In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 23 april 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 4 november 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 12 maart 2024 en het beroep pas op 28 maart 2024 was ingediend. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 8 juli 2024 voor het doen van een vooraankondiging. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 218,75, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.