ECLI:NL:RBMNE:2024:2741

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
11027805 \ MV EXPL 24-42 D/51246
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van huurwoning na aantreffen van cocaïne

In deze zaak heeft de stichting De Alliantie, gevestigd te Hilversum, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet op de dagvaarding heeft gereageerd. De kantonrechter heeft op 30 april 2024 uitspraak gedaan in de zaak, waarin de Alliantie vorderde dat de gedaagde de woning aan de [adres] in [plaats 2] zou ontruimen. De Alliantie heeft de huurovereenkomst met de gedaagde ontbonden nadat de politie 214 kilogram cocaïne in de woning had aangetroffen en de burgemeester de woning voor zes maanden had gesloten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de Alliantie een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien het tekort aan sociale huurwoningen en de noodzaak om de woning snel weer te verhuren. De vordering tot ontruiming is toegewezen, en de gedaagde is veroordeeld om de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 944,71, en de wettelijke rente over deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Alliantie het vonnis direct kan laten uitvoeren.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
Vonnis van 30 april 2024
in de zaak met zaaknummer: 11027805 \ MV EXPL 24-42 D/51246 van
de stichting
STICHTING DE ALLIANTIE,
gevestigd te Hilversum,
eiseres, hierna te noemen: De Alliantie,
gemachtigde: mr. D.L. van Praag,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verblijvend te [plaats 1] ,
gedaagde, hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.Het verloop van de zaak

1.1.
De Alliantie heeft [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter. [gedaagde] heeft niet op de dagvaarding gereageerd. De kantonrechter heeft besloten dat de zaak op een zitting verder besproken moet worden.
1.2.
De zaak is bij de kantonrechter besproken op 23 april 2024. Namens De Alliantie was mr. Van Praag aanwezig. [gedaagde] is niet naar de zitting gekomen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
De Alliantie vindt dat [gedaagde] de woning aan de [adres] in [plaats 2] moet ontruimen. Volgens De Alliantie heeft zij de huurovereenkomst met [gedaagde] voor die woning ontbonden. Dat heeft zij gedaan nadat de politie onder andere 214 kilogram cocaïne in de woning heeft aangetroffen en de burgemeester de woning voor zes maanden heeft gesloten. De Alliantie krijgt van de kantonrechter gelijk. [gedaagde] moet de woning ontruimen.

3.De beoordeling

Verstek tegen [gedaagde]
3.1.
Bij de dagvaarding zijn de termijnen en formaliteiten uit de wet in acht genomen. De kantonrechter zal tegen [gedaagde] verstek verlenen. Dat betekent dat het kort geding buiten de aanwezigheid van [gedaagde] behandeld kan worden.
Spoedeisend belang
3.2.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding is een spoedeisend belang vereist. Van een spoedeisend belang is sprake als, gelet op de belangen van partijen, een onverwijlde voorziening noodzakelijk is en de afloop van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Volgens De Alliantie gaat het in dit geval om een sociale huurwoning, waaraan een groot tekort is. De Alliantie wil de woning na de ontruiming zo snel mogelijk weer verhuren aan een nieuwe kandidaat. Tijdens de zitting heeft mr. Van Praag daar nog aan toegevoegd dat De Alliantie na de ontruiming bij de gemeente een verzoek zal indienen om de sluiting van de woning op te heffen, zodat de woning ook daadwerkelijk weer verhuurd kan worden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft De Alliantie een spoedeisend belang bij de gevorderde ontruiming. Van haar kan niet worden verlangd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht om duidelijkheid te krijgen over de beschikbaarheid van de woning.
[gedaagde] moet de woning ontruimen
3.3.
De vordering tot ontruiming komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal daarom worden toegewezen.
Proceskosten
3.4.
[gedaagde] heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van De Alliantie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,71
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
(tarief € 543,-)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening)
Totaal
944,71
3.5.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.6.
Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat De Alliantie het vonnis direct kan (laten) uitvoeren, als [gedaagde] niet aan het vonnis (waaronder de veroordeling tot ontruiming) voldoet. [gedaagde] kan dus niet wachten met voldoen aan het vonnis in de periode dat tegen het vonnis nog verzet of hoger beroep mogelijk is of als hij verzet of hoger beroep heeft ingesteld en hier nog niet op is beslist. Het uitgangspunt is dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de belangen van [gedaagde] om de uitkomst van een eventueel verzet of hoger beroep af te wachten zwaarder wegen dan de belangen van De Alliantie om direct over te kunnen gaan tot uitvoering van het vonnis. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval de belangen van De Alliantie zwaarder wegen dan de belangen van [gedaagde] . Daarbij weegt de kantonrechter mee dat De Alliantie de woning zo snel mogelijk moet kunnen verhuren aan een nieuwe kandidaat (zie ook onder 3.2). Het vonnis zal volgens het uitgangspunt uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

4.De beslissing

De kantonrechter, recht doende in kort geding:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [adres] in [plaats 2] , met aan- en toebehoren en met inbegrip van de bij de woning behorende tuin en berging, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen en zaken, voor zover die aan hem toebehoren en niet aan De Alliantie, en om de woning met aan- en toebehoren met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van De Alliantie te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd conform het in artikel 555 e.v. en artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 944,71 en de kosten van betekening van dit vonnis, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe door De Alliantie;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek over de onder 4.2 genoemde kosten als [gedaagde] die kosten niet binnen veertien dagen na aanschrijving door De Alliantie heeft betaald;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2024.