In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 7 maart 2022 bezwaar gemaakt, maar de Belastingdienst heeft pas op 21 maart 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen. Indien de Belastingdienst deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De rechtbank volgt de termijnen die zijn vastgesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak, en ziet geen aanleiding om hiervan af te wijken. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.