat op het moment dat verduistering plaatsvindt. Er komt geen andere verdachte in beeld.
In vereniging
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de verduistering samen met een ander pleegde omdat zij op 10 november 2018 tegenover [aangever 1] heeft verklaard met iemand samen te werken en omdat uit het dossier blijkt dat de Toto-loten vaak kort na het uitdraaien bij de [werkgever 1] op een andere plek werden geïncasseerd.
Conclusie
Gelet op het feit dat gedurende de ten laste gelegde periode een soortgelijke modus operandi
werd gehanteerd en dat uit onderzoek niet is gebleken dat ook een andere medewerker dan verdachte verantwoordelijk was voor het wegnemen van de Toto-formulieren, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in vereniging gedurende de hele ten laste gelegde periode Toto-loten verduisterde.
4.3.3
Beoordeling van de ten laste gelegde verduistering bij de [werkgever 2] (feit 3)
Bewijsmiddelen
Aangifte van [aangever 2]
heeft bij zijn aangifte onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 29 november 2018 is [verdachte] in het filiaal [werkgever 2] te [vestigingsplaats] in dienst gekomen. Sinds februari 2019 merkte ik dagelijks dat er een verschil was in de kas. Op 4 juni heb ik en mijn collega [collega 1] de administratieve gegevens geanalyseerd en kwamen wij uit bij twee personen, waaronder [verdachte] . Op 6 juni hebben wij samen de kas nageteld en de camera beelden bekeken:
Op 23 mei 2019 om 21:19 uur zag ik dat [verdachte] ongeveer vijftien sloffen met sigaretten van het merk Marlboro op een kartonnen, met Marboro sloffen gevulde doos legde. Deze doos stond onder de toonbank. Ik zag dat zij de doos naar de gang schoof welke zich bevond buiten het beeld van de camera. Ik zag dat [verdachte] een vuilniszak van de rol afscheurde en daarmee richting de gang liep. De gang valt buiten het bereik van de camera's. Ik vermoed dat [verdachte] sloffen met sigaretten in de vuilniszak had gedaan. Ik zag dat [verdachte] de kartonnen doos weer onder de balie zette, de sloffen die erboven op lagen waren er niet meer. Op 23 mei 2019 om 21:44 uur zag ik dat [verdachte] de vuilniszak met inhoud in haar auto, van het merk Volkswagen, type Polo, kleur zwart en voorzien van het kenteken [kenteken] legde.
Mijn collega [collega 1] en [collega 2] hebben een gesprek gevoerd met [verdachte] waarin zij toegaf verduistering te hebben gepleegd. Dit gesprek had plaats gevonden op 7 juni 2019. Wij hadden de medewerker geconfronteerd met de beelden, en wat wij hadden geconstateerd. Zij had bevestigd meerdere sloffen sigaretten te hebben ontvreemd.. [5]
Proces-verbaal van bevindingen met beschrijving camerabeelden
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op de beelden heb ik het volgende waargenomen:
23 mei 2019
Op de camerabeelden van 23 mei 2019 omstreeks 21:19 uur zie ik dat een vrouwspersoon van achter de balie van de […] pakketten, lijkend op sloffen sigaretten, aan het verzamelen is en vervolgens een doos vol van voornoemde pakketten naar de naastgelegen ruimte brengt. Bij het terugkomen vanuit deze ruimte zie ik dat deze vrouwspersoon geen pakketten meer bij zich heeft. Vervolgens zie ik dat de vrouwspersoon vanuit die ruimte omstreeks 21:25 uur een tweetal gevulde vuilniszakken buiten bij de achterdeur neerlegt. Omstreeks 21:28 uur zie ik dat de vrouwspersoon nog iets in de vuilniszakken doet. Omstreeks 21:43 uur zie ik dat vrouwspersoon buiten bij de achterdeur één vuilniszak bij de achterdeur oppakt en deze in een zwarte personenauto, lijkend op een zwarte Volkswagen Polo, legt.
28 mei 2019
Op 28 mei 2019 omstreeks 22:06 uur zie ik dat een vrouwspersoon van achter de balie van de […] onder de toonbank een doos pakt. Ik zie dat de vrouwspersoon uit deze doos pakketten, lijkende op sloffen sigaretten, pakt en achter haar op elkaar stapelt.
29 mei 2019
Ik zie dat de vrouwspersoon omstreeks 02:16 uur van achter de balie de pakketten, die de vrouwspersoon op 28 mei omstreeks 22:06 uur uit een doos had gepakt en had opgestapeld, pakt en naar de naastgelegen ruimte loopt. Omstreeks 02:16 uur zie ik dat de vrouwspersoon met lege handen komt terug lopen. lk zie dat de vrouwspersoon een rol vuilniszakken pakt en één vuilniszak afscheurt. Ik zie dat zij met deze lege vuilniszak vervolgens naar de naastgelegen ruimte loopt, ik zie dat de vrouwspersoon omstreeks 02:16 uur in de naastgelegen ruimte met een vuilniszak staat. Ik zie dat de vuilniszak een vorm aanneemt dat het lijkt dat er wat in zit. Ik zie omstreeks 02:23 uur dat de vrouwspersoon de vuilniszak bij de achterdeur neer zet.
Ik zie omstreeks 03:59 uur dat er een donkergekleurd voertuig bij de achterdeur van de […] geparkeerd wordt. Ik zie dat uit het voertuig een manspersoon uitstapt.
Ik zie dat de manspersoon met de vrouwspersoon lijkt te communiceren. Ik zie omstreeks 04:01 uur dat een manspersoon met donkere kleding naar het donkergekleurde voertuig bij de achterdeur loopt. Ik zie dat deze persoon instapt en dat het voertuig, lijkende op een Volkswagen Polo, naar achteren rijdt. Ik zie dat deze persoon uitstapt en de vuilniszak, welke om 02:23 door de vrouwspersoon bij de achterdeur is gelegd, oppakt en gebukt naar de zijkant van het voertuig loopt. Ik zie dat deze persoon met de vuilniszak het voertuig in stapt. Ik zie dat omstreeks 04:03 uur een donker voertuig, lijkende op het voornoemde voertuig, het terrein van de […] verlaat.
2 juni 2019
Ik zie omstreeks 00:09 uur dat de vrouwspersoon een rol vuilniszakken pakt en hier een lege vuilniszak van af scheurt. Ik zie dat de vrouwspersoon met deze lege vuilniszak naar de naastgelegen ruimte loopt. Ik zie dat de vrouwspersoon omstreeks 00:10 uur met lege handen terug komt lopen. Ik zie dat de vrouwspersoon uit een kastje diverse pakketten, lijkende op sloffen sigaretten, pakt en vervolgens zie ik dat de vrouwspersoon met de pakketten naar de naastgelegen ruimte loopt. Ik zie dat omstreeks 00:11 uur de vrouwspersoon met lege handen terug komt lopen.
lk zie dat de vrouwspersoon omstreeks 02:39 uur in de ruimte naast de balie met een doos met daarop een gevulde vuilniszak schuift. Ik zie dat de vrouwspersoon zowel de doos als de vuilniszak bij de achterdeur neer zet. Iik zie omstreeks 02:40 uur dat de vrouwspersoon een tweetal gevulde vuilniszakken bij de achterdeur neer zet.
Ik zie omstreeks 04:04 uur een lichtkleurige personenauto het terrein van de […] oprijden. Ik zie omstreeks 04:10 uur een donkerkleurig personenauto, lijkende op een Volkswagen Polo, het […] terrein op rijden. ik zie dat dit voertuig geparkeerd wordt naast de achterdeur van de […] . ik zie dat er een manspersoon uit dit
voertuig stapt. ik zie dat hij richting de […] loopt. Ik zie dat de manspersoon met de vrouwspersoon, welke achter de balie zit, communiceert. lk zie dat de vrouwspersoon richting de naastgelegen ruimte van de balie loopt. Ik zie dat de manspersoon omstreeks 04:12 uur de […] verlaat. Ik zie dat de vrouwspersoon de vuilniszak en de doos, welke de vrouwspersoon omstreeks 02:39 bij de
achterdeur had neer gezet, buiten bij de achterdeur neer zet. ik zie dat de manspersoon de doos en de vuilniszak op pakt en in de achterzijde van de auto legt.
ik zie omstreeks 04:16 uur dat het donkerkleurige voertuig, lijkend op een Volkswagen Polo, naar het lichtkleurige voertuig rijdt, ik zie verschillende personen het voertuig uit lopen. Omstreeks 05:53 zie ik dat de vrouwspersoon via de achterdeur naar buiten loopt. Ik zie dat de vrouwspersoon twee lege dozen, welke buiten bij de achterdeur staan, in de donkerkleurige personenauto legt welke nog steeds bij de achterdeur geparkeerd staat. lk zie dat de vrouwspersoon de personenauto instapt. Ik zie vervolgens dat de personenauto het
terrein van de […] verlaat.
4 juni 2019
Op 4 juni omstreeks 22:00 uur zie ik dat een vrouwspersoon pakketten, lijkende op sloffen sigaretten, uit een doos pakt en deze aan het opstapelen is en vervolgens met deze pakketten naar de naastgelegen ruimte loopt. Ik zie dat de vrouwspersoon omstreeks 22:00 uur weer met lege handen terug komt lopen uit voornoemde ruime. Vervolgens zie ik dat de vrouwspersoon uit een kastje achter de balie wederom pakketten aan het opstapelen is en met deze pakketten naar de naastgelegen ruimte
loopt. Omstreeks 22:01 uur zie ik dat de vrouwspersoon uit voornoemde ruimte met lege handen terug komt lopen. Vervolgens zie ik dat de vrouwspersoon omstreeks 22:01 uur uit een doos wederom pakketten, lijkend op sigaretten, aan het opstapelen is en naar de naastgelegen ruimte loopt. Vervolgens zie ik omstreeks 22:01 uur dat de vrouwspersoon met lege handen terug komt lopen.
5 juni 2019
Ik zie dat de vrouwspersoon omstreeks 00:11 uur van achter de balie van de […] een gevulde vuilniszak uit een vuilnisemmer pakt en met deze vuilniszak naar de naastgelegen ruimte loopt. Ik zie dat de vrouwspersoon omstreeks 00:12 uur een vuilniszak in de ruimte naast de balie bij de achterdeur neer legt.
Omstreeks 02:44 uur zie ik dat de vrouwspersoon van achter de balie een gevulde vuilniszak uit een vuilnisemmer pakt en met deze vuilniszak naar de naastgelegen ruimte loopt. Omstreeks 02:45 uur zie ik dat de vrouwspersoon een vuilniszak buiten bij de achterdeur neer legt. Omstreeks 02:47 uur zie ik dat de vrouwspersoon een vuilniszak welke bij de achterdeur in de ruimte naast de balie ligt oppakt en in een lege doos legt.
Omstreeks 03:18 uur zie ik dat er een donker voertuig, lijkend op een Volkswagen Polo, aan komt rijden en dat dit voertuig bij de achterdeur geparkeerd wordt. Vervolgens zie ik een manspersoon uitstappen. lk zie dat deze persoon de vuilniszak, welke omstreeks 02:45 uur buiten bij de achterdeur neergelegd is, oppakt en in het voornoemde voertuig legt. Omstreeks 03:19 uur zie ik dat een manspersoon (persoon A) de […] in komt lopen. ik zie dat de manspersoon naar de balie
loopt waar achter een vrouwspersoon zit. Ik zie dat ze met elkaar praten. [6]
Bewijsoverwegingen
De officier van justitie en de verdediging hebben naar voren gebracht dat de verduistering enkel voor de periode van 23 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 wettig en overtuigend te bewijzen is. Daarnaast kan ook de in de tenlastelegging opgenomen hoeveelheid pakjes sigaretten en de waarde ervan niet wettig en overtuigend worden bewezen. Immers, het dossier bevat enkel camerabeelden van de verduisteringshandelingen gepleegd in de periode 23 mei 2019 tot en met 5 juni 2019. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat verdachte ook in de periode daarvoor verantwoordelijk was voor de weggenomen pakjes sigaretten. Bovendien heeft verdachte op 7 juni 2019 aangegeven zich niet in het totaalbedrag van weggenomen sigaretten te herkennen. Gelet daarop hebben zij partieel vrijspraak gevorderd voor de periode van 1 februari 2019 tot en met 22 mei 2019 en voor de hoeveelheid en de waarde van de pakjes sigaretten (
in totaal (ongeveer) 6571 stuks met een waarde van (ongeveer) 51.370,08 euro).
De rechtbank overweegt dat voor de periode 23 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 op camerabeeld is vastgelegd dat verdachte, samen met een ander, sigaretten heeft verduisterd. Door aangever is daarnaast verklaard dat hij al sinds februari 2019 kasverschillen opmerkte en dat hij door middel van administratieve gegevens uitkwam bij verdachte. Op grond daarvan acht de rechtbank, anders dan de officier van justitie en de verdediging, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte sinds februari 2019 sigaretten heeft verduisterd.
De rechtbank volgt de officier van justitie en de verdediging wel voor wat betreft de overweging dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte 6571 pakjes sigaretten ter waarde van € 51.370,08 heeft weggenomen. Immers, uit het dossier blijkt dat op basis van de administratieve gegevens van de […] ook nog een ander persoon als mogelijke verdachte naar voren is gekomen. Uit het dossier blijkt niet of naar die tweede persoon nader onderzoek is gedaan en zo ja, wat daaruit naar voren is gekomen. De rechtbank houdt rekening met de mogelijkheid dat die tweede verdachte persoon verantwoordelijk is geweest voor het wegnemen van een deel van de pakjes sigaretten. De rechtbank spreekt verdachte daarom partieel vrij van het volgende onderdeel in de tenlastelegging:
(in totaal (ongeveer) 6571 stuks met een waarde van (ongeveer) 51.370,08 euro).
4.3.3
Beoordeling van het ten laste gelegde witwassen van geld en voorwerpen (feit 4)
4.3.3.1 Inleiding
Vaststaande feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de wettige bewijsmiddelen het volgende vast. Op 19 januari 2021 werd verdachte aangehouden op grond van verdenking van verduistering in dienstbetrekking. Aansluitend aan de aanhouding vond er een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in haar huis. Tijdens de doorzoeking nam de politie meerdere waardevolle goederen in beslag, zoals een Mercedes Benz, een Volkswagen Polo, een horloge van het merk Rolex en diverse merkkleding. Bij de insluitingsfouillering bleek verdachte sleutels van De Nederlandse Kluis bij zich te dragen. Die sleutels behoorden bij kluis [kluisnummer] .
Bij doorzoeking ter inbeslagneming van die kluis troffen de politieagenten nog meer waardevolle goederen aan, waaronder een horloge van het merk Rolex, twee verkoopnota’s van een juwelierszaak waaruit blijkt dat een van de horloges een Rolex Oyster Perpetual Classic Datejust 31 betreft die € 11.800,00 kost en waarvoor € 10.800,00 contant is betaald, twee echtheidscertificaten van Rolex en een contant geldbedrag van € 20.000,00. Een medewerker van de Nederlandse Kluis verklaarde dat verdachte nog een kluis op naam van haar (en haar moeder) had staan, kluis [kluisnummer] . In die kluis troffen politieagenten het volgende aan: een horloge van het merk Rolex, diverse goudkleurige sieraden, stapels contant geld (totaalbedrag € 26.000,00) en een ontvangstbewijs van een contant geldbedrag van € 10.000,00 op naam van de moeder van verdachte.
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat verdachte die contante geldbedragen en voorwerpen – met uitzondering van de Volkswagen Polo, de schoenen van Dior en het horloge van Michael Kors – heeft verworven, voorhanden gehad en gebruikt, terwijl zij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. De verdediging heeft partieel vrijspraak van het witwassen van de Mercedes Benz, het contante geldbedrag voor de aankoop hiervan, de horloges, de Volkswagen Polo en de schoenen van het Merk Dior gevorderd. De verklaring van de verdediging voor de herkomst van die voorwerpen zal de rechtbank hieronder bespreken.
Beoordelingskader
Voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis/420quater van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel “afkomstig uit enig misdrijf”, is niet vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp of geldbedrag afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp of geldbedrag afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp of geldbedrag en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat het “uit enig misdrijf” afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp of geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het Openbaar Ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp of geldbedrag.
Indien verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp of geldbedrag, dan ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp.
Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geld of de goederen waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst hebben en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
4.3.3.2 Partieel vrijspraak van het witwassen van de Mercedes Benz, het contante geldbedrag van € 14.500,00 ten behoeve van de aankoop van de Mercedes, het contante geldbedrag van € 26.000,00 en het horloge van het merk Rolex aangetroffen in kluis[kluisnummer]
Vermoeden van witwassen
Op grond van het dossier is sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen van de Mercedes Benz, het contante geldbedrag van € 14.500,00 ten behoeve van de aankoop van de Mercedes, het contante geldbedrag van € 26.000,00 en het Rolex-horloge aangetroffen in kluis [kluisnummer] . Verdachte had een baan als kassamedewerkster en heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van Toto-formulieren bij de [werkgever 1] ter waarde van € 172.141,00 en van diverse pakjes sigaretten bij tankstation […] . Daarnaast was verdachte, meer specifiek ten aanzien van de Mercedes Benz, betrokken bij de aankoop ervan – zij voerde het woord en betaalde mee – en maakte zij veel gebruik van de auto. Meer specifiek ten aanzien van e kluizen, het contante geld en het horloge van het merk Rolex die er in lagen, is van belang dat de kluizen op naam van verdachte (en haar moeder) stonden. Gelet daarop acht de rechtbank een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen aanwezig.
De verklaring van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de Mercedes Benz, het aankoopbedrag van € 14.500,00 en het contante geldbedrag van € 26.000,00 niet van verdachte zijn. De Mercedes was van haar vader. Verdachte was enkel betrokken bij de aankoop ervan, omdat haar ouders niet of nauwelijks Nederlands spreken. Daarnaast heeft zij maar € 1.500,00 - door middel van een girale storting vanaf haar bankrekening - meebetaald aan de auto. Dit deed zij omdat haar ouders geld te kort kwamen. Het overige deel is door haar ouders betaald. Het contante geld van € 14.500,00 kwam van haar moeder. Daarnaast is ook het contante geldbedrag van
€ 26.000,00 van haar moeder. De kluis [kluisnummer] stond niet alleen op naam van verdachte, maar ook op naam van haar moeder. De voorwerpen en het contante geldbedrag in de kluis waren van haar moeder. Haar moeder verdiende maandelijks € 3.300,00 netto en spaarde een groot deel van haar inkomen. Nadat haar salaris gestort werd, nam zij daar een groot deel van op. Het in de kluis aangetroffen Rolex horloge was niet van verdachte, maar van haar vader.
