ECLI:NL:RBMNE:2024:2391
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Participatiewet; onzorgvuldige besluitvorming door het college
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht over de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Participatiewet. Eiser, een 59-jarige man met een lichamelijke beperking, had een bijstandsuitkering ontvangen die per 19 december 2022 werd ingetrokken. Het college stelde dat eiser niet op het opgegeven woonadres verbleef en vorderde een bedrag van € 438,95 terug. Eiser maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het college handhaafde het besluit. De rechtbank behandelde het beroep op 13 december 2023, maar door de afwezigheid van de rechter werd het vooronderzoek heropend en later gesloten zonder verdere zitting.
De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende zorgvuldig had gehandeld bij de intrekking van de bijstand. Eiser had aangevoerd dat zijn situatie niet was veranderd tussen de intrekking van de bijstand en de latere toekenning van bijstand. De rechtbank concludeerde dat het college niet voldoende onderzoek had gedaan naar de woon- en leefsituatie van eiser en dat de motivering van het bestreden besluit tekortschietend was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde de situatie door te bepalen dat eiser recht had op bijstand vanaf 19 december 2022, en dat de terugvordering van het teveel ontvangen bedrag niet in stand bleef. Tevens werd het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser.