Op 8 januari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in een kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van gekraakte woningen. De eisende partij, Stichting Bo-Ex '91, is eigenaar van de woningen op de adressen [adres 1], [adres 2], [adres 3] en [adres] in [woonplaats]. Deze woningen zijn in de loop van 2022 en 2023 leeggekomen, maar konden niet onmiddellijk worden verhuurd vanwege ernstige technische gebreken. Bo-Ex heeft plannen voor grootschalige onderhouds- en renovatiewerkzaamheden aan de woningen, die eind 2024 moeten beginnen. Om deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren, heeft Bo-Ex de krakers verzocht de woningen te verlaten, maar dit verzoek is genegeerd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 december 2023 zijn de krakers van de woningen niet verschenen, met uitzondering van [gedaagde sub 3], die wel aanwezig was maar geen rechtmatig verblijf kon aantonen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Bo-Ex voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De rechter heeft geoordeeld dat de krakers zonder recht of titel in de woningen verblijven, wat een inbreuk vormt op het eigendomsrecht van Bo-Ex. De vordering tot ontruiming is dan ook toegewezen.
De voorzieningenrechter heeft de krakers van de woningen op de adressen [adres 1], [adres 2] en [adres 3] veroordeeld om binnen 48 uur na betekening van het vonnis de woningen te ontruimen. Tevens zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een deel van de proceskosten aan Bo-Ex. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Bo-Ex direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming.