ECLI:NL:RBMNE:2024:2482

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
16/153475-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en Dwang met Telefoonabonnementen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van verkrachting en dwang. De verdachte, geboren in 2004, werd samen met medeverdachten beschuldigd van het dwingen van een aangeefster om telefoonabonnementen af te sluiten op haar naam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten de aangeefster op 19 juni 2023 hebben opgehaald en naar een onbekende woning in St. Willebrord hebben gebracht, waar zij haar meermaals seksueel hebben misbruikt. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als consistent en betrouwbaar beoordeeld, ondanks enkele tegenstrijdigheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van dwang, aangezien de aangeefster herhaaldelijk had aangegeven dat zij niet wilde dat de seksuele handelingen plaatsvonden. De verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Tevens is er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 2.000 aan de aangeefster. De rechtbank heeft het jeugdstrafrecht toegepast, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op dat moment 19 jaar oud was en een kwetsbare achtergrond had.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/153475-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 23 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2004 in [geboorteplaats] (Colombia),
wonende aan de [adres 1] [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 oktober 2023 en 26 maart 2024. De zaak is op de laatstgenoemde datum inhoudelijk behandeld. Het onderzoek ter terechtzitting is op 9 april 2024, met instemming van de officier van justitie en de raadsvrouw, enkelvoudig gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan, van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M. Veldman, advocaat te Utrecht, alsmede de advocaat van aangeefster [slachtoffer] , mr. L. Noordanus, advocaat te Lelystad, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1, primair:
zich in de periode van 19 juni tot en met 20 juni 2023 te [plaats 2] en/of Utrecht en/of Kampen en/of St. Willebrord samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, door [slachtoffer] te dwingen en/of te bewegen (een) telefoonabonnement(en) op haar naam af te sluiten;
feit 1, subsidiair:in de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te [plaats 2] en/of Utrecht en/of Kampen en/of Breda samen met (een) ander(en) [slachtoffer] heeft gedwongen iets te doen, te weten het afsluiten van (een) telefoonabonnement(en) op haar naam;
feit 2:in de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te St. Willebord samen met (een) ander(en) [slachtoffer] heeft verkracht.
3 VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Ten aanzien van het onder feit 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] (hierna: aangeefster) betrouwbaar is, aangezien zij consistent en gedetailleerd heeft verklaard. Daarbij komt dat aangeefster ook (eventuele) ontlastende omstandigheden heeft benoemd. De verklaring van aangeefster wordt door ander (objectief) bewijsmateriaal ondersteund en er zijn onvoldoende contra-indicaties die haar verklaring onbetrouwbaar maken.
Aangezien de verdachten allen op de hoogte waren van de bedoeling van de afspraak met aangeefster en er tijdens de seksuele handelingen met aangeefster bij elkaar is meegekeken en is gefilmd, is volgens de officier van justitie sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten.
Omdat de officier van justitie de verklaring van aangeefster betrouwbaar acht, is haar verklaring ook bruikbaar als bewijs voor het onder feit 1 primair ten laste gelegde feit. Met het nodige steunbewijs is het volgens de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn medeverdachten aangeefster door misleiding hebben bewogen tot het verrichten van een dienst, te weten het afsluiten van telefoonabonnementen op haar naam. Aangezien er meerdere vormen van misbruik zijn geweest, zowel in seksuele als financiële zin, is sprake van mensenhandel.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal vrijgesproken dient te worden van de ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het onder feit 2 aan verdachte ten laste gelegde ontbreekt ieder wettig en overtuigend bewijs. De verklaring van aangeefster is onvoldoende consistent en leugenachtig, en derhalve onbetrouwbaar. Daarnaast wordt haar verklaring niet ondersteund door (objectief) steunbewijs. De raadsvrouw bepleit als volgt. Het gedrag van aangeefster tijdens de audio(visuele) verhoren strookt niet met de ernst van de ten laste gelegde feiten. Daarnaast lijkt aangeefster continue de afweging te maken of zij valse aangifte doet en kan plotseling niet meer verklaren of reageert hysterisch, als zij wordt geconfronteerd met tegenstrijdigheden. Het is opmerkelijk dat er tijdens het lichamelijk onderzoek van aangeefster geen enkel letsel is vastgesteld en in de vagina en anus van aangeefster geen DNA van verdachte is aangetroffen. Daarnaast is de door aangeefster beschreven dwang vanuit verdachte, niet te zien op de aangetroffen video van verdachte en aangeefster onder de douche.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de voor verkrachting vereiste dwang niet kan worden bewezen. Uit de verklaring van aangeefster komt onvoldoende naar voren dat zij zich naar redelijke verwachting niet aan de seksuele handelingen heeft kunnen onttrekken dan wel dat zij zich hier niet tegen heeft kunnen verzetten. In plaats van hulp in te schakelen en/of de woning of auto te verlaten, is zij voortdurend bij de verdachten gebleven.
Ten aanzien van het onder feit 1 primair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw bepleit dat geen sprake is van uitbuiting, nu de verdachten samen met aangeefster hebben besloten telefoonabonnementen af te sluiten en de opbrengst tussen hen zou worden verdeeld.
Er is dan ook geen sprake van het vereiste bestanddeel van dwang. Dit geldt ook voor het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde feit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1, primair
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 primair ten laste gelegde mensenhandel. De rechtbank overweegt als volgt.
Het verwijt dat verdachte wordt gemaakt is dat hij zich samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, door aangeefster te dwingen en/of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (artikel 273f lid 1 ahf/sub 4° van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), te weten het afsluiten van (een) telefoonabonnement(en) op haar naam. Uit de rechtspraak volgt dat een gedraging als het afsluiten van een telefoonabonnement niet zonder meer is aan te merken als
een arbeid of diensttot het verrichten waarvan iemand wordt gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen.
Op grond van rechtspraak van de Hoge Raad moet worden aangenomen dat de in het vierde onderdeel van artikel 273f, eerste lid Sr omschreven gedragingen alleen strafbaar zijn als zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van uitbuiting komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald.
Met inachtneming van het bovengenoemde toetsingskader komt de rechtbank tot de conclusie dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte, tezamen met anderen, aangeefster heeft uitgebuit. De rechtbank heeft hierbij gelet op de aard en de korte duur van de diensten. De diensten van aangeefster zijn beperkt gebleven tot het afsluiten dan wel het pogen daartoe van slechts drie telefoonabonnementen binnen een tijdsbestek van een paar uur, terwijl de beperkingen in de vrijheid van aangeefster gering waren. Ook het economisch voordeel dat hiermee door de verdachten zou worden behaald is beperkt.
De rechtbank is aldus van oordeel dat geen sprake is geweest van uitbuiting in de zin van artikel 273f Sr, zodat geen sprake is van mensenhandel. De rechtbank spreekt verdachte hiervan vrij.
Bewijsmiddelen
T.a.v. feit 1, subsidiair en feit 2: [1]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende:Ik mailde aangeefster een drietal foto's van de verdachten:
- foto 1 betrof een foto van [medeverdachte 1] . Ik hoorde haar zeggen dat zij deze persoon kende als ' [bijnaam 1] ';
- foto 2 betrof een foto van verdachte [medeverdachte 2] . Ik hoorde haar zeggen dat zij deze persoon kende als ' [bijnaam 2] ';
- foto 3 betrof een foto van verdachte [verdachte] . Ik hoorde haar zeggen dat zij deze persoon kende als ' [bijnaam 3] '. [2]
Aangeefster [slachtoffer] heeft onder meer het volgende - zakelijk weergegeven - verklaard:
Ik doe aangifte van verkrachting. Dit is gebeurd in de nacht van 19 op 20 juni 2023. Voor wat betreft de inhoud van mijn aangifte verwijs ik naar het proces-verbaal van bevindingen, nummer PL0900-2023184455-9. [3]
In het proces-verbaal van bevindingen vanverbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] staat onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende:
PL0900-2023184455-9 [4]
A: [bijnaam 1] zei: "Kom op het bed". Toen zei hij dat ik mijn kleren uit moest doen. Eerst mijn bh en toen mijn broekje. Toen hield ik mijn onderbroek aan, maar toen zei hij dat die ook uit moest. Toen zei hij dat ik hem moest pijpen. Toen duwde hij mij naar achter. Toen duwde hij ook mijn hoofd mee. Toen ging hij met zij mond bij mij beneden. Toen ging hij met zijn vingers daarbinnen en heen en weer. Toen moest ik hem weer pijpen en aftrekken en toen gebeurde dat wat hij daarvoor deed dus weer. Toen vroeg hij of hij 1 keer naar binnen mocht en weer naar buiten. En toen zei ik nee. Toen zei dat ik maagd wilde blijven. Ik heb toen vaak nee gezegd en toen deed hij het gewoon. Maar niet 1 keer. Toen trok hij me naar de voorkant van het bed en toen deed hij mijn benen wijd en hij beveelde me hoe ik moest gaan liggen in 4 of 5 verschillende posities. [5] Toen moest ik op mijn knieën gaan zitten en toen draaide hij mij om. Hij pakte mij bij mijn schouder en mijn heup en toen ging hij daar ineens naar binnen. En dat was zonder aankondiging of vraag. En toen wisselde dat de hele tijd. Van voor en van achter. Toen moest ik hem nog een keer pijpen en toen liep hij naar de kamer toe naar [verdachte] en [bijnaam 2] . Toen kwam [bijnaam 2] kijken. Hij bleef 2 minuten kijken en was aan het lachen. Toen ik [bijnaam 1] moest pijpen ging hij filmen en dat had ik op een gegeven moment door, want het was met een flits. Ondertussen dat [bijnaam 1] naar binnen ging moest ik huilen.
