In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op haar aanvraag. Eiseres diende haar aanvraag in op 17 april 2023, maar verweerder heeft niet binnen de wettelijke termijn van acht weken beslist, die op 12 juni 2023 verstreek. Eiseres heeft verweerder op 24 augustus 2023 in gebreke gesteld, maar ook daarna bleef een beslissing uit. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in gebreke is gebleven en dat eiseres recht heeft op een dwangsom. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. Eiseres heeft geen proceskosten gemaakt die vergoed moeten worden, maar verweerder moet wel het griffierecht terugbetalen aan eiseres.