ECLI:NL:RBMNE:2024:2644

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 maart 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
C/16/556496
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verbetering van de geboorteakte van een minderjarige in het kader van erkenning en nationaliteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van de Officier van Justitie (OVJ) tot verbetering van de geboorteakte van een minderjarige, die door de vader is erkend. De zaak betreft de juridische status van de erkenning en de vraag of de minderjarige de geslachtsnaam van de vader kan blijven dragen en de Nederlandse nationaliteit kan behouden. De rechtbank heeft eerder op 28 september 2023 een beschikking gegeven waarin mr. Moene werd benoemd tot bijzondere curator om de juridische mogelijkheden te onderzoeken. De OVJ verzocht om de geboorteakte te verbeteren, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsgeldig huwelijk tussen de ouders was op het moment van de geboorte van de minderjarige, waardoor de erkenning door de vader in stand blijft. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de moeder over het huwelijk in Somalië niet voldeed aan de vereisten voor erkenning in Nederland, omdat er geen huwelijksverklaring was en niet aan de leeftijdseisen was voldaan. De rechtbank heeft het verzoek van de OVJ tot verbetering van de geboorteakte afgewezen en daarmee ook het verzoek van de ouders om de geslachtsnaam en voornamen van de minderjarige te wijzigen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/556496 / FO RK 23-569
Verbetering geboorteakte
Beschikking van 29 maart 2024
in de zaak van
DE OFFICIER VAN JUSTITIE,
hierna te noemen: de OVJ,
ten aanzien van het kind
[minderjarige],
hierna te noemen: [voornaam van minderjarige] ,
met als belanghebbenden
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
van de gemeente [gemeente 1] ,
hierna te noemen: de ABS,
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] , gemeente [gemeente 2] ,
en
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
met een onbekende woon- of verblijfplaats,
hierna samen te noemen: de ouders,
advocaat mr. C. Suurmeijer-Wawoe.
en
mr. drs. K. Moene,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
in de hoedanigheid van bijzondere curator over de minderjarige [voornaam van minderjarige] .

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft op 28 september 2023 een beschikking afgegeven in de onderhavige procedure waarbij de beslissing op het verzoek van de OVJ aangehouden en mr. Moene benoemd tot bijzondere curator over [voornaam van minderjarige] en waarbij de rechtbank de bijzonder curator heeft verzocht te onderzoeken welke juridische mogelijkheden kunnen worden aangewend zodat [voornaam van minderjarige] de geslachtsnaam van de vader kan blijven dragen en de Nederlandse nationaliteit behoudt. Voor het verloop van de procedure tot aan die datum verwijst de rechtbank naar deze eerdere beschikking.
1.2.
Daarna heeft de rechtbank de volgende stukken ontvangen:
  • het F-formulier van de bijzondere curator van 20 november 2023;
  • het verslag van de bijzondere curator van 20 november 2023;
  • het bericht van de ABS van 30 november 2023;
  • de brief van de advocaat van de ouders van 16 januari 2024.

2.Waar de procedure over gaat

De feiten

2.1.
[minderjarige]is geboren op [2012] in [geboorteplaats 1] . Van de geboorte van [voornaam van minderjarige] is op [2012] een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer] . Deze akte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente [gemeente 1] van het jaar 2012.
2.2.
In de geboorteakte van [voornaam van minderjarige] staan (onder meer) de volgende persoonsgegevens van de vader:
Geslachtsnaam : -
Voornamen : -
Plaats van geboorte : -
Dag van geboorte : -
2.3.
De vader heeft [voornaam van minderjarige] vervolgens op [2013] erkend, waarbij de volgende persoonsgegevens van de erkenner in de latere vermelding betreffende erkenning zijn vermeld:
Geslachtsnaam : [geslachtsnaam van de vader]
Voornamen : [voornaam 1 van de vader] [voornaam 2 van de vader]
Plaats van geboorte : [geboorteplaats 2] , Somalia
Dag van geboorte : [1975]
2.4.
Op 25 maart 2022 heeft de moeder bij het college van burgemeester en wethouders een verklaring onder ede of belofte afgelegd waarin zij heeft verklaard dat zij in 2001 in [plaats] , Somalië, is gehuwd met de heer [de vader] , geboren op [1975] in [geboorteplaats 2] .
De verzoeken van de OVJ
2.5.
De OVJ heeft gevraagd om de geboorteakte van [voornaam van minderjarige] te verbeteren en de persoonsgegevens van [voornaam van minderjarige] en de vader als volgt te wijzigen:
KIND
Geslachtsnaam ambtshalve verbeterd in : [voornaam van minderjarige] [voornaam 1 van de vader] [voornaam 2 van de vader]
Voornamen ambtshalve verbeterd in : -
OUDERS
Geslachtsnaam vader ambtshalve verbeterd in : [voornaam 1 van de vader] [voornaam 2 van de vader] [geslachtsnaam van de vader]
GEBOORTEGEGEVENS OUDERS
Plaats van geboorte vader ambtshalve verbeterd in : [geboorteplaats 2] , Somalië
Dag van geboorte vader ambtshalve verbeterd in : [1975]
2.6.
Daarnaast verzoekt de OVJ doorhaling van de latere vermelding betreffende erkenning (vervolgblad 1) bij de akte van geboorte van [voornaam van minderjarige] .
Verzoek van de ouders
2.7.
Zij verzoeken de rechtbank om conform de conclusie van de bijzonder curator te beslissen. Daarnaast verzoeken zij een verklaring voor recht dat de ouders niet met elkaar gehuwd zijn dan wel zijn geweest, met uitvoerbaar verklaring bij voorraad.
In het geval de rechtbank van oordeel is dat ten tijde van de geboorte van [voornaam van minderjarige] sprake was van een rechtsgeldig huwelijk tussen de ouders en er dus sprake is van een nietige erkenning – verzocht de geboorteakte van [voornaam van minderjarige] te verbeteren met vermelding van de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam van de vader] ’ en wijziging van de voornamen naar ‘ [voornaam van minderjarige] [voornaam 1 van de vader] [voornaam 2 van de vader] ’.

