In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 24 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 18 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Belastingdienst in gebreke was gesteld op 30 juni 2022 en eiseres pas op 31 januari 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van zes weken na de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in overeenstemming gebracht met de richtlijnen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die op 23 augustus 2023 zijn vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.