In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 23 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 21 maart 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 5 april 2023 in gebreke was gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 21 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum voor een vooraankondiging op 26 juni 2024. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen. De rechtbank volgt de termijnen die zijn vastgesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in eerdere uitspraken, en past deze toe in deze zaak.