Beoordeling
Ten aanzien van de aankoop van de Mercedes Benz blijkt uit het dossier het volgende. Het aankoopbedrag van de auto bedroeg € 43.000,00. Op 16 januari 2021 heeft de moeder van verdachte € 12.000,00 vanaf haar bankrekening en verdachte € 1.500,00 vanaf haar bankrekening overgemaakt naar het autobedrijf. Dit betrof de aanbetaling van € 13.500,00. Uit het overzicht met bankgegevens van de moeder van verdachte blijkt dat zij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 22 maart 2021 € 102.560,11 op haar bankrekening gestort kreeg als inkomen uit arbeid. Ook uit het overzicht met bankgegevens van verdachte blijkt dat zij in deze periode (legaal) inkomen uit arbeid had.
De vader van verdachte heeft verder € 15.000,00 van zijn broer geleend en dit bedrag overgemaakt naar het autobedrijf. Uit het overzicht van de bankgegevens van de man van verdachte blijkt dat hij op 22 januari 2021 een bedrag van € 15.000,00 van zijn broer op zijn rekening ontving, met als omschrijving dat dit een lening betreft. Dit bedrag is vervolgens overgemaakt naar het autobedrijf. Tot slot is er nog € 14.500,00 contant betaald door de moeder van verdachte aan het autobedrijf. Op haar bankrekening is zichtbaar dat zij kort daarvoor een bedrag van € 7.500,00 van haar bankrekening opnam. Over de overige € 7.000,00 verklaarde ze dat ze dit bedrag geleend had van een andere broer van verdachte. Door de politie is hier geen nader onderzoek naar gedaan.
Over het in de kluis met nummer [kluisnummer] aangetroffen contante geldbedrag van € 26.000,- overweegt de rechtbank het volgende. Deze kluis stond op naam van zowel verdachte als de moeder van verdachte. De moeder van verdachte heeft verklaard dat zij een deel van zij met arbeid heeft verdiend, contant heeft opgenomen. Ook het inkomen van haar man, de vader van verdachte, werd deels contant opgenomen om te sparen. Zo heeft is er uiteindelijk circa
€ 26.000,00 gespaard. Dit geld bewaarde moeder in een kluis die (mede) op haar naam stond bij de Nederlandse Kluis.
Uit het overzicht met bankgegevens van de moeder van verdachte volgt dat zij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 22 maart 2021 (waarin zij dus € 102.560,11 aan arbeidsinkomsten ontving) een totaalbedrag van € 54.720,00 contant heeft opgenomen. Uit het overzicht met bankgegevens van de vader van verdachte blijkt dat hij in 2019 en 2020 in totaal € 53.383,54 heeft verdiend met zijn werk en dat er tussen 5 januari 2019 en 21 januari 2021 een bedrag van € 17.980,- contant van zijn rekening is opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat op basis van vorenstaande de redelijke mogelijkheid bestaat dat het contante geldbedrag van € 26.000,00 dat is aangetroffen in de kluis met nr. [kluisnummer] een legale herkomst heeft, namelijk spaargeld van de vader en moeder van verdachte.
Kortom, verdachte (en haar ouders) heeft zowel over het contante geldbedrag van € 26.000,00, de herkomst van het geld waarmee de Mercedes Benz is gekocht, als over de Mercedes Benz zelf een concrete, min of meer verifieerbare en niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven die steun vindt in het dossier. Op grond van het dossier zoals dat door het Openbaar Ministerie is samengesteld kan niet met voldoende zekerheid worden uitgesloten dat die voorwerpen en het geld een legale herkomst heeft, zodat niet is komen vast te staan dat ze dus een criminele herkomst moeten hebben. De rechtbank zal verdachte daarom van deze onderdelen vrijspreken.
Met betrekking tot het Rolex horloge dat is aangetroffen in kluisnummer [kluisnummer] overweegt de rechtbank als volgt. Kluisnummer [kluisnummer] stond op naam van verdachte. De moeder van verdachte heeft verklaard dat het horloge dat is aangetroffen in de kluis van haar man is. De rechtbank gaat ervan uit dat deze verklaring ziet op het in de kluis aangetroffen Rolex horloge, omdat er geen andere horloges zijn aangetroffen. De verklaring van moeder wordt ondersteund door de foto’s aangetroffen op de mobiele telefoon van verdachte. Op deze foto’s, opgenomen op pagina 365, 36 en 367 van het dossier, zijn twee Rolex horloges te zien. Een daarvan betreft het in de slaapkamer van verdachte aangetroffen Rolex horloge, de ander betreft het horloge dat in kluisnummer [kluisnummer] is aangetroffen. Zichtbaar is dat dit laatste horloge aanmerkelijk groter is en op het oog een mannenmodel betreft, hetgeen de verklaring van de moeder van verdachte ondersteunt dat dit horloge van haar man is. Daarnaast blijkt uit het dossier dat er twee aankoopbewijzen van Rolex horloges zijn aangetroffen bij [winkel] . Een daarvan is in het dossier beschreven en betreft de aankoop van het Rolex horloge dat is aangetroffen op de slaapkamer van verdachte. De rechtbank gaat ervan uit dat het andere aankoopbewijs ziet op het Rolex horloge in kluisnummer [kluisnummer] . In het dossier is echter geen foto of beschrijving van dit aankoopbewijs opgenomen, waardoor de rechtbank niet kan vaststellen wanneer dit horloge is aangeschaft en hoe er voor het horloge is betaald (giraal of contant). De rechtbank is om die reden van oordeel dat er in het licht van de verklaring van de moeder van verdachte - te weinig wettig en overtuigend bewijs is dat het Rolex horloge uit kluisnummer [kluisnummer] (is gekocht met geld dat) van misdrijf afkomstig is.
4.3.3.2 Partieel vrijspraak van het witwassen van de Volkswagen Polo en horloge van het merk Michael Kors
Op grond van het dossier is geen sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen van de Volkswagen Polo en het horloge van het merk Michael Kors. Het dossier bevat geen enkele informatie over de herkomst en aanschaf van de Volkswagen Polo. Op de bankrekening van verdachte is zichtbaar dat zij op 13 februari 2018 via haar betaalrekening een aankoop gedaan bij Michael Kors aangeschaft. Gelet op het feit dat verdachte op dat moment legaal inkomen uit arbeid op haar bankrekening ontving en uit de betaalrekening niet blijkt dat zij op dat moment al contante stortingen op haar bankrekening.
Gelet daarop zal de rechtbank verdachte van die onderdelen van de tenlastelegging vrijspreken.
4.3.3.3 Veroordeling voor het witwassen van de schoenen, de jassen, het horloge van het merk Rolex en het contante geldbedrag van € 20.000 aangetroffen in kluis [kluisnummer]
Bewijsmiddelen
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 18 januari 2021 werd door mij voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in aanduiding object, [adres] [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Kleding Witte Winterjas Merk: Canada Goose
Oorbellen en armband Merk: Guess
Rekening van een Jas 950,- euro Merk: Chelsea Parka
Schoenen wit met blauwe letters Louis Vuitton in doos
Schoenen in doos wit met bruine kenmerken van Louis Vuitton
Schoenen in doos Zalmkleurig met wit Merk: Louis Vuitton
Schoenen in doos Al stars model schoenen Merk: Dior
Ketting, oorbellen, armband. Merk: Louis Vuitton.
Schoenen in kast Louis Vuitton Wit met Roze
Horloge Rolex (I2A)
Zwarte jas Woolrich [7]
Proces-verbaal van bevindingen ten aanzien van de inbeslagname De Nederlandse Kluis
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Bij de insluitingsfouillering bleek [verdachte] onder meer een bos met sleutels bij zich te hebben. Door een collega werden 2 sleutels van deze sleutelbos herkend als zijnde sleutels van De Nederlandse Kluis. Een medewerker van De Nederlandse Kluis meldde ons dat [verdachte] één kluis op haar eigen naam had staan. Eveneens werd door de medewerker van De Nederlandse Kluis vermeld dat haar kluis kluisnummer [kluisnummer] betrof. Hier op heeft de medewerker van De Nederlandse Kluis ons omstreeks 12:45 uur toegang verleend tot de ruimte.
In deze kamer opende wij deze kluisdoos. In deze kluisdoos een 20 tal stapels met euro-coupures welke met een paperclip aan elkaar bevestigd zaten. Per stapel bedroeg het totaalbedrag € 1.000,00. Het totale geldbedrag in de kluisdoos was derhalve € 20.000,00. Daarnaast zaten er in de kluisdoos een tweetal verkoopnota’s van [winkel] .
Toen wij omstreeks 13:00 uur ons weer naar de balie vervoegde kreeg ik, [verbalisant 2] , van de baliemedewerker te horen dat [verdachte] naar De Nederlandse Kluis had gebeld met de mededeling dat zij de sleutels van de kluis kwijt was en wat de mogelijkheid was om toch in haar kluis te komen. [8]
Een proces-verbaal van bevindingen [winkel]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven [9] :
Uit de analyse van de stukken blijkt, dat verdachte [verdachte] een Rolex, type: Oyster Perpetual Classic, met serienummer: [serienummer] voor een totaalbedrag van 11.800,00 bij [winkel] heeft gekocht. Zowel de verkoopnota als de factuur voor deze verkoop staan op naam van verdachte [verdachte] , [adres] te [woonplaats] .
Verder blijkt uit de stukken dat een bedrag ter hoogte van € 10.800,00 contant is betaald.
Opgemerkt dient te worden dat het onderhavige horloge met serienummer [serienummer] tijdens de doorzoeking op 18 januari 2021 in de woning aan de [adres] te [woonplaats] , in de slaapkamer van [verdachte] , is aangetroffen en door de politie in beslag is genomen. [10]
Verkoopnota
14-9-2020, 13:42 [11]
Formulier Melding Transacties
Contant voldaan bedrag € 10.800,-
Soort ID-bewijs: rijbewijs [12]
Rijbewijs [verdachte] . [13]
Een proces verbaal van bevindingen betreffende contant geld, sieraden, horloges.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven: [14]
Tijdens het digitale onderzoek aan de mobiele telefoon, Apple Iphone 11, van de verdachte [verdachte] zag ik dat er onder meer diverse foto’s waar eurobiljetten en/of horloges op stonden
Ik zag een foto waar er in een hand 4 stapels met 50 euro biljetten wordt vastgehouden.
Ik zag een foto waar stapels biljetten van 50 euro op te zien waren. Ik zag dat er in het midden van de foto “€ 36.500” stond.
Ik zag een foto waar op een horloge stond welke zich om een pols van een arm bevond. In het midden van deze foto zag ik dat er “ […] ” stond. [15] (bijlage 7) [16]
Bewijsoverweging
Vermoeden van witwassen
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte zijn een grote hoeveelheid waardevolle merkschoenen, merksieraden, merkjassen en een Rolex horloge aangetroffen. Hoewel de moeder van verdachte heeft verklaard dat dit haar Rolex horloge betrof, acht de rechtbank dat niet aannemelijk. Het horloge is aangetroffen in de slaapkamer van verdachte, er zijn foto’s in haar telefoon aangetroffen waarop zichtbaar is dat zij dit horloge draagt, het aankoopbewijs staat op naam van verdachte, haar rijbewijs is bij de aankoop gebruikt en in de telefoon van verdachte staat een foto van dit horloge met daarbij de tekst ‘
[…] ’.
Bij de doorzoeking van de kluis die op naam van verdachte staat, kluis [kluisnummer] , is een contant geldbedrag van € 20.000,00 aangetroffen.
Verdachte had een baan als kassamedewerkster en had een inkomen waarbij het bezitten van een dergelijke grote hoeveelheid luxegoederen en een groot contant geldbedrag niet voor de hand ligt. Daarnaast acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering van Toto-formulieren ter waarde van € 172.141,00 en een grote hoeveelheid pakjes sigaretten. Gelet daarop acht de rechtbank het onaannemelijk dat het contante geld een legale herkomst heeft en dat verdachte de dure merkkleding, -sierraden, -schoenen en Rolex met legaal geld heeft gekocht. Zij acht het vermoeden van witwassen van die voorwerpen dan ook aanwezig.
Verklaring van verdachte
De verdediging heeft geen verklaring gegeven voor de herkomst van de voorwerpen.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat:
- een of meerdere schoenen (merken Dior/Louis Vuitton)
- meerdere jassen (merken Woolrich/Chelsea Parka/Moncler/Canada Goose)
- sierraden (een ketting en meerdere armbanden en meerdere oorbellen);
- de door verdachte aangekochte Rolex Oyster Perpetual Classic Datejust 31
- het geldbedrag van € 20.000,- in kluis [kluisnummer]
middelijk van enig eigen misdrijf afkomstig zijn.
Verdachte zal dan ook worden veroordeeld voor het witwassen van dit geldbedrag en deze goederen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1in de periode van 1 februari 2018 tot en met 8 november 2018 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen meermalen TOTO (spel)formulieren (in
totaal 1409 stuks met een waarde van (ongeveer) 172.141 euro) die toebehoorden aan supermarkt [werkgever 1] en welke goederen verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking, te weten als kassamedewerkster, onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend;
feit 3zij in de periode van 1 februari 2019 tot en met 8 juni 2019 te Nieuwegein tezamen en in vereniging met een of meer anderen meermalen pakjes sigaretten die toebehoorden aan [werkgever 2] en welke goederen verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking, te weten als kassamedewerkster, onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend;
feit 4zij in de periode van 1 februari 2018 tot en met 3 maart 2021 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Bergeijk voorwerpen en een geldbedrag, te weten
- merkkleding (schoenen merk Dior/Louis Vuitton) en een of meerdere jassen (merken Woolrich/Chelsea Parka/Moncler/Canada Goose) en
- sierraden (te weten een ketting en meerdere armbanden en meerdere oorbellen) en
- een horloge (merk Rolex) en
- een contant geldbedrag van 20.000 euro (aangetroffen in kluis [kluisnummer] )
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt en/of van die voorwerpen en dat geldbedrag de werkelijke aard en/of herkomst heeft verborgen en/of verhuld terwijl zij, verdachte, wist,
dat die (genoemde) voorwerpen en dat geldbedrag (geheel of gedeeltelijk) - middellijk – afkomstig waren uit enig eigen misdrijf;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1verduistering in dienstbetrekking, meermalen gepleegd;
feit 3verduistering in dienstbetrekking, meermalen gepleegd;
feit 4witwassen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om verdachte conform artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel, nu de oplegging van een straf of maatregel gelet op het tijdsverloop geen doel meer dient.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich over een periode van circa negen maanden schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking bij de [werkgever 1] . Ze heeft daar 1409
Toto-formulieren met een waarde van ongeveer € 172.141 euro verduisterd. Ieder formulier moest apart worden uitgedraaid. Zij deed dit soms meerdere malen op een dag en niet alleen wanneer zij stond ingeroosterd, maar ook wanneer zij niet hoefde te werken kwam ze hiervoor naar de winkel. Op de dag dat haar werkgever haar confronteerde met zijn bevindingen, had zij nog enkele onbetaalde Toto-loten in haar zak Als leidinggevende bij de [werkgever 1] heeft zij het vertrouwen van haar werkgever ernstig geschonden. Bovendien heeft zij haar werkgever een groot financieel nadeel toegebracht.
Vervolgens, nadat zij op staande voet was ontslagen bij de [werkgever 1] , is verdachte gaan werken bij de [werkgever 2] . Ook daar kreeg ze een verantwoordelijke functie waarin ze veel zelfstandig kon opereren en ook daar heeft ze daar schaamteloos misbruik van gemaakt door opnieuw op grote schaal te verduisteren. . Hoewel de rechtbank de exacte hoeveelheid en daarmee de waarde van de weggenomen pakjes sigaretten niet heeft kunnen vaststellen, is het aannemelijk dat het wederom om grote bedragen gaat, want het ging om vuilniszakken vol. Verdachte bleek niets geleerd te hebben van de consequenties die volgden na de betrapping bij de [werkgever 1] . Verdachte wilde er een luxe levensstijl op na houden en toonde daarbij geen enkel respect voor de eigendommen en belangen van anderen.
Het gedrag van verdachte is ondermijnend voor het vertrouwen op de werkvloer en raakt daardoor ook winkelpersoneel dat wel te goeder trouw werkt. Daarnaast heeft verdachte door het witwassen van uit eigen criminele activiteiten ontvangen gelden, geld met een criminele herkomst aan het zicht van justitie onttrokken. Dit heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel economische verkeer.
De persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie (strafblad) op naam van verdachte van 4 maart 2024. Hieruit blijkt dat zij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Daarnaast is rekening gehouden met het reclasseringsadvies van 8 maart 2023, uitgebracht door reclasseringswerker B. Morre, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland. Uit dit advies blijkt dat naar aanleiding van een bij verdachte afgenomen vragenlijst vermoedens zijn gerezen dat verdachte functioneert op licht verstandelijk beperkt niveau. Niet duidelijk is of en zo ja, in hoeverre dat heeft doorgewerkt in de feiten. De reclassering heeft geen uitspraak kunnen doen over het al dan niet toepassen van het adolescentenstrafrecht, omdat de feiten circa vijf jaar geleden plaatsvonden. Ook kon de reclassering om die reden geen goede risico inschatting kon maken. De reclassering heeft geadviseerd verdachte bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. In de brief die verdachte aan de rechtbank heeft geschreven is verdachte vooral verontwaardigd dat haar ouders als medeverdachten zijn aangemerkt en toont zij naar het oordeel van de rechtbank weinig zelfinzicht voor wat betreft haar eigen aandeel in het geheel.
Strafoplegging
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) gaan voor fraude met een benadelingsbedrag van € 125.000,00 tot € 250.000,00 uit van een gevangenisstraf voor de duur van 9 tot 12 maanden.
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf er rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde op 11 juni 2021 al voor een ander feit is veroordeeld. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), in aanmerking genomen. In een zaak als deze geldt als uitgangspunt dat binnen een termijn van twee jaar na aanvang van de redelijke termijn vonnis dient te worden gewezen. In deze zaak gaat de rechtbank uit van het moment waar conservatoir beslag is genomen op de goederen als het moment dat de redelijke termijn is aangevangen, te weten op 8 maart 2021. Tussen die datum en de datum van het vonnis - 26 april 2024 - ligt een periode die de redelijke termijn met meer dan een jaar overschrijdt. Dit tijdsverloop is niet aan verdachte te wijten, terwijl zij de negatieve consequenties ervan wel heeft moeten ondervinden. Om die reden zal de rechtbank strafvermindering toepassen.
