In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 24 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 2 mei 2023 bezwaar gemaakt en op 19 maart 2024 diende de verweerder een verweerschrift in. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken, met een uiterlijke datum van 11 juni 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.