In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 24 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 20 januari 2023 bezwaar gemaakt en op 26 februari 2024 beroep ingesteld, omdat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 10 juni 2024. Tevens werd bepaald dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Belastingdienst aan eiseres worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.