De rechtbank houdt bij de strafoplegging ook rekening met de jonge leeftijd van verdachte tijdens het tenlastegelegde en de door de reclassering beschreven vermoedens van een licht verstandelijke beperking. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf voor de duur van 240 uren passend en geboden is. De rechtbank ziet geen reden om, ondanks de ernst van het feit, verdachte na circa 5 jaar, een periode waarbinnen verdachte niet is gerecidiveerd, nog een onvoorwaardelijke of voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:
  • 1 20000 EUR, IBG 18-01-2021,_639617;
  • 1 STK Horloge Rolex met goednummer 639583 en serienummer [serienummer]
  • 7 1 STK Jas (Omschrijving: Moncler);
  • 18 1 STK Schoenen (Omschrijving: Louis Vuitton);
  • 21 1 STK Armband (Omschrijving: Louis Vuitton);
  • 23 1 STK Schoenen (Omschrijving: roze, merk: Louis Vuitton);
  • 24 1 STK Schoenen (Omschrijving: bruin, merk: Louis Vuitton);
  • 25 1 STK Schoenen (Omschrijving: zwart, merk: Louis Vuitton);
  • 26 1 STK Schoenen (Omschrijving: wit, merk: Louis Vuitton);
  • 27 1 STK Schoenen (Omschrijving: wit, merk: Dior);
  • 28 1 STK Oorbel (Omschrijving: GUESS)
  • 29 1 STK Armband (Omschrijving: GUESS)
  • 30 1 STK Jas 350 (Omschrijving: Canada Goose);
Met betrekking tot deze voorwerpen is het onder feit 4 bewezen verklaarde feit begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 6 1 STK Horloge 25 (Omschrijving: Michael Kors);
  • 15 1 STK Jas;
  • 16 1 STK Tas (Omschrijving: Louis Vuitton);
  • 17 1 STK Zonnebril;
  • 22 1 STK Schoenen (Omschrijving: DIOR);
  • 38 1 STK Personenauto, _ [kenteken] (Omschrijving: zwart, merk: Volkswagen).
Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 2 10000 EUR, IBG 18-01-2021,_641778;
  • 3 16000 EUR, IBG 18-01-2021,_641808;
  • 1 STK Horloge Rolex met goednummer 639621 en serienummer [serienummer]
  • 8 1 STK Sieraad (ketting);
  • 9 1 STK Sieraad (ketting);
  • 10 1 STK Ring;
  • 11 1 STK Ring;
  • 12 1 STK Ring;
  • 13 1 STK Armband;
  • 14 1 STK Armband;
  • 19 1 STK Sieraad (ketting);
  • 20 1 STK Oorbel;
  • 31 1 STK Riem;
  • 32 1 STK Sieraad;
  • 33 3 STK Armband (Omschrijving: goud);
  • 34 3 STK Armband (Omschrijving: goud);
  • 35 2 STK Oorbel (Omschrijving: goud);
  • 36 1 STK Ring (Omschrijving: goud);
  • 37 1 STK Ring (Omschrijving: goud);
  • 40 1 STK Personenauto [kenteken] (Omschrijving: PL0900-2018344481-G2787394, zwart, merk: Mercedes-Benz, Met sleutels);
aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.

10.BENADEELDE PARTIJ

[werkgever 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 200.000,00, bestaande uit € 185.000,00 aan misgelopen inkomsten voor de
Toto-formulieren en € 15.000,00 aan misgelopen provisie die de [werkgever 1] zou hebben ontvangen na de verkoop van de Toto-loten. De [werkgever 1] heeft deze materiële schade geleden ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
[werkgever 2] heeft zich ook als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 51.416,06, bestaande uit € 51.370,00 voor de weggenomen rookwaren en
€ 45,98 voor de shopartikelen. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de [werkgever 1] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 15.025,00 en baseert zich daarbij op de waarde van de TOTO formulieren die zijn verduisterd in de periode dat een verborgen camera de verduisteringshandelingen van verachte vastlegde. De vordering dient voor het overige deel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de [werkgever 2] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu op basis van het strafdossier niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld hoeveel pakjes sigaretten door verdachte zijn ontvreemd.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, nu de precieze schade niet kan worden vastgesteld. Behandeling van de vorderingen levert daarmee een onevenredige belasting van het strafgeding op.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
10.3.1
Ten aanzien van de vordering van de [werkgever 1]
De benadeelde partij heeft zich op het standpunt gesteld dat de geleden schade € 200.000,- bedraagt, waarvan € 185.000,00 als de totale waarde van de door verdachte geactiveerde loten en € 15.000,- provisie. Ter onderbouwing wordt verwezen naar de aangifte.
De rechtbank komt tot de conclusie dat een deel van de vordering voor vergoeding in aanmerking komt en zal de vordering daarom gedeeltelijk toewijzen. Het staat wel vast dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de totale waarde van de inzet op deze geactiveerde, maar niet betaalde, kansspelformulieren € 172.141,00 bedraagt. Dat betekent dat de geleden schade die in het kader van dit strafgeding kan worden toegewezen in elk geval lager ligt dan door de benadeelde partij is gevorderd Voorts is het de rechtbank niet duidelijk of en op welke wijze provisie wordt berekend of moet worden verrekend. Het ligt voor de hand dat normaal gesproken het bedrag waarvoor de loten zijn geactiveerd aan de TOTO wordt doorbetaald, en dat [werkgever 1] daartegenover provisie van de TOTO ontvangt. Dat zou betekenen dat het genoemde bedrag aan provisie van het totaal geactiveerde bedrag moet worden afgetrokken, en er dus niet bij moet worden opgeteld. [werkgever 1] heeft hier geen nadere toelichting opgegeven, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat het provisiebedrag moet worden afgetrokken van het bedrag waarvoor de loten zijn geactiveerd.
[werkgever 1] heeft niet aangegeven hoe de provisie precies wordt berekend en hoe het bedrag van € 15.000,00 tot stand is gekomen. Mogelijk is dit een percentage van het genoemde bedrag van € 185.000,00. Nu de [werkgever 1] hier geen inzicht in heeft gegeven, zal de rechtbank het provisiebedrag niet omrekenen naar een bedrag dat in dat geval zou horen bij een waarde van € 172,141,00 maar -in het voordeel van verdachte- uitgaan van het genoemde bedrag van € 15.000,00. Dit betekent dat de rechtbank de schade begroot op een bedrag van € 157.141,00, vermeerderd met de wettelijke rente en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal worden veroordeeld in de proceskosten, tot op heden begroot op nihil. De rechtbank ziet in de omstandigheid dat [werkgever 1] een rechtspersoon is die beschikt over afdoende mogelijkheden en middelen om zelfstandig haar vorderingen te innen aanleiding om de gevorderde schadevergoedingsmaatregel niet op te leggen.