Toen ging [bijnaam 1] weg en toen kwam even later [bijnaam 2] binnen. Maar dat had ik eerst niet door. Toen ik mijn ogen open deed zag ik dat [bijnaam 2] bovenop mij zat en toen ging hij ook bij mij naar binnen.
Toen kwam [verdachte] . Hij pakte mijn arm en toen trok hij mij mee. Toen deed hij de douche aan en toen moest ik mijn onderbroek weer uitdoen en toen duwde hij mij in de rechterhoek. Toen moest ik hem ook pijpen en aftrekken. Toen moest ik bukken en toen ging hij eerst bij de voorkant proberen naar binnen te gaan. Toen ging hij met zijn vingers naar binnen. Toen probeerde hij het weer aan de voorkant en toen ging hij heel erg heen en weer en weer heel hard. En toen ging hij eruit en van achter. Toen moest ik hem weer aftrekken en pijpen.
Toen zei [bijnaam 1] : "Ga je mee slapen?" Toen deed hij mijn bh uit en mijn onderbroek naar beneden. Toen is hij ook nog voor en achter, eigenlijk hetzelfde. Toen moest ik hem weer pijpen en aftrekken. Toen vroeg hij of hij mocht klaarkomen op mijn gezicht. Toen wilde hij dat doen en toen draaide ik me snel om en toen kwam hij iets boven mijn rechterbil. [6]
Toen vroeg [bijnaam 1] weer of we zouden gaan slapen. Toen liepen we naar de beneden slaapkamer om mijn telefoon te zoeken want die had hij op zijn nachtkastje gelegd aan zijn kant. Toen zei hij: "Kom we gaan naar boven". Toen lag ik tussen [bijnaam 1] en [bijnaam 2] in. [bijnaam 2] draaide mij toen op mijn zij en deed mijn onderbroek naar beneden en toen pakte hij mijn hand en deed die naar zijn geslachtsdeel. Die bewoog hij heen en weer. Toen ging hij bij mij naar binnen want ik lag op mijn zij. Eerst van voor en toen van achter en toen weer van voor en achter. Toen pakte hij mijn hand weer en moest ik hem gaan aftrekken. Toen liep [bijnaam 2] naar beneden en toen ging [bijnaam 1] bij mij met zijn vingers naar binnen en toen ging hij kijken hoeveel vingers erin paste. Toen zei hij: "Ik ga even een tandenborstel halen". Toen kwam hij terug met een tandenborstel maar dat vond hij ook saai. Toen deed hij weer zijn onderbroek naar beneden en ging hij weer naar binnen. [7]
V: Daarna zijn ook die seksuele handelingen gestopt?
A: In de auto bleef hij aandringen, [bijnaam 1] . Maar toen bleef ik hem wegduwen en nee zeggen.
Over [bijnaam 1]V: Wat bedoelde je ermee dat hij van voren naar bij jou binnen ging?
A: Voor is vagina en achter is anus.
V: Welke seksuele handelingen heeft [bijnaam 1] bij jou gedaan?
A: Met zijn vingers in mijn vagina, met zijn geslachtsdeel in mijn vagina en met een tandenborstel in mijn vagina.
V: Is [bijnaam 1] ook in jouw anus geweest?
A: Ja, met zijn geslachtsdeel. [8] V: Waar was jouw telefoon toen dit allemaal gebeurde
A: Op het nachtkastje naast [bijnaam 1] . [bijnaam 1] had hem daar neergelegd. Hij had hem gepakt. In de auto eerst al, maar daarna kreeg ik hem terug. En op bed pakte hij hem weer.
V: Hoe kwam het dat jouw kleren uit waren?
A: Dat moest. Dat zei hij. [9] Het klonk als een bevel.
V: Hoe heb je aan [bijnaam 1] laten merken dat je het niet wilde?
A: Doordat ik moest huilen. Ik verschoof steeds naar achter om van hem weg te gaan. Ik zei ook heel vaak auw.
V: Heb je nog iets anders gezegd?
A: Ja, ik zei heel vaak dat ik maagd wilde blijven en ik heb vaak nee gezegd, maar toen had ik wel door dat hij het toch ging doen.
V: Wat heeft [bijnaam 1] van het huilen kunnen merken?
A: Hij heeft het wel moeten kunnen zien. [10] A: Hij heeft geweld gebruikt. Hij duwde mijn benen heel hard uit elkaar. [11]
Over [bijnaam 2]V: Welke seksuele handelingen heeft [bijnaam 2] bij jou gedaan?
A: Met zijn geslachtsdeel in mijn vagina, twee keer. En 1 keer van achter in mijn anus.
V: Als je dat echt niet leuk vond, hoe kan het dan toch gebeurd zijn?
A: Ik had geen kracht meer. Hij zat op mij voordat ik het door had. Ik had hem niet zien of horen binnenkomen. [12]
A: Oh ik ben wat vergeten bij [bijnaam 1] , hij heeft als enige hier iets gedaan. ( [slachtoffer] wijst naar haar borsten). In de ochtend ging hij heel hard knijpen en likken aan mijn tepels. [13]
Over [verdachte]V: Welke seksuele handelingen heeft [verdachte] bij jou gedaan?
A: [verdachte] is wel met zijn vingers in mijn vagina geweest. Met zijn geslachtsdeel in mijn vagina en in mijn anus. Onder de douche.
A: Ik heb heel erg geprobeerd het tegen te houden, door heel erg aan te spannen en niet soepel mee te werken.
V: Hoe kwam het dat jij [verdachte] ging pijpen?
A: Hij keek boos en duwde mij naar beneden. Hij duwde op mijn schouders waardoor ik op mijn knieën kwam en daarna duwde hij tegen mijn hoofd. Hij duwde me naar beneden. Op een gegeven moment kreeg ik geen lucht meer en toen hield hij mij toch vast. [14]
Aangeefster [slachtoffer] heeft onder meer het volgende - zakelijk weergegeven - verklaard:
De afgelopen drie weken heb ik via Snapchat contact gehad met een jongen. Deze
jongen noemde zich [bijnaam 1] . Uiteindelijk zei deze [bijnaam 1] op 19 juni 2023 tegen mij dat hij wel naar [plaats 1] kon komen. Wij hadden afgesproken dat [bijnaam 1] mij in [plaats 1] zou ophalen. [15]
Mijn ouders wisten niet dat ik weg was. Ik zag dat er een auto aan kwam rijden. Ik zag dat er drie jongens in de auto zaten. Ik stapte de auto in. [bijnaam 1] stelde zich voor. [bijnaam 2] stelde zich later voor. De derde persoon werd [bijnaam 3] genoemd. [16] [bijnaam 2] reed meteen weg. Ik wist niet waar zij heen reden. [17]
[bijnaam 2] reed al roekeloos, maar daarbij begon hij ook te blowen achter het stuur. Wij reden steeds tussen de 200 en 280 kilometer per uur. Ik had nog steeds geen idee waar wij heen gingen. [bijnaam 1] zei toen we bij de huizen aankwamen: 'we zijn er'. [bijnaam 2] deed de deur van de bungalow open met de sleutel. [18]
Voordat wij weggingen, zei [bijnaam 1] : "onderweg naar de [winkel 1] gezellig achterin samen zitten en dan kun je nog wat fijne dingen bij mij doen". Ik heb toen gezegd dat ik dat niet wilde. [bijnaam 1] bleef achteraf de hele reis doorvragen en toch proberen dat ik die fijne dingen bij hem zou doen.