3.De beoordeling

3.1.
De zaak draagt een internationaal karakter. Daarom moet eerst worden onderzocht of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Uit de overgelegde stukken blijkt dat partijen Nederlander zijn en hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, om die reden acht de rechtbank zich bevoegd.
Verklaring voor recht
3.2.
Het verzoek van de ouders om voor recht te verklaren dat zij niet met elkaar gehuwd zijn, dan wel zijn geweest, leest de rechtbank als een verzoek gebaseerd op artikel 1:26 BW. Zij wijst dit verzoek af omdat de wettelijke grondslag ontbreekt. Er is geen sprake van een huwelijksakte of een verklaring van een buitenlandse autoriteit, waarvan de rechtbank kan verklaren dat deze vatbaar is voor inschrijving in een register.
Verbetering van de geboorteakte
3.3.
De rechtbank zal het verzoek van de OVJ tot verbetering van de geboorteakte afwijzen. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
3.3.
Volgens de OVJ kan uit de verklaring van de moeder onder ede, afgelegd op 25 maart 2022 bij de ABS, worden afgeleid dat partijen in 2001 in [plaats] , Somalië zijn getrouwd. Door deze verklaring is gebleken dat de erkenning van [voornaam van minderjarige] door de vader op [2013] nietig is en de geboorteakte om die reden moet worden verbeterd. Voordat de rechtbank toekomt aan het bespreken van het verzoek tot verbetering van de geboorteakte, zal zij moeten beoordelen of het tussen partijen gesloten huwelijk als rechtsgeldig in Nederland kan worden erkend.
3.4.
Ingevolge artikel 10:31 lid 1 BW wordt een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden, als zodanig erkend. Ingevolge artikel 10:31 lid 4 BW wordt een huwelijk vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. Partijen beschikken echter niet over een huwelijksverklaring afgegeven door een bevoegde autoriteit, zodat tot zover geen sprake is van een huwelijk dat vermoed kan worden rechtsgeldig te zijn. De rechtbank moet vervolgens toetsen of er sprake is van een huwelijk dat in het betreffende land buiten Nederland is gesloten dat aldaar wordt beoordeeld als een rechtsgeldig tot stand gekomen huwelijk.
3.5.
Nu de moeder op 25 maart 2022 bij het college van burgemeester en wethouders een verklaring onder ede of belofte heeft afgelegd waarin zij verklaart in 2001 in [plaats] , Somalië, gehuwd te zijn met de heer [de vader] , moet naar Somalisch recht worden beoordeeld of dit huwelijk aan de gestelde vereisten voldoet.
3.6.
Uit de landeninformatie die via VIND Burgerzaken over Somalië wordt verstrekt, blijkt dat in Somalië na het bereiken van de achttienjarige leeftijd een huwelijk kan worden gesloten. Een meisje dat de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt maar nog geen achttien jaar oud is, kan met toestemming van een (huwelijks)voogd een huwelijk aangaan. De rechtbank kan zowel voor de man als voor de vrouw een uitzondering maken op dit leeftijdsvereiste. In de praktijk worden in Somalië ook huwelijken op jongere leeftijd gesloten.
Verder blijkt uit de landeninformatie dat een huwelijk niet wettig is als beide echtgenoten nog niet meerderjarig zijn of één van hen dat nog niet is.
3.7.
De rechtbank constateert dat in het geval van de moeder niet aan het leeftijdsvereiste is voldaan omdat zij, geboren op [1986] , in 2001 15 jaar oud was. Volgens de landeninformatie gelden bij het beantwoorden van de vraag of een huwelijk waarbij een minderjarige is betrokken, aanvullende voorwaarden. Een van die voorwaarden is dat een minderjarige kan huwen wanneer een (huwelijks)voogd daartoe toestemming geeft. Het moet dan gaan om meisjes die de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt maar nog niet die van achttien. Deze voorwaarde is niet van toepassing, vanwege de leeftijd van de moeder destijds. Uit de landeninformatie blijkt voorts dat de rechtbank een uitzondering kan maken op het leeftijdsvereiste. De bijzonder curator heeft laten weten dat zij dat niet heeft kunnen vaststellen en de rechtbank kan dat ook niet.
