In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 23 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 31 januari 2023, maar verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en had verweerder in gebreke gesteld op 9 februari 2024. Na het verstrijken van de termijn heeft eiseres op 18 maart 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de rechtbank Amsterdam de zaak had moeten doorverwijzen naar de rechtbank Midden-Nederland, die bevoegd was om te oordelen over het beroep. De rechtbank besloot dat verweerder alsnog een besluit moest nemen binnen twee weken na de uitspraak. Tevens werd bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moest betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschreed, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook het betaalde griffierecht van € 51,- vergoed. De rechtbank nam de termijnen over die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waren vastgesteld voor het nemen van besluiten in soortgelijke zaken.