Medeverdachte [medeveroordeelde] heeft bij de politie – voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
O: Wij zien dat er op 31-10-2017 een bedrag van € 1 .728,20 werd afgeschreven van de rekening van cliënt [benadeelde 3] ten gunste van [onderneming] B.V.
V; Waar was dit bedrag voor?
A: Dat zullen de kosten voor bewindvoering zijn.
V: Wie heeft dit bedrag geïncasseerd?
A: Door mij neem ik aan, maar ik ben daar niet zeker van.
O: Wij zien dat de vaste vergoeding voor de diensten van [onderneming] € 172,82 in die tijd bedroeg.
O: Wij zien dat deze transactie de omschrijving 20172356 heeft meegekregen. Wij hebben gezocht op factuurnummer 20172356 in de administratie zoals wij deze van de Rechtbank Zutphen, aangaande [onderneming] , hebben verkregen.
Wij troffen deze factuur aan en zien dat deze gericht is aan dhr. [benadeelde 3] . Deze tonen wij u.
De omschrijving luidt; "November 2017" en het totale factuurbedrag betreft € 172,82.
V: Hoe zit dit?
A: Naar ik aanneem is dat een typefout van mij geweest.
V: Deze fout is niet gecorrigeerd in de boekhouding waarom niet?
A: Weet ik niet.
O: Wij zien dat er op 26-10-2017 een bedrag van € 1.440,30 werd afgeschreven van de rekening van cliënt [benadeelde 1] ten gunste van [onderneming] B.V.
V: Waar was dit bedrag voor?
A: Hier antwoord ik hetzelfde op, dat zal voor de kosten bewindvoering zijn geweest.
V: Wie heeft dit bedrag geïncasseerd?
A: Ik, denk ik, maar ik weet het niet.
O: Wij zien dat de vaste vergoeding voor de diensten van [onderneming] € 144,03 in die tijd bedroeg.
V: Hoe zit dit?
A: Ik weet dat gewoon niet meer.
O: Wij zien dat deze transactie de omschrijving 20172293 heeft meegekregen. Wij hebben gezocht op factuurnummer 20172293 in de administratie zoals wij deze van de Rechtbank Zutphen, aangaande [onderneming] , hebben verkregen. Wij troffen deze factuur aan en zien dat deze gericht is aan mw. [benadeelde 1] . Deze tonen wij u De omschrijving luidt: "November 2017" en het totale factuurbedrag betreft € 144,03.
V: Hoe zit dit?
A: Ik weet dat niet meer, ik val in herhaling maar dat is gewoon zo.
V: Deze fout is niet gecorrigeerd, waarom niet?
A: Klaarblijkelijk is er structureel iets fout gegaan bij de facturering, dat snap
ik ook. Ik herken de (kopieën) van de facturen van [onderneming] die u mij laat zien wel.
Het lijkt structureel. Daar kunnen we het over eens zijn. Ik deed de financiën. Die handelingen zijn niet goed geweest.