ECLI:NL:RBMNE:2024:2478

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
573621 FT RK 24-388
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking aanwijzing herstructureringsdeskundige na succesvolle mediation en ambtshalve opheffing afkoelingsperiode

Op 23 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een beschikking gegeven in de zaak met rekestnummer 573621 FT RK 24-388. De beschikking betreft het verzoek van mevrouw mr. [Herstructureringsdeskundige], in haar hoedanigheid van herstructureringsdeskundige, om haar aanwijzing in te trekken na een succesvolle mediation tussen de besloten vennootschap [verweerster] B.V. en [bedrijf]. De mediation, die plaatsvond in de Verenigde Staten, leidde tot een schikking, waardoor de Herstructureringsdeskundige concludeerde dat er geen noodzaak meer was voor een WHOA-akkoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Herstructureringsdeskundige niet langer in de situatie verkeert waarin zij een akkoord zou moeten aanbieden aan schuldeisers van [verweerster].

De rechtbank heeft ook de op 23 januari 2024 afgekondigde afkoelingsperiode ambtshalve opgeheven, omdat niet langer voldaan werd aan de voorwaarden van artikel 376 lid 1 van de Faillissementswet. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de Herstructureringsdeskundige om haar salaris vast te stellen op € 10.823,93 exclusief btw, ingewilligd, aangezien [verweerster] met dit verzoek heeft ingestemd. De beschikking is uitgesproken door mr. P.J. Neijt, voorzitter, en de rechters mr. I.C. Prenger – de Kwant en mr. B.A. Cnossen, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Toezicht
Locatie Lelystad
rekestnummer: 573621 FT RK 24-388
uitspraakdatum: 23 april 2024
beschikking op het verzoek van:
mevrouw
mr. [Herstructureringsdeskundige],
in haar hoedanigheid van herstructureringsdeskundige,
kantoor houdende te [kantoorplaats] ,
hierna te noemen: de “Herstructureringsdeskundige”,
advocaat: mr J.J. van Ee te Amsterdam.
in de besloten akkoordprocedure van:
de besloten vennootschap
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: “ [verweerster] ”,
advocaten: mrs. M.A. Broeders en D.T. van Loggerenberg te Amsterdam,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 9 februari 2024,
- het verzoekschrift van 15 april 2024
- de instemmingsverklaring van 17 april 2024.

2.Het verzoek

2.1.
De Herstructureringsdeskundige heeft gevraagd om:
intrekking van haar aanwijzing,
vaststelling van haar salaris,
intrekking van de machtiging op te treden als
foreign representative.
2.2.
Op 9 februari 2024 is de Herstructureringsdeskundige aangewezen en gestart met haar werkzaamheden. Op dat moment liep ook een mediationtraject in de Verenigde Staten tussen [verweerster] en [bedrijf] . Op 28 februari 2024 ontving de Herstructureringsdeskundige een bevestiging van de advocaten van [verweerster] en [bedrijf] dat dit traject had geleid tot een schikking. De in Nederland lopende procedure werd op gezamenlijk verzoek doorgehaald.
2.3.
Nu het geschil tussen [bedrijf] en [verweerster] is beslecht, is geen sprake meer van een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van haar schulden niet zou kunnen voortgaan. De Herstructureringsdeskundige acht het daarom niet langer noodzakelijk of opportuun dat een WHOA-akkoord aan (één of meer) schuldeisers van [verweerster] wordt aangeboden. De Herstructureringsdeskundige vraagt daarom haar aanwijzing tot herstructureringsdeskundige in te trekken.
2.4.
De machtiging van de Herstructureringsdeskundige als
foreign representativeis verbonden aan haar aanwijzing tot herstructureringsdeskundige. De Herstructureringsdeskundige vraagt daarom om gelijktijdige intrekking van deze machtiging.
2.5.
De Herstructureringsdeskundige vraagt ex artikel 371 lid 10 Fw haar salaris vast te stellen op € 10.823,93 exclusief btw.
2.6.
[verweerster] heeft ingestemd met de verzoeken van de Herstructureringsdeskundige. De Herstructureringsdeskundige heeft een door [verweerster] ondertekende instemmingsverklaring overgelegd.

3.De beoordeling

3.1.
Uit het verzoek van de Herstructureringsdeskundige wordt voldoende aannemelijk dat geen akkoord zal worden aangeboden, omdat [verweerster] niet langer verkeert in de in artikel 370 Fw bedoelde toestand. De rechtbank zal daarom de aanwijzing van de Herstructureringsdeskundige intrekken. Hetzelfde geldt voor de daaraan gekoppelde machtiging om namens [verweerster] als
foreign representativeop te treden.
3.2.
Omdat niet langer wordt voldaan aan artikel 376 lid 1 Fw zal de rechtbank ambtshalve de op 23 januari 2024 afgekondigde afkoelingsperiode intrekken.
3.3.
Het gevraagde salaris is redelijk, gelet op de omvang en aard van de door de Herstructureringsdeskundige verrichte werkzaamheden. Nu er van de zijde van [verweerster] werd ingestemd met het gevraagde salaris, zal de rechtbank het salaris overeenkomstig het verzoek vaststellen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
heft op de op 23 januari 2024 afgekondigde afkoelingsperiode;
4.2.
trekt in de aan de Herstructureringsdeskundige verleende machtiging om op te treden als
foreign representative(buitenlandse vertegenwoordiger) van [verweerster] ,
4.3.
trekt in de aanwijzing van mevrouw mr. [Herstructureringsdeskundige] , voornoemd, als herstructureringsdeskundige;
4.4.
stelt het salaris van de Herstructureringsdeskundige vast op € 10.823,93 exclusief btw;
4.5.
bepaalt dat voornoemd salaris ten laste van [verweerster] komt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Neijt, voorzitter, mr. I.C. Prenger – de Kwant en mr. B.A. Cnossen, rechters, en in aanwezigheid van de griffier, en uitgesproken door mr. P.J. Neijt op 23 april 2024.