ECLI:NL:RBMNE:2024:2483
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van het besluit en de gronden van het beroep
Op 16 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/1689. Eiser heeft op 15 maart 2023 beroep ingesteld tegen een besluit, maar heeft verzuimd om het besluit en de gronden van het beroep in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft eiser op 26 april 2023 en opnieuw op 15 augustus 2023 een brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit en de gronden van het beroep in te dienen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze verzoeken. Gezien het ontbreken van de noodzakelijke documenten, heeft de rechtbank besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat eiser geen gelijk krijgt en dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.