10.3.2
Ten aanzien van de vordering van de [werkgever 2]
Naar het oordeel van de rechtbank levert de behandeling van de vordering van [werkgever 2] levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen voor welk bedrag aan sigaretten verdachte heeft verduisterd. Zij kan daarom ook de schade van de [werkgever 2] niet vaststellen. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57, 63, 321, 322, 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het feit 1, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 20000 EUR;
  • 1 STK Horloge Rolex met goednummer 639583 en serienummer [serienummer]
  • 1 Jas (Omschrijving: Moncler);
  • Schoenen (Omschrijving: Louis Vuitton);
  • Schoenen (Omschrijving: roze, merk: Louis Vuitton);
  • Schoenen (Omschrijving: bruin, merk: Louis Vuitton);
  • Schoenen (Omschrijving: zwart, merk: Louis Vuitton);
  • Schoenen (Omschrijving: wit, merk: Louis Vuitton);
  • Schoenen (Omschrijving: wit, merk: Dior);
  • 1 Jas (Omschrijving: Canada Goose);
  • 1 Armband (Omschrijving: Louis Vuitton);
  • 1 Oorbel (Omschrijving: GUESS)
  • 1 Armband (Omschrijving: GUESS)
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 1 Horloge (Omschrijving: Michael Kors);
  • Schoenen (Omschrijving: DIOR);
  • 1 Personenauto (Omschrijving: zwart, merk: Volkswagen);
  • 1 Tas (Omschrijving: Louis Vuitton);
  • 1 Zonnebril;
  • 1 Jas;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • 10000 EUR;
  • 16000 EUR;
  • 1 STK Horloge Rolex met goednummer 639621 en serienummer [serienummer] Sieraad (ketting);
  • 1 Sieraad (ketting);
  • 1 Ring;
  • 1 Ring;
  • 1 Ring;
  • 1 Armband;
  • 1 Armband;
  • 1 Sieraad (ketting);
  • 1 Oorbel;
  • 1 Riem;
  • 1 Sieraad;
  • 3 STK Armband (Omschrijving: goud);
  • 3 STK Armband (Omschrijving: goud);
  • 2 STK Oorbel (Omschrijving: goud);
  • 1 Ring (Omschrijving: goud);
  • 1 Ring (Omschrijving: goud);
  • 1 Personenauto [kenteken] (Omschrijving: PL0900-2018344481-G2787394, zwart, merk: Mercedes-Benz, Met sleutels);
Benadeelde partijen
  • wijst de vordering van [werkgever 1] toe tot een bedrag van € 157.141,00;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [werkgever 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 november 2018 tot de dag van de algehele voldoening;
  • verklaart [werkgever 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door [werkgever 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart benadeelde partij [werkgever 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en S.E. Garvelink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V.Y. van Almelo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 april 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en
met 8 november 2018, te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer TOTO (spel)formulier(en) (in
totaal 1409 stuks met een waarde van (ongeveer) 172.141 euro), in elk geval enig
goed, die/dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan supermarkt [werkgever 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of aan haar
mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van haar persoonlijke
dienstbetrekking, te weten als kassamedewerkster, in elk geval anders dan door
misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en
met 8 november 2018, te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening één of meer TOTO (spel)formulier(en) (in totaal 1409 stuks met een
waarde van (ongeveer) 172.141 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Supermarkt [werkgever 1] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of haar mededaders, heeft/hebben weggenomen;
3
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en
met 8 juni 2019, te Nieuwegein, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer pakjes sigaretten (in totaal
(ongeveer) 6571 stuks met een waarde van (ongeveer) 51.370,08 euro), in elk geval
enig goed, die/dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [werkgever 2] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of aan haar mededader(s), en
welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking, te
weten als kassamedewerkster, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
4
zij in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 3 maart 2021 te Utrecht
en/of Nieuwegein en/of Bergeijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen een of meer voorwerp(en) en/of
een of meer geldbedrag(en), te weten
- een (personen)auto (Mercedes - Benz A250 met het kenteken [kenteken] ) en/of
- een (contant) geldbedrag van (in totaal) 14.500 euro (ten behoeve van de aankoop
van voornoemde Mercedes) en/of
- een (personen)auto (Volkswagen, type Polo met het kenteken [kenteken] ) en/of
- ( merk)kleding (een of meerdere schoenen (merken Dior/ Louis Vuitton) en/of een
of meerdere jassen (merken Woolrich/ Chelsea Parka/ Moncler/ Canada Goose)
en/of
- drie, althans een of meer horloges (merken Rolex/ Michael Kors) en/of
- sieraden (te weten een of meerdere ringen en/of een of meerdere kettingen en/of
een of meerdere armbanden en/of een of meerdere oorbellen) en/of
- een contant geldbedrag van 20.000 euro (aangetroffen in kluis [kluisnummer] ) en/of
- een contant geldbedrag van 16.000 euro (aangetroffen in kluis [kluisnummer] ) en/of
- een contant geldbedrag van 10.000 euro (aangetroffen in kluis [kluisnummer] ),
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of
heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of van dat/die
(genoemde) voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft/hebben gemaakt
en/of
van dat/die (genoemde) voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) de werkelijke aard
en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing
van dat/die (genoemde) voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) heeft/hebben
verborgen en/of verhuld,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist/wisten, althans redelijkerwijs
moest/moesten vermoeden, dat dat/die (genoemde) voorwerp(en) en/of
geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal dat is gesloten op 7 december 2022, genummerd PL0900-2020232719, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 952. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 30 november 2018, pagina 19 tot en met 22.
3.Een geschrift, inhoudende een interview met verdachte van 8 november 2018, pagina 33 en 34.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 september 2020, pagina 112 en 113.
5.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 11 juni 2019, pagina 174.
6.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 september 2020, pagina 112 en 113.
7.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van [verbalisant 3] , pagina 212 tot en met 218
8.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , pagina 223 en 224
9.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] met bijlagen, pagina’s 257 tot en met 263.
10.Pagina 258.
11.Pagina 259.
12.Pagina 261.
13.Pagina 263.
14.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] met fotobijlage, pagina’s 351 tot en met 367.
15.Pagina 351
16.Pagina 363.