In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 23 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 20 juni 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres had verweerder op 22 augustus 2023 in gebreke gesteld en heeft vervolgens op 26 februari 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum voor een vooraankondiging op 5 juni 2024. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.