In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 25 januari 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 3 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres had verweerder op 25 januari 2023 in gebreke gesteld, maar het beroep werd pas op 16 oktober 2023 ingediend, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en dit moet in principe binnen twee weken na verzending van de uitspraak. In bijzondere gevallen kan de bestuursrechter een andere termijn bepalen. De rechtbank heeft de termijnen die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vastgesteld overgenomen. Dit houdt in dat verweerder binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging moet doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze of na het verstrijken van de termijn van zes weken een besluit moet nemen over de compensatie.
Daarnaast is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.