4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1, primair en feit 2
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 2 juni 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op zondag 1 mei 2022 kreeg ik een melding om naar de Oosterranddreef in Lelystad te gaan vanwege een eenzijdig verkeersongeval met letsel. Ik zag een zwartkleurige Fiat Punto, voorzien van kenteken [kenteken] . Ik zag dat de Fiat met de voorzijde tegen een boom aan stond en dat de voorzijde van het voertuig om de boom was gevouwen. Ik hoorde een journalist die op de melding was afgekomen plotseling zeggen dat er bij zijn voeten in het hoge gras twee lachgastanks lagen. Ik zag vervolgens bij de boom waartegen de Fiat was gebotst, twee zwarte en lege ballonnen liggen. Ik zag dat deze vochtig waren, wat duidde op recent gebruik.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 5 mei 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
In de berm zag ik bandensporen. Ik zag dat de bandensporen ongeveer 50 meter vanaf de plaats van de aanrijding begonnen. Ik zag dat de bandensporen vanaf de rijbaan geleidelijk aan de berm in gingen en doorliepen tot aan het betreffende voertuig dat tegen de boom gebotst was. Uit de aanwezige sporen trek ik de conclusie dat het voertuig geleidelijk aan van de weg is gereden en verder geen stuurcorrecties meer heeft gemaakt tot aan de betreffende boom waar het tegenaan is gebotst.
Uit de
verklaring van getuige [slachtoffer 1]van 3 juni 2022 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik zat in de auto samen met [verdachte] en [slachtoffer 2] . [verdachte] was de bestuurder, [slachtoffer 2] zat op de bijrijderstoel en ik zat op de achterbank. We hadden twee lachgasflessen bij ons. Eén daarvan lag voorin. Op een gegeven momoment ben ik op de achterbank in slaap gevallen.
Uit de
verklaring van getuige [slachtoffer 2]van 5 mei 2022 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat hij [de rechtbank begrijpt: verdachte] terwijl hij begon te rijden net weer een nieuwe, gevulde lachgasballon aan zijn mond deed, waarna hij de lachgas inhaleerde. Ik zag dat [verdachte] de ballon vanaf dat moment aan zijn mond bleef houden en bleef inhaleren. Ik zag dat hij zat te 'spacen' van die ballon. Er gaat dan minder zuurstof naar je hersenen. Ik zag ook dat [verdachte] even wegviel tijdens het rijden. Ik had op dat moment ook een zwartkleurige ballon in mijn mond. De ballonnen die we gebruikten waren allemaal zwart van kleur.
Uit een aan het proces-verbaal van verhoor getuige gehechte
brief van het Amsterdam UMCvan 6 mei 2022 volgt, zakelijk weergegeven:
Betreft: [slachtoffer 2] , geb. [2002] .
Uw bovengenoemde patiënt was van 1-5-2022 tot en met 6-5-2022 opgenomen op de afdeling traumachirurgie van het Amsterdam UMC, locatie AMC.
CONCLUSIE/DIAGNOSE/VERRICHTING
Hoog energetisch trauma met daarbij
1. Graad 2 miltruptuur hemodynamisch stabiel;
2. Vocht bij lever, mogelijk occulte leverlaceratie;
3. L1 fractuur type A3;
4. Ribfracturen costa 5-6-7 links anterolateraal;
5. Contusie sternum met daar ook hematoom.
Uit een aan het proces-verbaal van verhoor getuige gehechte
brief van het Amsterdam UMCvan 6 mei 2022 volgt, zakelijk weergegeven:
Betreft: [slachtoffer 1] , geb. [2000] .
Bovengenoemde patiënt was opgenomen op de afdeling Vumc Hlk/tra/pch van 01-05-2022 tot 06-05-2022, wegens meerder letsels door een hoog energetisch trauma:
- Fracturen 5-9 rechts, waarbij 5-7 op twee plekken;
- Multipele contusies in de rechter long respiratoir stabiel.