Vertrek in de ochtendOm 08:00 uur vertrokken we met de auto. [bijnaam 1] en ik zaten achterin. [bijnaam 2] bestuurde de auto en [verdachte] zat voorin op de passagiersstoel. De jongens wilden naar de Media Markt. [bijnaam 1] zei tegen mij in de auto: "je moet eerst wat doen, dan pas brengen we je thuis." Onderweg vroeg [bijnaam 1] mij allerlei dingen in de auto, namelijk of ik een ID bij me had en of ik een bankrekening had. Ik mocht niets vragen in de winkel omdat het moest lijken alsof het mijn telefoon was. Ze moesten het in de winkel namelijk wel geloven. [19] [bijnaam 1] zei de hele tijd tegen mij: "of je moet mij pijpen of we gaan naar de [winkel 1] ". [20] [bijnaam 1] heeft dit echt heel vaak tegen mij gezegd. Ik wilde dit allebei niet en zei dit tegen hem. [bijnaam 1] werd boos omdat ik beide niet wilde. [bijnaam 1] zei tegen mij: "Niet naar de [winkel 1] is ook niet verder rijden".
[winkel 1] [plaats 2]Ik zag dat [bijnaam 2] de auto parkeerde vlakbij een trap bij de [winkel 1] in [plaats 2] . [verdachte] en ik moesten naar de [winkel 1] lopen. [verdachte] gaf mij buiten een instructie. Ik moest vragen om een iPhone 14 pro max. Ik deed het woord en vroeg of ik een iPhone 14 Pro Max mocht. Ik heb met deze vrouw het abonnement voor de telefoon afgesloten. Al mijn gegevens stonden op de bon. Toen wij naar buiten liepen, pakte [verdachte] de telefoon meteen uit mijn handen. Ik zag dat [verdachte] de telefoon in de auto meteen aan [bijnaam 1] gaf. [21] Onderweg zat [bijnaam 1] op de achterbank naast mij. Ik zag dat [bijnaam 1] steeds zijn hand in de richting van mijn kruis bewoog. Ik duwde steeds zijn hand weg.
[winkel 2] [plaats 2]
[bijnaam 2] parkeerde de auto en [verdachte] en ik moesten de auto uit. [22] Wij liepen de [winkel 2] in. [verdachte] vroeg of ze een telefoon hadden zonder aansluitkosten. Ondertussen wilde de vrouw in de winkel het abonnement weer afsluiten. [verdachte] en ik stapten in.
[bijnaam 1] vroeg aan mij of hij achterin zou gaan zitten, maar ik was net zo blij dat hij voorin zat zodat hij zou stoppen met vragen of ik hem wilde pijpen en andere "gezellige" dingen bij hem wilde doen. [23]
[winkel 1] [plaats 3]Ik hoorde dat [bijnaam 1] begon te schreeuwen dat ik er wat voor moest doen voordat zij mij naar huis zouden rijden en dat zij anders zouden omdraaien naar Den Haag en in ieder geval niet naar [plaats 1] . [bijnaam 1] schreeuwde dat ik dankbaar moest zijn dat zij mij naar huis wilde brengen en dat ik ook al geen dingen met hem op de achterbank wilde doen. Ik hoorde dat [bijnaam 1] schreeuwde dat het of pijpen of naar de [winkel 1] was en dat als ik de [winkel 1] niet in zou gaan, dat zij mij dan helemaal niet meer thuis zouden brengen, maar dat ik mee zou moeten naar Den Haag. Wij liepen de [winkel 1] in en liepen naar de telefoonafdeling. Ik vroeg daar weer om een abonnement voor een iPhone 14 zonder aansluitkosten. Ik had de hele tijd het gevoel dat ik niets in te brengen had. [24]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] staat onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende:
Tijdens het onderzoek werd de mobiele telefoon van [slachtoffer] in beslag genomen. [25] De inhoud van de telefoon van [slachtoffer] heb ik onderzocht. [26]
Chat ` [A] 'Ik zag dat er op 20 juni 2023 via WhatsApp een gesprek had plaatsgevonden tussen [slachtoffer] en ' [A] '. [slachtoffer] vertelt dat ze iets doms heeft gedaan en bij drie jongens in de auto zit. Om 04:05 uur zegt ze dat het helemaal mis is gegaan. Om 08:43 uur zegt [slachtoffer] dat ze met hen in de auto op weg is naar huis, maar dat ze eerst nog gaat/gaan frauderen bij de [winkel 1] .
[slachtoffer] stuurt:
op 20-6-2023 om 08:44:39: Ze hebben me (
emoji van een aubergine)
De emoji van een aubergine staat bekend om de betekenis van een penis in erectie.
[slachtoffer] stuurt daarna een audiobericht om 08:46 uur. In het audiobericht zijn drie mannenstemmen te horen. Ook is er een vrouwenstem te horen. Aannemelijk is dat de vrouwenstem van [slachtoffer] is.
'Vrouw: Niet doen
Man 1: Nee effe seri..nee kom op alsjeblieft.
Vrouw: Nee
Man 1: Waarom? Schaam je je voor hun? Ey jongens (ntv), ik weet dat het zo is. ik weet dat het zo is. Luister, boeit het jou wat ik met haar doe?
Man 3: Nee man
Man 1: (ntv) Zijn jouw zaken niet toch?
Vrouw: Nee precies, maar dan hoeven ze er ook niet bij te zitten.
Man 1: Oh dus daarom.
Vrouw: Ja en ik ben moe.'
Ook vertelt ze dat de jongens haar, na elkaar, hebben gepenetreerd en dat het heel veel pijn deed bij haar. Ze heeft de hele tijd gehuild en heeft tegen ze gezegd dat ze het niet wilde en dat het pijn deed, maar dat kon de verdachten niets schelen.
' [A] ' vraagt of ze wel oké doen. [slachtoffer] reageert vervolgens:
op 20-6-2023 om 09:12:27: Nee echt niet hij wil hele tijd aan me zitten en doordrammen echt bizar en als ik niet wil doet die zo stom en naar en boos. [27]
[slachtoffer] vertelt vervolgens dat ze het (penetratie door de drie verdachten) echt niet wilde, maar dat tegenstribbelen geen zin had, omdat het dan alleen maar meer pijn deed: "Ze deden toch wel hun eigen zin."
Om 10:07 uur stuurt [slachtoffer] dat ze in een [winkel 1] is. Om 10:39 uur stuurt ze dat ze klaar is bij de [winkel 1] en dat ze hoopt dat dit goed gaat, want anders is ze 'machtig veel' geld kwijt.
Chat verdachte(n)In de telefoon trof ik ook een aantal screenshots aan van een Snapchat-gesprek met [gebruikersnaam] . Het gesprek lijkt ook op 21 juni 2023 gevoerd te zijn. Er werd gesproken over wat er op 20 juni 2023 was gebeurd. [gebruikersnaam] vraagt aan [slachtoffer] of ze met de politie heeft moeten praten en waarom 'die jongen' is opgepakt. Daarmee wordt [verdachte] bedoeld. Daardoor is het aannemelijk dat de gebruiker van [gebruikersnaam] [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] was. [28]
In bijlage 2 bij dit proces-verbaal staat een afbeelding van het chatgesprek met [gebruikersnaam] aangetroffen op de telefoon van aangeefster. In dat chatgesprek staat het volgende:
[gebruikersnaam]
Nee maar was er iets wat je niet fijn vond ?
IK
Ja
[gebruikersnaam]
Wat dan
IK
Vraag je nu pas
[gebruikersnaam]
Nee ik zei dat gisteren al
IK
Toen gaf ik antwoord. In was aan t janken op je bed broer ff serieus. Ik zei ik wil niet ontmaagd worden en ja hoor. En daarna komen meneer vriend nummer 2 en 3 ook nog even gezellig alsof dat dan ineens allemaal maar normaal was. Nee ik wilde in de eerste instantie al niet mee naar Rotterdam laat staan Breda reizen maar toen we daar waren ja nou ja geen sex dat hadden we al afgesproken en al helemaal niet met je vrienden? ik dacht dat je alleen zou komen broer
[gebruikersnaam]
Maar je stok het zelf aan je heb niet gezegd dat je het niet wilde ik ben ook niet die ene jonge trouwens
IK
Heb geen idee wie je bent nu Maar niemand heeft aan mij gevraagd of [bijnaam 2] en [bijnaam 3] mochten Ik heb heel heeeeel duidelijk gezegd dat ik maagd wilde blijven Ook dat ik geen sex wilde dus. [29]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] staat onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende:Tijdens het onderzoek werd de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 2] in beslag genomen. Het volgende heb ik aangetroffen:
- Op meerdere video's is [medeverdachte 2] zelf te zien. [30]
Gebeurtenissen in woningOp meerdere video's was een deel van de woning van [medeverdachte 2] gefilmd en sommige van die video's waren voorzien van commentaar. Het commentaar was van een mannenstem in de Nederlandse taal. Gelet op bovenstaande informatie is het aannemelijk dat de video's door [medeverdachte 2]
zijn gemaakt.
Badkamer - 05:00 uur
Te zien is dat de aangeefster seksuele handelingen (aftrekken) verricht bij [verdachte] . Beiden zijn naakt.
