In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 8 juli 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 4 oktober 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft de Belastingdienst op 11 mei 2023 in gebreke gesteld en heeft pas op 7 september 2023 beroep ingesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin nieuwe beslistermijnen zijn vastgesteld voor dit soort zaken.
De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de Belastingdienst de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de Belastingdienst de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75. Ook moet het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Blok en is openbaar uitgesproken op 26 april 2024.