Uit de
Digitale factsheet “Informatie over lachgas voor professionals”(laatstelijk gewijzigd op 28 november 2022) op de website van het Trimbos-instituutover de werking en effecten van lachgas – voor zover hier van belang – volgt:
Lachgas werkt in de hersenen op de receptoren voor glutamaat. Glutamaat is een neurotransmitter. Via neurotransmitters kunnen zenuwcellen met elkaar communiceren. Zo kunnen onze hersenen goed functioneren. Glutamaat is verantwoordelijk voor de manier waarop informatie verwerkt wordt in de hersenen. Bij lachgasgebruik werkt glutamaat tijdelijk niet zo goed. Door lachgas gaan mensen dingen anders zien of horen. Geluiden lijken langzamer of zijn vervormd. Soms horen mensen een bel of een gonzend geluid. De effecten treden vrijwel meteen op. Lachgas geeft een roes: het lijkt een beetje op dronken zijn. Mensen voelen minder pijn en hun spieren ontspannen. De effecten duren kort. Na 1 tot 5 minuten is lachgas uitgewerkt. Maar de effecten houden langer aan bij gebruik van meerdere ballonnen achter elkaar. Hoe lang precies is nog onbekend.
Uit de
verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 januari 2024volgt, zakelijk weergegeven:
Ik was op 1 mei 2022 de bestuurder van de auto, en ik ben tegen een boom aangereden. [slachtoffer 2] zat naast mij, en [slachtoffer 1] zat op de achterbank. Ik heb voordat ik ben gaan rijden drie lachgasballonnen gebruikt in een tijdsbestek van vijftien minuten. Ik kreeg een black-out na het gebruik van lachgas. Tijdens het rijden ben ik weggevallen. Ik weet dat je een licht gevoel van lachgas in je hoofd krijgt en dat je ervan gaat lachen. Ik weet dat lachgas de rijvaardigheid beïnvloedt. Ik weet dat je na het gebruik van lachgas niet meer de auto moet bestuderen, dat is hetzelfde als bij drank en -drugsgebruik. De lachgasflessen en lege lachgasballonnen die de politie bij de auto heeft gevonden, heb ik uit de auto gegooid.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op beide feiten, maar op één van de feiten.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
Veroorzaken verkeersongeval
Feitelijke toedracht
Vaststaat dat op 1 mei 2022 op de Oostranddreef in Lelystad een eenzijdig verkeersongeval heeft plaatsgevonden. Verdachte was de bestuurder van de auto. Slachtoffer [slachtoffer 2] zat naast verdachte als bijrijder, en slachtoffer [slachtoffer 1] zat of lag op de achterbank. De door verdachte bestuurde auto is frontaal in botsing gekomen tegen een in de berm staande boom, als gevolg waarvan de bijrijder en de persoon op de achterbank letsel hebben opgelopen.
Het staat eveneens vast dat verdachte die avond in de auto is gestapt nadat hij drie ballonnen lachgas heeft gebruikt. De verdediging heeft aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat verdachte ook tijdens het rijden lachgas heeft gebruikt, maar de rechtbank verwerpt dat verweer en overweegt hiertoe als volgt.
Getuige [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte en hij tijdens de autorit een lachgasballon aan hun mond hebben gezet. Getuige [slachtoffer 2] zag verdachte de lachgas inhaleren. Hij zag dat verdachte als gevolg van het lachgasgebruik ging ‘spacen’ en wegviel. De lachgasballonnen die zij gebruikten waren volgens getuige [slachtoffer 2] zwart van kleur. Hoewel de rechtbank met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel is dat met de verklaring van getuige [slachtoffer 2] met enige behoedzaamheid moet worden omgegaan, is deze op dit punt voldoende betrouwbaar nu de verklaring steun vindt in de bevindingen van de politie ter plaatse en overige stukken in het dossier. Verbalisant [verbalisant 1] treft naast het voertuig van verdachte immers twee zwarte, lege ballonnen aan die op dat moment nog vochtig waren. Uit het dossier volgt dat de derde inzittende van het voertuig, slachtoffer [slachtoffer 1] , tijdens de autorit sliep. De rechtbank concludeert op basis van het voorgaande dat de twee ballonnen die ter plaatse zijn aangetroffen, passen bij de verklaring van [slachtoffer 2] en zij gaat er dan ook vanuit dat zij zijn gebruikt door verdachte en getuige [slachtoffer 2] en dat verdachte dus tijdens het besturen van het voertuig lachgas gebruikte. De verklaring van verdachte dat hij alleen voorafgaand aan het rijden lachgas heeft gebruikt wordt bovendien weerlegd door de effecten die lachgas volgens het Trimbos Instituut heeft. In dit verband is van belang dat uit de hiervoor aangehaalde
factsheetvan het Trimbos Instituut blijkt dat de effecten van lachgas vrijwel direct optreden en van korte duur zijn. Lachgas geeft volgens het Trimbos Instituut een roes: het lijkt een beetje op dronken zijn. Na één tot vijf minuten is lachgas uitgewerkt. De rechtbank is van oordeel dat mede hierom de black-out van verdachte tijdens het rijden niet veroorzaakt kan zijn door het eerdere lachgasgebruik voorafgaand aan het rijden. De verklaring van getuige [slachtoffer 2] dat verdachte aan het ‘spacen’ was en ‘wegviel’ past bovendien bij de effecten van lachgas zoals omschreven door het Trimbos Instituut. Nu voorts niet aannemelijk is geworden dat de black-out van verdachte een andere oorzaak heeft gehad, gaat de rechtbank er gelet op al het voorgaande van uit dat verdachte tijdens het rijden lachgas heeft gebruikt en als gevolg daarvan een black-out heeft gekregen. Verdachte is vervolgens de berm in gereden en tegen een boom gebotst.
Juridische kwalificatie
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of dit verkeersongeval te wijten is aan de schuld van verdachte in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW). Voor het antwoord op die vraag moet volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad worden gekeken naar het geheel van gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Of sprake is van schuld als bedoeld in artikel 6 van de WVW kan niet zonder meer worden afgeleid uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer.
Verdachte heeft tijdens het rijden lachgas gebruikt terwijl hij zich bewust was van de effecten van lachgas op de rijvaardigheid. Daarmee heeft verdachte zichzelf opzettelijk in een toestand gebracht waarin hij feitelijk niet meer in staat was de auto te besturen. In dit kader acht de rechtbank van belang dat uit algemeen toegankelijke bronnen - waaronder de hiervoor weergegeven bevindingen van het Trimbos Instituut - blijkt dat de effecten van het gebruik van lachgas, zoals het in een roes raken, vrijwel direct optreden. Hiermee heeft verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank niet gedragen zoals van een normale verkeersdeelnemer mag worden verwacht. Verdachte heeft door zijn handelen onaanvaardbare risico’s op ernstige gevolgen in het leven geroepen, die zich deels ook hebben verwezenlijkt. De rechtbank oordeelt dat het handelen van verdachte blijk heeft gegeven van rijgedrag dat als aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend moet worden beschouwd, zodat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de WVW.
Het verweer van de raadsvrouw dat verdachte een geslaagd beroep toekomt op de schulduitsluitingsgrond ‘afwezigheid van alle schuld’ vindt zijn weerlegging in voornoemde bewijsmiddelen en in de hiervoor uiteengezette overwegingen van de rechtbank. Hieruit volgt dat verdachte zichzelf - door tijdens het rijden lachgas te gebruiken - in een situatie heeft gebracht waarin hij een black-out heeft gekregen, met als gevolg het verkeersongeval. Onder die omstandigheden kan van een geslaagd beroep op ‘afwezigheid van alle schuld’ geen sprake zijn.
Zwaar lichamelijk letsel
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van zwaar lichamelijk letsel, kunnen als algemene gezichtspunten in elk geval worden aangemerkt de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en de aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel.
[slachtoffer 2]
Gelet op de aard van het letsel bij [slachtoffer 2] , namelijk een gescheurde milt, een gebroken rugwervel, meerdere gebroken ribben en een gekneusd borstbeen en de noodzaak van een ziekenhuisopname van meerdere dagen, is de rechtbank van oordeel dat het letsel dient te worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 6 WVW.
[slachtoffer 1]
Gelet op de aard van het letsel bij [slachtoffer 1] , namelijk meerdere gebroken ribben en kneuzingen aan zijn rechterlong, is de rechtbank van oordeel dat het letsel niet kan worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 6 WVW, maar als lichamelijk letsel waaruit tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
Conclusie
De rechtbank acht het onder 1 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 omschreven.