Keuken - 05:29 uur
[medeverdachte 2] filmt een schoteltje met een witte, brokkelige substantie en een lepel daarbij. Vermoedelijk is dit harddrugs. [medeverdachte 2] lacht en maakt een beweging met zijn hand en lichaam. Commentaar: "Iedereen is geweest. (ntv) speed. Drie man." [31]
Slaapkamer beneden - 05:37 uur
[medeverdachte 2] filmt de slaapkamer op de begane grond. Commentaar: "Hier is waar het allemaal gebeurde. Hier, we hebben zelfs olie gebruikt. Gewoon olijfolie. Hier, het zit allemaal op de grond, olijfolie. Oja, hier staat het. Poh, wat een lucht. Pff."
Badkamer - 05:37 uur
[medeverdachte 2] loopt vanuit de slaapkamer en filmt eerst zichzelf en daarna de badkamer. Commentaar: "En hierzo. Sloppy toppy. Allemaal lekker bij mij." 'Sloppy toppy' betekent pijpen (orale seks). Op het moment dat [medeverdachte 2] daarover spreekt, wijst hij naar de douche. [32]
In de deskundige rapportage over het forensisch DNA-onderzoek staat onder meer – zakelijk weergegeven - het volgende:
Tabel Onderzoeksset zedendelicten ZAAE2328NL [33]
Sin
DNA kan afkomstig zijn van:
Bewijskracht
ZAAE2328NL#01
huid lage rug nat
minimaal drie personen:
- [slachtoffer]
- [medeverdachte 2] (sperma, zie toelichting 2)
- [medeverdachte 1] (sperma, zie toelichting 3)
- aanwijzing spermavloeistof? ja
- meer dan 1 miljard
- meer dan 1 miljard
ZAAE2328NL#02
huid li borst nat
minimaal drie personen:
- [slachtoffer]
- [medeverdachte 1]
- [medeverdachte 2] (sperma)
- aanwijzing speeksel? ja
- aanwijzing spermavloeistof? ja
- spermacellen waargenomen? ja
- meer dan 1 miljard
- meer dan 1 miljard
ZAAE2328NL#06
diep vaginaal
minimaal drie personen:
- [slachtoffer]
- [medeverdachte 2] (sperma, zie toelichting 2)
- minimaal één andere persoon
- aanwijzing speeksel? Nee
- aanwijzing spermavloeistof? ja
- spermacellen waargenomen? ja
- meer dan 1 miljard
- niet van toepassing
ZAAE2328NL#08
in de anus
minimaal twee personen:
- [slachtoffer]
- [medeverdachte 2] (sperma, zie toelichting 2)
- aanwijzing spermavloeistof? ja
- spermacellen waargenomen? ja
- meer dan 1 miljard
Toelichting:
2. Op basis van de resultaten van ( onder andere) de differentiële lysis en het vergelijkend DNA-onderzoek wordt geconcludeerd dat deze bemonstering sperma bevat dat afkomstig kan zijn van verdachte [medeverdachte 2] .
3. Op basis van ( onder andere) de differentiële lysis en het vergelijkend DNA-onderzoek wordt geconcludeerd dat deze bemonstering sperma bevat dat afkomstig kan zijn van verdachte [medeverdachte 1] .
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
ZAAE2328NL#01 (huid lage rug nat)
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 2] :
DNA- mengprofiel ZAAE2328NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [medeverdachte 2] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van twee willekeurige onbekende personen.
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 1] :
DNA- mengprofiel ZAAE2328NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [medeverdachte 1] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van twee willekeurige onbekende personen.
ZAAE2328NL#02 (huid li borst mat)
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 2] :
DNA- mengprofiel ZAAE2328NL#02 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van betrokkene [slachtoffer] , verdachte [medeverdachte 2] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van betrokkene [slachtoffer] en twee willekeurige onbekende personen.
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 1] :
DNA- mengprofiel ZAAE2328NL#02 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van betrokkene [slachtoffer] , verdachte [medeverdachte 1] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van betrokkene [slachtoffer] en twee willekeurige onbekende personen.
ZAAE2328NL#06 (diep vaginaal).
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 2]
DNA- mengprofiel ZAAE2328NL#06 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van betrokkene [slachtoffer] , n verdachte [medeverdachte 2] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van betrokkene [slachtoffer] en van twee willekeurige onbekende personen.
ZAAE2328NL#08 (in de anus).
DNA- mengprofiel ZAAE2328NL#08 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van betrokkene [slachtoffer] en van verdachte [medeverdachte 2] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van betrokkene [slachtoffer] en van één willekeurige onbekende persoon. [34]
Getuige [getuige 1] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Op 20 juni 2023 was ik werkzaam als verkoopmedewerkster bij de [winkel 1] . Ik zag dat er een jonge man en een jonge vrouw aan kwamen lopen. Het meisje gaf aan dat ze een telefoonabonnement wilde afsluiten, maar de man die erbij aanwezig was deed grotendeels het woord. De man gaf aan dat hij een abonnement wilde afsluiten voor een iPhone 14 PRO MAX. Ik vroeg vervolgens om een ID-kaart en een bankpas. Het meisje hoorde ik zeggen: "ik kan het verifiëren met de bank app op mijn telefoon, van dat rekening nummer moet ook het abonnement op afgeschreven worden". De man is naar de auto gelopen om geld te halen om de aanbetaling te doen. Deze betaling heeft hij vervolgens bij de kassa gedaan en daarna zijn ze weer samen vertrokken. [35]
Getuige [getuige 2] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Ik zag op 20 juni 2023 dat een man en vrouw bij ons in de [winkel 2] winkel te [plaats 2] binnenkwamen. De dame vertelde tegen mij dat zij een nieuw abonnement wilde afsluiten. Ik vroeg wat voor telefoon zij wilde zij gaf direct antwoord, een iPhone 14 pro max. De man corrigeerde haar, die zei nee daar moet je voor bijbetalen. Toen vertelde ik dat er hier geen voorraad is en dat wij die telefoon moeten bestellen. [36] Vervolgens zag mijn collega dat er buiten een Volkswagen golf stond met daarin twee jongens. De man die met de dame liep zei tegen de jongens ‘het is niet gelukt’. Toen moest het meisje achterin stappen en zei de jongen ‘we gaan verder’. [37]
Getuige [getuige 3] heeft onder meer het volgende - zakelijk weergegeven - verklaard:
Op 20 juni 2023 was ik aan het werk bij de Media Markt gelegen aan het [adres 2] in [plaats 3] . Ik zag een jongen en een meisje op de telecomafdeling lopen. Ik zag dat het meisje gespannen was. Ik zag dat aan haar gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en manier van praten. Ik hoorde haar zeggen dat zij een abonnement wilde afnemen voor een mobiele telefoon. Ik stelde toen veel vragen aan haar. Ik vroeg dit telkens aan het meisje, maar de jongen gaf steeds antwoord als zij een verkeerd antwoord gaf. [38] Toen wij alleen waren vroeg ik aan haar: "Dus, je wilt een iPhone?" Ik zag dat zij "Ja" naar mij knikte. Ik zag dat zij verdrietig uit haar ogen keek en ik zag dat haar ogen vol raakte met tranen. Ik zei toen tegen haar: "Die telefoon is helemaal niet voor jou he?" Ik hoorde haar toen zeggen: "Nee." Ik vroeg haar toen of zij gedwongen werd. Ik zag toen dat zij "Ja" knikte. [39]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] staat onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende:
Op 20 juni 2023 kwam ik ter plaatse op de [adres 2] te [plaats 3] .
Ik sprak met [slachtoffer] . [40]
Ik zag dat [slachtoffer] erg geëmotioneerd was. Ik zag dat [slachtoffer] het moeilijk vond om iets te zeggen. Ik hoorde dat [slachtoffer] verklaarde dat zij met de eerder omschreven man was en dat er nog 2 andere mannen buiten in een witte auto aan het wachten waren. Ik hoorde dat [slachtoffer] vroeg of zij het op papier mocht schrijven. Ik gaf een pen en een papiertje aan [slachtoffer] . Ik las in het kort de volgende tekst op het geschreven papiertje:
- Dat hebben ze vannacht al gedaan;
- ik voel me zo naar en ik ben bang;
- want in de auto waren ze ook al de hele tijd aan het pushen en ik heb ook nee gezegd maar ze gingen alle drie toch hun gang dus tegen stribbelen had toch geen zin.
Ik vroeg aan [slachtoffer] ben jij seksueel misbruikt door die drie mannen. Ik zag dat [slachtoffer] moest huilen en dat zij ja knikte met haar hoofd. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat zij gisteravond was misbruikt en deze ochtend.
Ik hoorde [slachtoffer] het volgende in het kort verklaren:
- Ik moest van de drie mannen gedwongen een telefoon abonnement afsluiten. Ik was bang dat de mannen mij iets aan zouden doen als ik dit niet deed. [41]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
T.a.v. feit 2
Juridisch kader
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat aangeefster op 19 juni 2023 een afspraak heeft gemaakt een van de verdachten te ontmoeten en dat zij met verdachte en de medeverdachten naar een woning in Sint Willebrord is gegaan. In de nacht van 19 op 20 juni 2023 hebben seksuele handelingen plaatsgevonden, onder meer tussen verdachte en aangeefster. De verklaringen van aangeefster en verdachte over deze seksuele handelingen lopen uiteen. In zo’n geval dient de rechtbank in eerste plaats de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster te boordelen. In het algemeen geldt daarbij dat de verklaringen moeten worden beoordeeld op volledigheid, consistentie en accuraatheid. Als de verklaring van de aangeefster betrouwbaar wordt gevonden, moet de rechtbank bepalen of er voor deze verklaring voldoende steunbewijs uit (een) onafhankelijke bron(nen) in het dossier aanwezig is/zijn. In artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) is namelijk bepaald dat de rechter het bewijs dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd niet uitsluitend kan baseren op de verklaring van één getuige of de aangever. Uitgangspunt voor dit vereiste van steunbewijs is dat niet voor alle onderdelen van de tenlastelegging steunbewijs aanwezig hoeft te zijn. Het gaat erom dat in elk geval een deel van de feiten en omstandigheden die in de aangifte worden genoemd ondersteuning vindt in een of meer andere bewijsmiddelen.
Wanneer de verklaring betrouwbaar is en ook voldoende steun vindt in ander bewijs, moet tot slot worden bekeken of er contra-indicaties zijn op grond waarvan de rechtbank er desondanks toch niet van overtuigd is dat het feit door de verdachte is begaan.
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verklaring van aangeefster als betrouwbaar kan worden aangemerkt.
De rechtbank constateert op basis van het dossier dat aangeefster een consistente verklaring heeft afgelegd ten aanzien van zowel de seksuele handelingen die zouden hebben plaatsgevonden, als de omstandigheden waaronder deze zich zouden hebben voorgedaan. De verklaringen van aangeefster zijn op dit punt bij de politie grotendeels gelijkluidend. Wat aangeefster hierover verklaart, komt ook overeen met wat zij al kort na het gebeuren aan [A] heeft geappt, wat zij aan een van de verdachten heeft geappt én met wat zij op het papiertje heeft geschreven voor de politie in de Media Markt.
De verklaring van aangeefster is ten aanzien van de seksuele handelingen op onderdelen ook gedetailleerd. Zo heeft zij de specifieke volgorde van de seksuele handelingen van de verdachten benoemd en hierover gedetailleerd verklaard.
De rechtbank heeft (delen van) de audio(visuele) opnamen van het informatief gesprek zeden op 20 juni 2023, de aangifte op 10 juli 2023 en het verhoor van aangeefster op 22 augustus 2023 bekeken. De bekeken opnamen dragen volgens de rechtbank bij aan de authenticiteit van de verklaring van aangeefster. Zo ziet de rechtbank dat aangeefster authentiek reageert op de confrontatie met de door haar tijdens die nacht gemaakte video’s. Zo is te horen dat zij op dat moment begint te gillen en in paniek raakt. Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat aangeefster heeft verklaard geen ‘nee’ te hebben gezegd bij de seksuele handelingen met verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] . Het benoemen van dergelijke mogelijk ontlastende omstandigheden (in het kader van de ‘dwang’), ondersteunen naar het oordeel van de rechtbank de authenticiteit van de verklaring van aangeefster.
De rechtbank constateert met de verdediging dat aangeefster op bepaalde punten niet (direct) naar waarheid heeft verklaard. Zo heeft zij aanvankelijk verzwegen dat zij degene is geweest die via Telegram op zoek was naar speed. Ook heeft aangeefster in eerste instantie tegen de politie verklaard dat de aanbieder van de speed het voorstel tot betaling in natura deed. Op een later moment heeft aangeefster tegen de politie erkend dat dit haar voorstel was. De rechtbank acht verklaarbaar dat aangeefster deze informatie heeft willen achterhouden, nu zij zich, ten opzichte van haar ouders en haar omgeving, schaamde voor haar drugsgebruik en haar eigen handelen. Dit doet dan ook niet af aan de betrouwbaarheid van haar verklaring over de seksuele handelingen die tussen haar en verdachte en de medeverdachten hebben plaatsvonden.
Steunbewijs
De verklaring van aangeefster vindt verder voldoende steun in ander bewijsmateriaal. Zo hebben winkelmedewerkers van de [winkel 1] [plaats 3] en verbalisant [verbalisant 5] , die op 20 juni 2023 ter plaatse kwam, uit eigen waarneming verklaard dat aangeefster die ochtend erg geëmotioneerd was. Aangeefster heeft gelijk aan verbalisant [verbalisant 5] verteld dat zij die avond en ochtend seksueel misbruikt is door de drie verdachten, waarna zij begint te huilen. Verder zijn er video’s aangetroffen in de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] , die de verklaring van aangeefster over de seksuele handelingen met verdachte en de medeverdachten ondersteunen. Zo is er een video te zien waarop aangeefster wordt gefilmd terwijl zij verdachte onder de douche aftrekt. Ook is er een video gevonden waarop een schoteltje witte, brokkelige substantie wordt gefilmd en wordt gezegd: “Iedereen is geweest. (ntv) speed. Drie man.” Tot slot ondersteunen de resultaten van het DNA-onderzoek de verklaring van aangeefster.
Contra-indicaties?
De bevindingen over de (verondersteld) opmerkelijke video’s van aangeefster die zij van zichzelf heeft gemaakt die nacht, de door aangeefster gebruikte zoektermen op het internet, zoals
hle maam je blauwe plek na’, de afwezigheid van letsel aan en in het lichaam van aangeefster en het niet aantreffen van DNA van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] in de vagina of anus van aangeefster, maken niet dat de rechtbank niet de overtuiging heeft dat het feit is begaan door verdachte.
Ten aanzien van het ontbreken van letsel overweegt de rechtbank dat de verklaringen van aangeefster geen blijk geven van zodanig heftig geweld dat letsel zonder meer aannemelijk is. De afwezigheid van DNA van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] op de schaamlippen én in de vagina en anus van aangeefster, betekent niet per definitie dat er geen penetratie door deze verdachten heeft plaatsgevonden.
De filmpjes die aangeefster van zichzelf heeft gemaakt zijn opmerkelijk te noemen, maar de rechtbank verbindt daar niet de conclusie aan dat de verklaring van aangeefster over wat er is gebeurd niet kan kloppen; iedereen reageert anders op, en gaat anders om met, heftige gebeurtenissen. De zoekterm die duidt op het zoeken naar het namaken van blauwe plekken, is ook opmerkelijk, maar levert voor de rechtbank onvoldoende contra-indicaties op om aan te nemen dat het seksuele misbruik niet heeft plaatsgevonden, ook omdat de vermeend aanwezige blauwe plekken niet van belang zijn in de zaak.
Verder heeft verdachte gezegd dat aangeefster hem vrijwillig onder de douche heeft afgetrokken. De rechtbank gelooft dat niet en betrekt daarbij ook dat verdachte bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat hij niet met aangeefster onder de douche heeft gestaan en geen seks onder de douche met haar heeft gehad. Pas nadat verdachte werd geconfronteerd met een filmpje waarin te zien is dat aangeefster bij hem seksuele handelingen onder de douche verricht, heeft hij zijn verklaring daarop aangepast.
Dwang en medeplegen
Voor een bewezenverklaring van dwang in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat verdachte opzettelijk heeft veroorzaakt dat een slachtoffer het seksueel binnendringen van het lichaam tegen zijn of haar wil heeft ondergaan en dat die dwang heeft plaatsgevonden door middel van geweld of een andere feitelijkheid, dan wel bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid.
