ECLI:NL:RBMNE:2024:2569
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 23 april 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag behandeld. Eiseres, afkomstig uit de Bondsrepubliek Duitsland, heeft het griffierecht van € 51,- niet tijdig betaald, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van haar beroep. De rechtbank heeft eiseres op 17 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief is op 20 februari 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet op tijd ontvangen door de rechtbank. Eiseres heeft geen geldige reden opgegeven voor de late betaling.
De rechtbank overweegt dat, volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het griffierecht tijdig moet worden betaald om inhoudelijke behandeling van het beroep mogelijk te maken. Aangezien eiseres het griffierecht wel heeft betaald, maar te laat, zal dit bedrag aan haar worden terugbetaald. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb, en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending.