Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de wijziging van eis van [eiseres] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die op 30 april 2024 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde de eiseres, een B.V., betaling van een huurachterstand en ontruiming van een woning door de gedaagden. De gedaagden, die sinds 1 april 2021 een woning huurden voor € 1.400,00 per maand, hadden vanaf oktober 2023 een huurachterstand opgebouwd van € 9.800,00. De kantonrechter verleende verstek aan gedaagde sub 1, die niet op de mondelinge behandeling was verschenen, en oordeelde dat de vordering van de eiseres toewijsbaar was. De kantonrechter stelde vast dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de aanzienlijke huurachterstand die steeds verder opliep. De eiseres wijzigde haar eis tijdens de mondelinge behandeling, waarbij zij alleen de ontruiming van gedaagde sub 2 vorderde, aangezien gedaagde sub 1 al uit de woning was vertrokken. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van meer dan drie maanden de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming rechtvaardigde. Gedaagde sub 2 werd veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen en de achterstallige huur te betalen. Tevens werden de proceskosten aan de gedaagden opgelegd. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.