De verdachten zijn vanuit St. Willebrord naar [plaats 1] gereden en hebben aangeefster daar opgehaald, wetende van het voorstel van aangeefster om in natura te betalen voor speed. Vervolgens zijn zij met zijn vieren vanuit [plaats 1] terug naar St. Willebrord gereden. Dit betreft een lange autorit en aangeefster wist gedurende de rit niet waar zij naartoe gingen. Na anderhalf uur rijden kwamen zij aan bij een woning in St. Willebrord, een voor aangeefster geheel onbekende plek. Zij is daar met de verdachten de woning ingegaan. Op enig moment neemt medeverdachte [medeverdachte 1] aangeefster mee naar een slaapkamer, waarna hij bij aangeefster verschillende seksuele handelingen verricht. Waarbij medeverdachte [medeverdachte 2] kort heeft toegekeken. Ondanks dat aangeefster meermaals aan medeverdachte [medeverdachte 1] heeft aangegeven dat zij niet wilde dat hij met zijn geslachtsdeel bij haar naar binnen ging en maagd wilde blijven, heeft hij dit toch gedaan. Nadat [medeverdachte 1] weg was, is medeverdachte [medeverdachte 2] , voordat aangeefster het doorhad, op haar komen zitten, waarna hij direct zijn geslachtsdeel in haar vagina heeft gebracht. Aangeefster geeft aan dat zij geen kracht meer had om zich te verzetten. Nadat dit had plaatsgevonden heeft verdachte onder de douche bij aangeefster zijn geslachtsdeel in haar vagina en anus gebracht. Zij heeft geprobeerd dit tegen te houden door zich heel erg aan te spannen en niet soepel mee te werken. Verdachte heeft vervolgens het hoofd van aangeefster naar beneden geduwd, waarna zij hem onder andere moest aftrekken. Het aftrekken is ook door medeverdachte(n) gefilmd. Even later moest aangeefster tussen de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in gaan liggen, waarna [medeverdachte 2] bij aangeefster bij de vagina en anus naar binnen is gegaan. Vervolgens liep [medeverdachte 2] weg, waarna [medeverdachte 1] zijn vingers, een tandenborstel en zijn geslachtsdeel achtereenvolgens in de vagina van aangeefster heeft gebracht.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van dwang. Door aangeefster mee te nemen naar een voor haar onbekende woning, ver weg van haar thuisadres, en daar allen afwisselend meermaals seksueel bij haar binnen te dringen, hebben de verdachten opzettelijk veroorzaakt dat aangeefster de seksuele handelingen tegen haar wil in heeft ondergaan. In eerste instantie heeft aangeefster zich verzet en ‘nee’ gezegd, maar blijkens haar verklaring hielp dit niet en was zij op enig moment murw geslagen, waardoor zij zich niet meer kon verzetten. De verdachten hebben hier allen van geprofiteerd.
Uit de beschreven gang van zaken blijkt ook van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten, waarbij iedereen een wezenlijk aandeel heeft gehad. De verdachten waren allemaal op de hoogte van het voorstel van aangeefster om in natura te betalen en hebben haar samen naar een woning ver weg van haar woonplaats gebracht. Ze hebben de seks van medeverdachten met aangeefster gezien, gefilmd of waren daar bij aanwezig. Voor zover zij daar niet bij aanwezig waren, moeten ze ervan geweten hebben, nu het geen grote woning was. Ze zaten grotendeels samen in de woonkamer of trokken zich met aangeefster terug in een slaapkamer of onder de douche. Ze hebben alle drie achtereenvolgens gedurende enkele uren meerdere seksuele handelingen met aangeefster verricht en zijn alle drie bij haar binnengedrongen.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 in St. Willebord tezamen en in verenging met anderen [slachtoffer] heeft verkracht.
T.a.v. feit 1, subsidiair
De rechtbank is, gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare dwang. De verklaring van de verdachten dat aangeefster vrijwillig de telefoonabonnementen zou hebben willen afsluiten, acht de rechtbank onaannemelijk en niet geloofwaardig, gelet op de verklaring van aangeefster, de waarnemingen van het winkelpersoneel en het aangetroffen chatgesprek met [A] . Daarbij betrekt de rechtbank ook dat de maandelijkse abonnementskosten van de rekening van aangeefster zouden worden afgeschreven, waardoor zij en niet een van de verdachten financieel benadeeld zou worden.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1, subsidiairin de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of Kampen , tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer] door geweld en enige andere feitelijkheid en door bedreiging met enige andere feitelijkheid wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, immers hebben verdachte en zijn mededaders
- contact gelegd met die [slachtoffer] via Snapchat en
- die [slachtoffer] met de auto opgehaald bij haar woning en meegenomen in de auto en
- die [slachtoffer] meegenomen naar een voor die [slachtoffer] onbekende woning en
- tegen de wil van die [slachtoffer] (telkens) seksuele handelingen met haar verricht en
- die [slachtoffer] in een auto laten plaatsnemen en
- tegen die [slachtoffer] gezegd: "je moet eerst wat doen, dan pas brengen we je thuis" en "of je moet mij pijpen of we gaan naar de [winkel 1] " en "Niet naar de [winkel 1] is ook niet verder rijden" en
- die [slachtoffer] gevraagd of zij een identiteitskaart en bankpas bij zich had en
- die [slachtoffer] naar de [winkel 1] te [plaats 2] gereden en
- die [slachtoffer] een instructie gegeven dat zij binnen een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam en een Iphone14 Pro Max moest vragen en
- met die [slachtoffer] voornoemde [winkel 1] is binnengegaan en (vervolgens) een telefoonabonnement met die [slachtoffer] afgesloten en
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] de betreffende telefoon (Iphone14 Pro Max) van die [slachtoffer] afgepakt en
- met die [slachtoffer] naar de [winkel 2] te [plaats 2] is gereden en
- die [slachtoffer] (wederom) een telefoonabonnement laten afsluiten op haar naam en
- toen die [slachtoffer] zei dat zij naar huis wilde, tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij wat moest doen voordat zij haar naar huis zouden brengen en dat zij anders zouden omdraaien naar Den Haag en dat zij dankbaar moest zijn dat hij, verdachte, haar naar huis zou brengen omdat zij ook al geen dingen met hem op de achterbank wilde doen en dat het pijpen of de [winkel 1] was en
- (vervolgens) naar de [winkel 1] in [plaats 3] is gereden en die [slachtoffer] (wederom) een telefoonabonnement laten afsluiten op haar naam;
2
in de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te St. Willebrord tezamen en in vereniging, door geweld en een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders
- zijn penis in de vagina en anus en mond van die [slachtoffer] gebracht en geduwd en
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
- een tandenborstel in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
- in de borsten van die [slachtoffer] geknepen en aan de borsten gelikt en
- die [slachtoffer] hem laten aftrekken,
waarbij hij, verdachte en zijn mededaders
- die [slachtoffer] in de late avond nabij haar woning heeft opgehaald met drie personen en
- met hoge snelheid en blowend met een auto naar een voor [slachtoffer] onbekend plek is gereden en die [slachtoffer] heeft meegenomen in een voor haar onbekende woning en
- de telefoon van die [slachtoffer] meerdere keren heeft gepakt en
- aldus een sfeer heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] niet weg durfde te gaan en
- opdracht heeft gegeven zich uit te kleden en op bed te gaan liggen en
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt bij haar hoofd en schouders en heupen en die [slachtoffer] met kracht heeft omgedraaid en haar benen uit elkaar gedaan en
- onverhoeds en onverwacht op die [slachtoffer] is gaan liggen en zijn penis onverhoeds in haar vagina heeft geduwd en
- is doorgegaan met seksuele handelingen nadat die [slachtoffer] had aangegeven dat zij niet wilde en maagd was en moest huilen en
- de seksuele handelingen heeft gefilmd en
- heeft toegekeken terwijl een ander seksuele handelingen met die [slachtoffer] verrichtte.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1, subsidiair: medeplegen van een ander door geweld en een feitelijkheid en bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
feit 2: medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het jeugdstrafrecht moet worden toegepast. Zij heeft voorts gevorderd verdachte ter zake van het bewezen geachte te veroordelen tot een jeugddetentie van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met de (bijzondere) voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd in het reclasseringsadvies van 1 november 2023.
In haar strafeis heeft de officier van justitie er rekening mee gehouden dat verdachte niet de initiator is geweest en een geringe rol heeft gehad bij de verkrachting en uitbuiting van aangeefster.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft verzocht toepassing te geven aan het jeugdstrafrecht. Zij heeft bepleit dat verdachte niet gedetineerd moet raken. Er is op dit moment een positieve ontwikkeling bij verdachte zichtbaar. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou dit kunnen doorkruisen, aangezien hij dan zijn huidige hulpverleningstraject en woonruimte zal verliezen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de verkrachting van aangeefster. De verdachten hebben aangeefster met de auto opgehaald om haar, na een flink stuk te hebben gereden, mee te nemen naar een voor haar onbekende woning, waar zij (meermaals) afwisselend door de verdachten is verkracht. Tijdens de eerste verkrachting heeft zij zich verzet. Toen zij merkte dat dit geen zin had, is zij murw geslagen en heeft zij de daaropvolgende seksuele handelingen van de verdachten moeten ondergaan. Op enig moment heeft medeverdachte [medeverdachte 2] meegekeken terwijl medeverdachte [medeverdachte 1] seksuele handelingen met aangeefster verrichtte. Ook hebben de verdachten elkaar tijdens seksuele handelingen met aangeefster gefilmd. De gehele nacht moet voor aangeefster een zeer angstige ervaring zijn geweest. In de ochtend van 20 juni 2023, nadat aangeefster meermaals is verkracht, zijn de verdachten en aangeefster in de auto gestapt en weggereden. Aangeefster wilde graag naar huis, maar de verdachten hadden een ander plan. Zij hebben aangeefster gedwongen telefoonabonnementen af te sluiten op haar naam, zodat de abonnementskosten voor haar rekening zouden komen en de verdachten het telefoontoestel konden doorverkopen. De verdachte heeft, met zijn medeverdachten, misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid en naïviteit van aangeefster. Met zijn handelen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van aangeefster. Het is een feit van algemene bekendheid dat zedenmisdrijven langdurige en ernstige schade kunnen toebrengen aan de geestelijke gezondheid van slachtoffers. Blijkens de ter terechtzitting afgelegde slachtofferverklaring heeft het incident een negatieve impact op het leven van aangeefster gehad. Zo voelde zij zich lang gebroken en heeft zij last van herbelevingen. Verdachte heeft zich kennelijk laten leiden door zijn eigen lustgevoelens en geen rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van zijn handelen voor aangeefster. Daarnaast gaat verdachte, door zijn ontkennende houding, iedere verantwoordelijkheid voor de strafbare feiten uit de weg. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 februari 2024 op naam van de verdachte, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank weegt dit niet in strafverzwarende of strafmatigende zin mee.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de inhoud van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 1 november 2023, opgesteld door mevrouw I. Immink, reclasseringswerker. Uit dit rapport blijkt dat verdachte een belast verleden kent. Op minderjarige leeftijd wordt bij hem een hechtingsstoornis gediagnostiseerd. Later zijn er ook ADHD-kenmerken, ODD en een licht verstandelijke beperking geconstateerd. Benoemd wordt dat verdachte een sociaal emotionele ontwikkelingsleeftijd van 8 jaar heeft en op jongere leeftijd functioneert dan zijn kalenderleeftijd aangeeft. Kenmerkend is zijn kwetsbaarheid, zijn gebrekkige morele ontwikkeling en zijn beïnvloedbaarheid.
Ten tijde van onderhavige verdenking had verdachte geen zinvolle daginvulling, geen inkomen, schuldenproblematiek, gebruikte hij (soft)drugs en had hij (mogelijke) contacten met een negatief sociaal netwerk. Zowel het algemene- als het geweldsrecidiverisico wordt door de reclassering ingeschat als hoog. De reclassering baseert haar professionele oordeel met name op het feit dat sprake is van pedagogische verwaarlozing, trauma’s vanuit de vroege jeugd en problemen op het gebied van psychosociaal functioneren. Daarnaast vindt de reclassering het gebrek aan dagbesteding en de (negatieve) invloed van zijn sociale contacten zorgelijk.
Wegens een veroordeling voor openlijke geweldpleging heeft verdachte sinds augustus 2022 een toezicht opgelegd gekregen bij de jeugdreclassering van William Schrikker Groep (WSG) en woont hij sinds anderhalf jaar in een begeleide woonvoorziening via zorgaanbieder [zorginstelling] . Door zijn huidige toezichthouder van de jeugdreclassering is verdachte aangemeld bij Stichting Open Door, die verdachte op korte termijn trachten te begeleiden naar een zinvolle dagbesteding. Verdachte lijkt voldoende te zijn ingebed in het huidige zorg- en begeleidingsaanbod en de reclassering ziet dit als beschermende factor.
De reclassering heeft geadviseerd verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering William Schrikker, begeleid wonen of maatschappelijk opvang bij [zorginstelling] , een contactverbod met de medeverdachten en aangeefster, dagbesteding en het meewerken aan middelencontrole. De reclassering adviseert de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren, aangezien de kans op recidive groot is. De reclassering heeft in haar rapport beschreven dat de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een negatieve uitwerking kan hebben op de reeds aanwezige problematiek bij verdachte en mogelijk een vertragende werking kan hebben op het ingezette woon- en zorgtraject.
Toepassing jeugdstrafrecht
Ten aanzien van de vraag of het volwassenenstrafrecht of het jeugdstrafrecht dient te worden toegepast, overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte was ten tijde van de het bewezenverklaarde feit 19 jaar oud, en dus meerderjarig. In beginsel wordt ten aanzien van meerderjarige verdachten het volwassenenstrafrecht toegepast. De rechtbank kan op grond van artikel 77c Sr, indien zij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, het jeugdstrafrecht toepassen, bij een verdachte die ouder is dan 18 jaar en niet ouder is dan 23 jaar.
Uit voornoemd reclasseringsadvies van 1 november 2023 blijkt dat verdachte op een jongere leeftijd functioneert dan zijn kalenderleeftijd aangeeft. Verdachte is erg beïnvloedbaar en zijn verstandelijke beperking en gebrekkige handelingsvaardigheden zorgen ervoor dat hij onvoldoende inzicht heeft in de gevolgen van (delict)gedrag. Verdachte is nog niet (volledig) zelfstandig en begeleiding dient zich te richten op pedagogische beïnvloeding van verdachte, om gedragsmatig verandering te kunnen bewerkstelligen. De reclassering benadrukt dat er geen contra-indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht. Gelet op het voorgaande wordt geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen.
De rechtbank ziet, op basis van bovenstaande conclusie in het reclasseringsadvies, in de persoonlijkheid van verdachte aanleiding het jeugdstrafrecht toe te passen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten er met geen andere straf kan worden volstaan dan met het opleggen van een (deels) onvoorwaardelijke jeugddetentie die de duur van het voorarrest overstijgt, zodat verdachte de gevolgen van zijn gedrag kan voelen. De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Voor verkrachting geldt als uitgangspunt een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 6 maanden. In strafverzwarende zin houdt de rechtbank er rekening mee dat de feiten tezamen en in vereniging zijn gepleegd. Anderzijds zal de rechtbank in strafmatigende zin rekening houden met de persoonlijke omstandigheden en problematiek van verdachte.
De rechtbank zal verdachte, naast een onvoorwaardelijke jeugddetentie, ook een flinke voorwaardelijke jeugddetentie opleggen om hem ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen en om reclasseringsbegeleiding en hulpverlening mogelijk te maken.
Alles afwegende acht de rechtbank een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het ondergane voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld de door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden, passend en geboden.
Gelet op de persoon van verdachte is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte worden opgelegd en het toezicht door de jeugdreclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis, gelet op de vrijspraak van het onder feit 1 primair ten laste gelegde, opheffen. Alleen met betrekking tot feit 1 primair was het bevel tot voorlopige hechtenis gegeven.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn de volgende goederen in beslag genomen:
- telefoontoestel (G3181004)
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de inbeslaggenomen telefoon terug te geven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om de inbeslaggenomen telefoon aan verdachte te retourneren.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de hierboven vermelde inbeslaggenomen telefoon.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de kinderrechter te Zeeland-West-Brabant van 19 juli 2022 (parketnummer: 02/321469-21) is aan verdachte onder meer een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 30 uren opgelegd, waarbij onder andere als voorwaarde is gesteld dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de eerder voorwaardelijk opgelegde werkstraf geheel ten uitvoer te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging geen standpunt ingenomen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tenuitvoerlegging moet worden toegewezen omdat, zoals blijkt uit dit vonnis, verdachte zich voor het einde van de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. De rechtbank zal daarom de voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 30 uren geheel ten uitvoer leggen.

11.SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL

11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht een totaalbedrag van € 7.500 euro op zijn plaats als vergoeding voor de schade die aangeefster heeft geleden. De officier van justitie heeft (per verdachte) gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen voor een bedrag van € 2.500.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft zich op het standpunt dat het te ingewikkeld is een schadebedrag te bepalen, nu sprake is van pre-existente psychische klachten bij aangeefster. De gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel dient dan ook te worden afgewezen.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten behoeve van aangeefster is aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek. Deze vergoeding kan worden toegekend indien een slachtoffer lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van de aantasting ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde psychische schade heeft opgelopen. Hoewel aangeefster zich niet in het stafproces heeft gevoegd als benadeelde partij kan de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr ambtshalve worden opgelegd indien en voor zover de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Aangeefster heeft geen gegevens overgelegd op grond waarvan objectief kan worden vastgesteld dat er sprake is van geestelijk letsel. Op basis van de inhoud van het dossier en de schriftelijke slachtofferverklaring is wel voldoende vast komen te staan dat aangeefster door het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreekse schade is toegebracht. Zo heeft zij verklaard last te hebben van slaapproblemen en herbelevingen. De rechtbank overweegt voorts dat de aard en de ernst van de normschending in de huidige zaak met zich brengen dat de nadelige gevolgen voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ kan worden aangenomen. Gelet op de aard en ernst van de normschending stelt de rechtbank het toe te wijzen bedrag naar billijkheid vast.
