In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 23 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 12 juli 2023 bezwaar gemaakt en na het verstrijken van de beslistermijn, heeft zij op 14 november 2023 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat verweerder alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar moest nemen. Tevens werd verweerder opgedragen een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de termijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 50,- werd aan haar vergoed. De rechtbank benadrukte dat de termijnen voor het nemen van besluiten in dergelijke zaken zijn vastgesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en dat deze termijnen door de rechtbank worden overgenomen. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.