In deze civiele procedure heeft de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. op 12 februari 2024 een dagvaarding met producties laten betekenen aan de gedaagde. De zaak is op de rol van 14 februari 2024 aangebracht, waarna de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Sala, zich heeft gesteld. De conclusie van antwoord had uiterlijk op 27 maart 2024 ingediend moeten worden, maar dit is niet tijdig gebeurd. De rechtbank heeft op 27 maart 2024 contact opgenomen met de advocaat van de gedaagde, die vervolgens alsnog een conclusie van antwoord heeft ingediend, maar te laat. De rechtbank heeft besloten om geen mondelinge behandeling te houden en heeft de gedaagde akte niet dienen verleend, waardoor het recht om te concluderen verviel. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde geen verweer meer kan voeren, omdat de mogelijkheid om dit te doen niet is benut. De vorderingen van Zilveren Kruis zijn niet betwist en zijn toegewezen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 52.920,72 aan Zilveren Kruis, vermeerderd met wettelijke rente, en moet ook de proceskosten vergoeden, die zijn begroot op € 4.418,38. Het verzoek van de gedaagde om een mondelinge behandeling is afgewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.