De rechtbank zal aldus ten behoeve van de aangeefster [slachtoffer] aan elke verdachte afzonderlijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.000,-, waardoor aan haar in totaal een bedrag toekomt van € 6.000,00. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 47, 63, 77c, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 242 en 284 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde feit bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentievan
12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van
6 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
twee jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
 zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding zal melden bij de jeugdreclassering William Schrikker, Paasheuvelweg 9 te (1105 BE) in Amsterdam, en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die hem in dit kader worden gegeven;
  • verblijft in [zorginstelling] of een andere instelling voor begeleid wonen of beschermd wonen, te bepalen door de jeugdreclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt;
  • zich houdt aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de jeugdreclassering voor hem heeft opgesteld;
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met aangeefster [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2004), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • zicht inspant voor het vinden en behouden van dagbesteding in de vorm van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
  • meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs (soft- en harddrugs) om het middelengebruik te beheersen. De jeugdreclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De jeugdreclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- geeft de jeugdreclassering William Schrikker de opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering
dadelijk uitvoerbaarzijn;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 telefoon (G3181004);
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 02/321469-21
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kinderrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant bij vonnis van 19 juli 2022 opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 30 uren;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
€ 2.000 te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Schnitzler, voorzitter, mrs. S.M. Schothorst en L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.W. Hekker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 april 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of Kampen en/of St Willebrord , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door
misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer] had,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 9°) en/of B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer] , (sub 6°), heeft/hebbende, hij en/of zijn medeverdachte(n)
- contact gelegd met die [slachtoffer] via Snapchat en/of
- die [slachtoffer] met de auto opgehaald bij haar woning en/of meegenomen in de auto en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] afgepakt (waardoor zij niet meer kon communiceren) en/of
- die [slachtoffer] meegenomen naar een voor die [slachtoffer] onbekende woning en/of
- tegen de wil van die [slachtoffer] (telkens) seksuele handelingen met haar verricht en/of
- die [slachtoffer] in een auto gezet/geplaatst en/of laten plaatsnemen en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd: "je moet eerst wat doen, dan pas brengen we je thuis" en/of "of je moet mij pijpen of we gaan naar de [winkel 1] " en/of "Niet naar de [winkel 1] is ook niet verder rijden" en/of
- die [slachtoffer] gevraagd of zij een identiteitskaart en/of bankpas bij zich had en/of
- die [slachtoffer] naar de [winkel 1] te [plaats 2] vervoerd/gereden en/of
- die [slachtoffer] een instructie gegeven dat zij binnen een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam en/of een Iphone14 Pro Max moest vragen en/of
- met die [slachtoffer] voornoemde [winkel 1] is binnengegaan en/of (vervolgens) een telefoonabonnement met die [slachtoffer] afgesloten en/of
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] de betreffende telefoon (Iphone14 Pro Max) van die [slachtoffer] afgepakt en/of
- met die [slachtoffer] naar de [winkel 2] te [plaats 2] is gereden en/of
- die [slachtoffer] (wederom) instructies gegeven dat zij een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam en/of
- toen die [slachtoffer] zei dat zij naar huis wilde, tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij wat moest doen voordat zij haar naar huis zouden rijden/brengen en/of dat zij anders zouden omdraaien naar Den Haag en/of dat zij dankbaar moest zijn dat hij, verdachte, haar naar huis zou brengen omdat zij ook al geen dingen met hem op de achterbank wilde doen en/of dat het pijpen of de [winkel 1] was en/of
- (vervolgens) naar de [winkel 1] in [plaats 3] is gereden en/of die [slachtoffer] (wederom) instructies gegeven dat zij een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam;
(art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek
van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 6° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 9° Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of Kampen en/of Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] door geweld en/of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of enige andere feitelijkheid
Wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immer heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- contact gelegd met die [slachtoffer] via Snapchat en/of
- die [slachtoffer] met de auto opgehaald bij haar woning en/of meegenomen in de auto en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] afgepakt (waardoor zij niet meer kon communiceren) en/of
- die [slachtoffer] meegenomen naar een voor die [slachtoffer] onbekende woning en/of
- tegen de wil van die [slachtoffer] (telkens) seksuele handelingen met haar verricht en/of
- die [slachtoffer] in een auto gezet/geplaatst en/of laten plaatsnemen en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd:"je moet eerst wat doen, dan pas brengen we je thuis" en/of "of je moet mij pijpen of we gaan naar de [winkel 1] " en/of "Niet naar de [winkel 1] is ook niet verder rijden" en/of
- die [slachtoffer] gevraagd of zij een identiteitskaart en/of bankpas bij zich had en/of
- die [slachtoffer] naar de [winkel 1] te [plaats 2] vervoerd/gereden en/of
- die [slachtoffer] een instructie gegeven dat zij binnen een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam en/of een Iphone14 Pro Max moest vragen en/of
- met die [slachtoffer] voornoemde [winkel 1] is binnengegaan en/of (vervolgens) een telefoonabonnement met die [slachtoffer] afgesloten en/of
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] de betreffende telefoon (Iphone14 Pro Max) van die [slachtoffer] afgepakt en/of
- met die [slachtoffer] naar de [winkel 2] te [plaats 2] is gereden en/of
- die [slachtoffer] (wederom) instructies gegeven dat zij een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam en/of
- toen die [slachtoffer] zei dat zij naar huis wilde, tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij wat moest doen voordat zij haar naar huis zouden rijden/brengen en/of dat zij anders zouden omdraaien naar Den Haag en/of dat zij dankbaar moest zijn dat hij, verdachte, haar naar huis zou brengen omdat zij ook al geen dingen met hem op de achterbank wilde doen en/of dat het pijpen of de [winkel 1] was en/of
- (vervolgens) naar de [winkel 1] in [plaats 3] is gereden en/of die [slachtoffer] (wederom) instructies gegeven dat zij een telefoonabonnement moest afsluiten op haar naam;
(art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij in of omstreeks de periode van 19 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 te St Willebrord, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens)
- zijn penis in de vagina en/of anus en/of mond van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of
- zijn tong in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of
- een tandenborstel in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of
- in de borsten van die [slachtoffer] geknepen en/of aan de borsten gelikt en/of
- die [slachtoffer] hem laten aftrekken, waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer] in de late avond nabij haar woning heeft opgehaald met drie personen, terwijl [slachtoffer] slechts één persoon verwachtte en/of
- met hoge snelheid en/of rokend en/of blowend met een auto naar een voor [slachtoffer] onbekend plek is gereden en/of die [slachtoffer] heeft meegenomen in een voor haar onbekende woning en/of
- de deur van die woning op slot heeft gedaan en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] meerdere keren heeft gepakt waardoor zij geen beschikking meer had over haar telefoon en/of
- (aldus) een (angstige) sfeer heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] -die tamelijk jong en naïef was en zonder toestemming van haar ouders van huis was vertrokkenniet weg durfde te gaan en/of
- opdracht heeft gegeven zich uit te kleden en/of op bed te gaan liggen en/of
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt bij haar hoofd en/of schouders en/of heupen en/of die [slachtoffer] met kracht heeft omgedraaid en/of haar benen uit elkaar gedaan en/of
- onverhoeds en onverwacht op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of zijn penis onverhoeds in haar vagina heeft geduwd en/of
- is doorgegaan met seksuele handelingen nadat die [slachtoffer] had aangegeven dat zij niet wilde en/of maagd was en/of moest huilen en/of - de seksuele handelingen heeft gefilmd en/of heeft toegekeken terwijl een ander seksuele handelingen met die [slachtoffer] verrichtte en/of heeft gelachen en/of overlegd met elkaar over die seksuele handelingen en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij hun sletje was en/of dat zij ‘Meester’ of ‘daddy’ moest zeggen;
(art 242 Wetboek van Strafrecht, art 248 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 25 juni 2023, genummerd PL09002023184283, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 207. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar het proces-verbaal van 1 augustus 2023, wordt hieraan (A) toegevoegd, en wanneer naar het proces-verbaal van 4 september 2023 wordt verwezen een (B).
2.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 70.
3.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 298 (A).
4.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 300 (A).
5.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 303 (A).
6.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 304 (A).
7.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 305 (A).
8.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 306 (A).
9.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 307 (A).
10.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 308 (A).
11.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 309 (A).
12.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 310 (A).
13.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 311 (A).
14.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 312 (A).
15.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 11.
16.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 12.
17.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 13.
18.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 14.
19.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 15.
20.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 14 en 15.
21.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 16.
22.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 17.
23.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 18.
24.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 19.
25.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 436 (B).
26.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 437 (B).
27.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 438 (B).
28.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 439 (B).
29.Een geschrift, inhoudende een afbeelding van een chatgesprek pagina 459
30.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 484 (B).
31.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 487 (B).
32.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 489 (B).
33.Een geschrift inhoudende een forensische deskundige rapportage, pagina 431 en 432 (B).
34.Een geschrift inhoudende een forensische deskundige rapportage, pagina 433 (B).
35.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , pagina 37
36.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , pagina 26.
37.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , pagina 27.
38.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , pagina 29.
39.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , pagina 30.
40.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 46.
41.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 47.