ECLI:NL:RBMNE:2024:2440

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
07-607350-06 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een psychiatrische stoornis en recidivegevaar

Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], geboren in 1977. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar toegewezen. Betrokkene is eerder veroordeeld voor poging doodslag en bedreiging, en is sinds 22 april 2007 ter beschikking gesteld. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en adviezen van deskundigen. Tijdens de zitting op 8 april 2024 zijn de officier van justitie, de betrokkene en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat betrokkene stabiel functioneert, maar dat er nog steeds sprake is van een psychiatrische stoornis, namelijk schizofrenie en een stoornis in het gebruik van middelen. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft de verlenging met één jaar toegewezen, zodat er na dat jaar kan worden beoordeeld of een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel aan de orde is. Het verzoek van de verdediging om aanhouding voor het opstellen van een maatregelenrapport is afgewezen, omdat de deskundigen en reclassering van mening zijn dat een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet passend is. De rechtbank benadrukt dat de stabiliteit van betrokkene in de nieuwe woonsituatie moet worden afgewacht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 07-607350-06 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 22 april 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [1977] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van de rechtbank Zwolle-Lelystad waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij is veroordeeld voor (kort gezegd) poging doodslag meermalen gepleegd en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 april 2007;
  • de beslissing van deze rechtbank van 1 mei 2023, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 5 maart 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar;
  • het verlengingsadvies van [instelling 1] van 15 februari 2024, opgemaakt door drs. [A] (klinisch psycholoog), drs. [B] (GZ psycholoog) en drs. [C] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met een jaar;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 18 september 2023 tot en met 4 maart 2024.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 8 april 2024 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. D.M.A. van der Zwan;
- de betrokkene, bijgestaan door mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, mevrouw drs. [B] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Hierin is het volgende opgenomen.
Betrokkene is een 45-jarige man, gediagnosticeerd met schizofrenie en een stoornis in het gebruik van verschillende middelen (in langdurige volledige remissie bij institutionalisering).
In verband met aanhoudende psychotische decompensatie vindt medicatiewijziging plaats in januari 2018, waarbij wordt gestart met het gebruik van clozapine. Sindsdien is een positieve verandering zichtbaar: betrokkene is psychiatrisch stabiel, medicatietrouw en toont zich correct in contact, waarbij hij frustraties steeds vaker en beter in gesprek brengt. Betrokkene zet de positieve lijn door en zijn vrijheden worden geleidelijk uitgebreid. In de zomer van 2020 is tijdelijk sprake van een psychiatrisch instabieler beeld, maar het toestandsbeeld stabiliseert en betrokkene verhuist in april 2021 naar een zelfstandige HAT-woning op het terrein van [instelling 2] .
In oktober 2022 verhuist betrokkene naar de woonvoorziening van [instelling 3] . De
behandelverantwoordelijkheid ligt hierbij bij de Waag (ForFACT). Het functioneren van betrokkene is stabiel en tot op heden worden er geen signalen van ontregeling waargenomen. De begeleiding richt zich op het zoveel mogelijk stabiel functioneren op verschillende leefgebieden. Onderhavige periode blijft betrokkene zich open opstellen in het contact en toont hij zich gemotiveerd voor de begeleiding vanuit de Waag en het toezicht
vanuit de reclassering. Betrokkene heeft een stabiele dagstructuur, daarnaast heeft hij goed contact met zijn medebewoners. Eind februari 2023 krijgt betrokkene toestemming om frequenter onbegeleide verloven naar zijn ouders te ondernemen. De verloven verlopen naar wens en inmiddels onderneemt hij deze maandelijks. Betrokkene uit de wens om dichter bij zijn ouders te gaan wonen. Eind 2023 vindt hieromtrent een overleg plaats tussen [instelling 3] , de Waag en de reclassering. Geconcludeerd wordt dat er een passende woonvoorziening van [instelling 3] is in [woonplaats] .
