Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties F5 tot en met F24
- de door [handelsnaam 1] overgelegde producties E12 tot en met E16 en het geluidsfragment van 12 juli 2022
- de mondelinge behandeling van 15 februari 2024
- de pleitaantekeningen van [handelsnaam 1]
2.De beoordeling
2.4. Het gaat in deze zaak (uiteindelijk) om de vraag of afgewikkeld moet worden conform de oude tussen partij gemaakte afspraken over de vergoeding van commissies (productie E7) of conform de beweerdelijke nieuwe afspraken (producties F7 en F8).Het antwoord op deze vraag is relevant, omdat de hoogte van de verkoopcommissie verschilt die [handelsnaam 1] ontvangt voor de verkoop van [naam] vaartuigen. Daar waar de commissieafspraken conform de oude afspraken in de verhouding 50%-50% staan, is de verhouding van de commissies conform de nieuwe beweerdelijke afspraak 30%-30%-40% (met 30% voor [handelsnaam 1] ).
29 september 2021 dat plaatsvond in aanwezigheid van partijen en de heer [B] . Die nieuwe afspraken zijn vervolgens vastgelegd in twee e-mails aan [handelsnaam 1] van 15 oktober 2021 (vgl. producties F7 en F8). Naar die e-mails wordt verwezen in een aan [handelsnaam 1] verstuurde e-mail van 15 juli 2022. [handelsnaam 1] zelf refereert bovendien aan de nieuwe afspraken in het gesprek op 12 juli 2022 waarvan een transcriptie is overgelegd. Ook blijkt uit notulen dat er uitvoering is gegeven aan de afspraken (vgl. productie F10), aldus [handelsnaam 2] .
e-mailadres zag staan in een aan haar (aan haar gmail-adres) doorgestuurde e-mail. [handelsnaam 1] kende de nieuwe commissieafspraken niet en heeft hieraan dan ook niet gerefereerd in het gesprek op 12 juli 2022. Het deel van de transcriptie van het gesprek op 12 juli 2022, waarnaar [handelsnaam 2] verwijst, ziet volgens [handelsnaam 2] op andere commissieafspraken. Volgens [handelsnaam 1] is nooit afgerekend op basis van de beweerdelijke nieuwe commissieafspraken.
3.3. De beslissing
22 mei 2024voor uitlating door [handelsnaam 2] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni 2024 tot en met oktober 2024 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
24 april 2024.