3.8.
De ABS stelt zich op het standpunt dat voor de beoordeling of er sprake is van een huwelijk dat voor erkenning in Nederland in aanmerking komt, beoordeeld moet worden niet alleen naar de voorwaarden die daaraan in Somalië worden gesteld maar ook naar wat daar gebruikelijk is. In Somalië is het gebruikelijk om traditionele huwelijken (thuis) te sluiten, waarbij vaak geen huwelijksbewijs in de vorm van een contract of akte wordt afgegeven. Als er al een Somalische huwelijksverklaring zou zijn, is het niet de eerste prioriteit om deze tijdens de vlucht mee te nemen. Vanwege het ontbreken van een betrouwbaar registratiesysteem zijn velen in Somalië niet in het bezit van een dergelijk document, aldus de ABS. De ABS haalt een algemeen ambtsbericht Somalië 2021 aan waarin staat dat Somalische autoriteiten de puberteit zien als criterium om te bepalen wanneer een persoon als volwassen wordt beschouwd. In de visie van de ABS zorgt het leeftijdsvereiste er in deze situatie niet voor dat het huwelijk niet rechtsgeldig is, maar gebrekkig. Aangezien er een verklaring onder ede is afgelegd dat de moeder en de vader in Somalië een huwelijk hebben gesloten, kan hieruit worden afgeleid worden dat daarvan ook inderdaad sprake is.
3.9.
De rechtbank is van oordeel dat het er – bij de toetsing van de rechtsgeldigheid van een huwelijk – niet om gaat wat er in een bepaald land niet ongebruikelijk is, maar of in het land waar het huwelijk is gesloten dat huwelijk als rechtsgeldig wordt beoordeeld. Uit de landeninformatie komt als uitgangspunt naar voren dat een huwelijk in Somalië niet aan de vereisten voldoet als de echtgenoten niet meerderjarig zijn of als één van hen dat nog niet is. Uit de omstandigheid dat het in Somalië gebruikelijk is dat meisjes vanaf de puberteit huwen betekent, gelet op de regelgeving in Somalië zoals weergegeven in 3.6 en 3.7, niet dat een dergelijk huwelijk ook rechtsgeldig is.
3.10.
De rechtbank komt tot de conclusie dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een rechtsgeldig huwelijk naar Somalisch recht aangezien er geen huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. Ook kan niet worden vastgesteld of er sprake is van een huwelijk naar traditioneel Somalisch recht omdat niet voldaan is aan het leeftijdsvereiste en voor het overige informatie ontbreekt om hier aan voorbij te kunnen gaan. De verklaring die de moeder onder ede bij de ABS heeft afgelegd, maakt dit niet anders omdat daaruit geen nadere gegevens over de totstandkoming van het huwelijk kunnen worden opgemaakt, bijvoorbeeld over de betrokkenheid van een rechtbank of een (huwelijks)voogd.
3.2.
Nu er geen sprake is van een naar Somalisch recht rechtsgeldig gesloten huwelijk, moet ervan worden uitgegaan dat de vader en de moeder ten tijde van de geboorte van [voornaam van minderjarige] niet gehuwd waren. Om deze reden dient de erkenning van [voornaam van minderjarige] door de vader in stand te blijven. De rechtbank zal het verzoek van de OVJ tot verbetering van de geboorteakte dan ook afwijzen.
De geslachtsnaam
3.3.
Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat geen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, komt de rechtbank niet toe aan het verzoek van de ouders tot verbetering van de geboorteakte ten aanzien van de geslachtsnaam en wijziging van de voornamen van [voornaam van minderjarige] .

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijst het verzoek van de OVJ af.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.C. Oostendorp, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. M.N. Cheuk A Lam, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2024.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.