Komende adviesperiode zal het proefverlof voortgezet worden om de woonsituatie te bestendigen. Vervolgens zal er, afhankelijk van het verloop van het verblijf van betrokkene, toegewerkt worden naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het risico op terugval in gewelddadig gedrag wordt zowel in het huidige kader als bij verhuizing naar locatie [woonplaats] ingeschat als laag. Indien de tbs-maatregel komt te vervallen loopt het risico op gewelddadig gedrag op naar matig tot hoog. Gezien het vorenstaande adviseert de kliniek de tbs-maatregel te verlengen met de termijn van één jaar.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Uit de toelichting volgt dat zij contact heeft gehad met de reclassering. Daarbij is gesproken over een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. Dit was de lijn die zou worden ingezet na de vorige verlengingszitting. Het gaat goed met betrokkene door de structuren die om hem heen staan, maar betrokkene blijft kwetsbaar. Betrokkene is net twee weken geleden verhuisd naar de locatie van [instelling 3] in [woonplaats] . Hij moet worden overgedragen aan een nieuw ForFact-team en daarnaast is er ook nieuwe begeleiding in de woonvorm. De kliniek en de reclassering vinden, gelet op het voorgaande, dat sprake is van een fragiele situatie en daarmee is een voorwaardelijke beëindiging op dit moment nog niet aan de orde. De deskundige geeft aan dat voor het opzetten en bestendigen van structuren ten minste zes tot negen maanden nodig zal zijn.
De reclassering heeft om die reden dan ook nog geen maatregelenrapport opgesteld. Er is bij betrokkene tot op zekere hoogte ziekte-inzicht en hij houdt zich aan de voorwaarden, maar er is nauwelijks sprake van intrinsieke motivatie. Betrokkene kan bij [instelling 3] blijven wonen bij een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel

4.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit de onder 1 genoemde voortgangsverslagen. Uit het voortgangsverslag over de periode 1 januari 2024 tot en met 1 maart 2024 volgt het volgende.
Met het huidige risicomanagement, te weten transmuraal wonen op het terrein van [instelling 2] in het kader van proefverlof, wordt het risico op een terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als laag. Indien betrokkene in het kader van proefverlof verhuist naar een beschermde woonvorm buiten het terrein, wordt het risico ingeschat als laag tot matig. Het risico bevindt zich in de verhoogde aanwezigheid van middelen en/of medebewoners die middelen gebruiken in verband met een gehanteerd gedoogbeleid bij [instelling 3] . Omdat de terbeschikkingstelling van kracht blijft, wordt verwacht dat betrokkene zich zal blijven conformeren aan de gestelde voorwaarden, maar er kan niet geheel uitgesloten worden dat hij de verleiding niet kan weerstaan. Met een daarop samen met [instelling 3] afgestemd vroegsignalerings- en terugvalpreventieplan, wordt ingeschat dat fysieke agressie zal uitblijven. Op het moment dat de tbs-maatregel komt te vervallen, wordt op langere termijn een hoog risico op terugval in gewelddadig gedrag verwacht. Betrokkene zal op den duur stoppen met zijn medicatie, zijn dagstructuur loslaten, terugvallen in middelengebruik en als gevolg daarvan psychiatrisch ontregelen. Dit vergroot de kans op agressief gedrag.
Betrokkene werkte tot voor kort vier halve dagen per week als vrijwilliger bij een kringloopwinkel in [plaats] . Hij vindt dit werk leuk om te doen en ging er trouw heen. Hij fietste iedere dag naar zijn dagbesteding en hij vindt dat hij daarmee voldoende beweging krijgt.
Aandachtspunt blijft echter dat hij niet teveel hooi op zijn vork moet nemen. De goede balans zoeken tussen een voldoende gevuld dagprogramma en voldoende rust is belangrijk voor zijn psychische stabiliteit. Gelet op zijn problematiek lijkt het niet haalbaar dat betrokkene ooit deel kan nemen aan het reguliere arbeidsproces. Hij heeft uitgesproken dat dit laatste wel een wens van hem is na de maatregel. Betrokkene is zich er van bewust dat bij een verhuizing ook zijn dagbesteding zal veranderen.
Betrokkene heeft in onderhavige periode de locatie van [instelling 3] bezocht in [woonplaats] . Betrokkene vertelt tijdens de intake wat hij bijvoorbeeld kan, zoals koken, maar ook wat hij belangrijk vindt bijvoorbeeld goede hygiëne. Het grote voordeel van verhuizen naar [woonplaats] zit hem in de besparing van reistijd naar familie, en dus ook kosten. Betrokkene heeft na de intake en rondleiding gehoord dat hij daar geaccepteerd is. In principe was er al plek vanaf 4 maart, echter moet toestemming omtrent verlof afgewacht worden voor hij kan verhuizen. Betrokkene zelf denkt na over hoe hij de verhuizing moet organiseren. Wie kan hij vragen om te helpen en waar kan een aanhangwagen gehuurd worden, zijn vragen die hij zelf uitzoekt.
Betrokkene heeft zich gehouden aan de afspraken en voorwaarden. Het toezicht wordt ongewijzigd voortgezet.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met een jaar gehandhaafd. Aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. De dwangverpleging duurt al een lange tijd en de officier van justitie begrijpt dat betrokkene graag weer meer vrijheden wil. Juist omdat betrokkene al zo lang dwangverpleging heeft, is het van belang dat hij op alle fronten over een langere periode stabiliteit heeft voordat wordt overgegaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. Het komende jaar kunnen de nodige stappen worden gezet richting een voorwaardelijke beëindiging. De officier van justitie verzet zich gelet op het voorgaande tegen aanhouding voor het door de reclassering doen opmaken van een maatregelenrapport.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft – gelet op de positieve ontwikkelingen en het laag ingeschatte recidiverisico ook na de verhuizing van betrokkene naar een locatie van [instelling 3] in [woonplaats] – verzocht om de beslissing ten aanzien van de dwangverpleging aan te houden voor de duur van drie tot zes maanden voor het door de reclassering doen opmaken van een maatregelenrapport. Betrokkene heeft ervoor gekozen om te verhuizen naar een locatie in de buurt van zijn familie en daardoor zal de dwangverpleging nu nog een jaar langer duren. Bij een aanhouding kan betrokkene laten zien dat hij in staat is stabiel te blijven en toe is aan de volgende stap, te weten een voorwaardelijke beëindiging.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 8 februari 2007 veroordeeld voor (kort gezegd) poging doodslag meermalen gepleegd en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De rechtbank heeft in de verlengingsbeslissing van 24 april 2015 overwogen dat de
opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie en een stoornis in het gebruik van verschillende middelen (in
langdurige volledige remissie bij institutionalisering). Verder is er bij betrokkene sprake van trekken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als matig tot hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het adviezen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting, de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies komt naar voren dat betrokkene de afgelopen periode stabiel heeft gefunctioneerd en er tot op heden geen signalen van ontregeling worden waargenomen. De begeleiding richt zich op het zoveel mogelijk stabiel functioneren van betrokkene op verschillende leefgebieden. Betrokkene blijft zich open opstellen in het contact en hij toont zich gemotiveerd voor de begeleiding vanuit de Waag en het toezicht vanuit de reclassering. Verder heeft betrokkene een stabiele dagstructuur en maandelijks onbegeleide verloven die naar wens verlopen.
De komende periode zal het proefverlof worden voortgezet om de nieuwe woonsituatie binnen [instelling 3] in [woonplaats] te bestendigen en de beschermende kaders aldaar te verstevigen. Afhankelijk van het verloop van het verblijf van betrokkene daar, zal worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. De deskundige heeft ter terechtzitting aangegeven dat, indien betrokkene de positieve lijn waarvan sprake is, weet door te zetten en de komende zes tot negen maanden laat zien op alle leefgebieden stabiel te kunnen functioneren, er kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank zal de maatregel met één jaar verlengen, zodat na dat jaar kan worden beoordeeld of een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel daadwerkelijk aan de orde is.
Afwijzing verzoek tot opstellen maatregelenrapport
Het verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen.
De rechtbank stelt vast dat ondanks dat in de vorige verlengingsbeslissing van 1 mei 2023 stond opgenomen dat voor de onderhavige verlenging een maatregelenrapport diende te worden opgesteld, deze niet door de officier van justitie, de verdediging en de rechtbank is ontvangen.
Ter terechtzitting heeft de deskundige aangegeven dat een voorwaardelijke beëindiging met de reclassering is besproken. Zowel de kliniek als de reclassering zijn gelet op de verhuizing naar [instelling 3] te [woonplaats] van mening dat een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet passend is. Betrokkene functioneert tot op heden weliswaar stabiel, maar dit komt door de structuren die om hem heen stonden bij [instelling 2] . Door de verhuizing moeten de structuren opnieuw worden opgezet en bestendigd. Bovendien zal moeten worden getoetst of betrokkene zijn stabiliteit weet te behouden binnen [instelling 3] gelet op het gedoogbeleid. Dit zal volgens de deskundige zeker zes tot negen maanden in beslag nemen. De rechtbank overweegt dat, indien betrokkene in staat is de stijgende lijn, zoals hij die de afgelopen periode heeft laten zien en nog steeds laat zien, voort te zetten, de reclassering zonder tussenkomst van de rechtbank een maatregelenrapport zal opstellen. In dat geval zal de reclassering het komende jaar ook al meer worden betrokken bij de begeleiding van betrokkene en zal hij de betrokkenheid van de reclassering het komende jaar ook al merken.

8.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afhet verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
-
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met
een jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. H. den Haan, voorzitter, mrs. A.M.M.E. Doekes-Beijnes en B.F. Hammerle, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.S. Salet als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2024.
Mr. Doekes-Beijnes is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.