ECLI:NL:RBMNE:2024:2359

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
17 april 2024
Zaaknummer
16/039893-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak met betrekking tot vervaardiging van methamfetamine en deelname aan criminele organisatie

Op 18 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie, het vervaardigen van methamfetamine, en witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De zaak kwam ter terechtzitting na een uitgebreid onderzoek, waarbij de verdachte op verschillende data in 2022 en 2024 werd gehoord. De officier van justitie had bewijs gepresenteerd dat de verdachte betrokken was bij de productie van methamfetamine en het voorhanden hebben van grote hoeveelheden van deze stof. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte en stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat de gedragingen van de verdachte niet konden worden gekwalificeerd als deelname aan de criminele organisatie of als het vervaardigen van methamfetamine. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet had bijgedragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de organisatie en dat er geen bewijs was dat zij opzettelijk betrokken was bij de productie of het voorhanden hebben van methamfetamine. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en gelast de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/039893-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 18 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 1 juni 2022 (pro forma), 11 oktober 2022 (regie), 14 februari (inhoudelijke behandeling) en 4 april 2024 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting).
De rechtbank heeft bij de inhoudelijke behandeling kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mr. A.E. Lohuis en mr. A.J.M. Vreekamp (hierna tezamen genoemd: de officier van justitie) en van hetgeen verdachte en haar raadsman mr. K. Durdu, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de terechtzitting van 14 februari 2024 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] en/of [plaats] en/of
Rotterdam heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, welke organisatie tot oogmerk
had het vervaardigen van methamfetamine;
feit 2primair
in de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] (in een woning en/of
een schuur) in vereniging methamfetamine heeft vervaardigd;
feit 2 –subsidiair
in de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] (in een woning en/of
een schuur) behulpzaam is geweest bij het vervaardigen van methamfetamine door producten
en/of voorwerpen en/of stoffen te verplaatsen en te helpen bij het opruimen;
feit 3
op 15 februari 2022 te [woonplaats] in vereniging ongeveer 25,45 kilogram en/of 2,99 kilogram
en/of 78,1 kilogram en/of 280,85 liter methamfetamine (HCI) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 4 –primair
in de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] (in een woning en/of
een schuur) in vereniging en ter voorbereiding van het vervaardigen van methamfetamine
voorwerpen en/of chemicaliën en/of grondstoffen voorhanden heeft gehad;
feit 4subsidiair
in de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] (in een woning en/of
een schuur) behulpzaam is geweest bij de voorbereiding van het vervaardigen van
methamfetamine door in die periode producten en/of voorwerpen en/of stoffen te
verplaatsen en te helpen bij het opruimen.
feit 5
op 15 februari 2022 te [woonplaats] in vereniging een bedrag van € 1135,- en/of € 325,- en/of
€ 2580,- euro en/of € 2500,- voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist of had moeten vermoeden dat deze voorwerpen van enig misdrijf afkomstig waren.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
InleidingOp 15 februari 2022 heeft de politie in drie woningen te [woonplaats] doorzoekingen gedaan, te weten aan de [adres 2] , de [adres 3] en de [adres 4] . In de woning aan de [adres 2] en de bijbehorende schuur is een groot aantal voorwerpen en grondstoffen voor de vervaardiging van methamfetamine aangetroffen en ook een grote hoeveelheid methamfetamine in verschillende stadia van de productie. Ook bij de woning aan de [adres 3] is een grote hoeveelheid methamfetamine aangetroffen. Er zijn die dag in totaal negen verdachten aangehouden, waaronder verdachte. Alle negen verdachten staan in familiair- of relationeel verband tot elkaar. Op 23 februari 2022 is ook een loods aan de [adres 5] in [plaats] doorzocht. In deze loods is eveneens een hoeveelheid methamfetamine gevonden, alsmede voorwerpen die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van drugs. De huurder van deze loods is eveneens aangehouden. Op 2 mei en 12 september 2022 zijn nog twee medeverdachten aangehouden in respectievelijk Klaaswaal en Rotterdam.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, dat verdachte samen met anderen methamfetamine heeft vervaardigd en aanwezig heeft gehad en tot slot dat zij samen met anderen ter voorbereiding van het vervaardigen van methamfetamine voorwerpen en chemicaliën voorhanden heeft gehad.
De officier van justitie heeft gevraagd om verdachte vrij te spreken van het witwassen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt dat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt voor betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten, zodat zij integraal vrijgesproken dient te worden. Verdachte heeft op geen enkele wijze een bijdrage geleverd aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het vermeende criminele samenwerkingsverband. Er is geen bewijs dat verdachte concrete handelingen heeft verricht bij de productie van methamfetamine in [woonplaats] . Dat zij zo nu en dan op de camerabeelden is te zien met een vuilniszak in haar hand, zonder dat bekend is wat de inhoud van die vuilniszak was, levert geen bewijs op voor het medeplegen van het vervaardigen van methamfetamine. Verdachte kwam regelmatig in de woning van haar moeder aan de [adres 2] in [woonplaats] waar zij soms ook bleef slapen. Uit de bewijsmiddelen blijkt echter niet dat zij ook daadwerkelijk wetenschap had van de aanwezigheid van methamfetamine in de woning en dat zij daarover kon beschikken. Verdachte heeft geen wezenlijke bijdrage geleverd aan het treffen van voorbereidingshandelingen op grond waarvan kan worden gezegd dat zij nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt. Tot slot heeft verdachte met betrekking tot de genoemde geldbedragen geen handelingen verricht die als witwassen gekwalificeerd kunnen worden.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen het volgende af.
Verdachte verbleef na haar scheiding en een kort verblijf in een tijdelijke woning sinds augustus 2021 op regelmatige basis in de woning van haar moeder, medeverdachte [medeverdachte 1] , aan de [adres 2] te [woonplaats] . Haar spullen waren aldaar opgeslagen en hier woonde sinds begin 2021 ook haar destijds 4-jarige dochter Zij was vrijwel dagelijks in de woning, mede om haar dochter naar school te brengen.
De slaapkamer van verdachte bevond zich op de eerste etage van de woning. Verdachte zou samen met haar dochter op 24 februari 2022 een nieuwe woning in [woonplaats] betrekken.
ten aanzien vanfeit 1 –vrijspraak
Verdachte wordt verweten dat zij in de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, die tot oogmerk had het vervaardigen van methamfetamine.
De rechtbank heeft op basis van het dossier niet de overtuiging gekregen dat verdachte heeft deelgenomen aan de door de officier van justitie gestelde criminele organisatie, die zich bezighield met het vervaardigen van methamfetamine.
In de periode van 27 december 2021 tot en met 15 februari 2022 is verdachte verschillende keren te zien op de camerabeelden rondom de woning aan de [adres 2] . Vaak is te zien dat zij – al dan niet in gezelschap van haar dochter – de woning verlaat of de woning binnengaat. Een aantal keren is verdachte te zien terwijl zij met een krat in haar hand van de schuur naar de woning loopt of met een vuilniszak of een tas in haar hand de woning verlaat. Het is niet bekend wat er in de vuilniszak of tas zat.
Uitgaande van het bestaan van het door de officier van justitie geschetste samenwerkings-verband, kunnen deze gedragingen van verdachte, noch op zichzelf noch in onderling verband bezien, als gedragingen worden beschouwd die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, in dit geval, het vervaardigen van methamfetamine.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van wat onder feit 1 aan haar ten laste is gelegd.
ten aanzien vanfeit 2primair en subsidiair– vrijspraak
Verdachte wordt primair verweten dat zij in de periode van 27 juli 2020 tot en met
15 februari 2022 te [woonplaats] in vereniging methamfetamine heeft vervaardigd. Subsidiair wordt haar verweten dat zij bij het vervaardigen van methamfetamine opzettelijk behulpzaam is geweest in de vorm van het opruimen en schoonmaken van de productielocatie
Betrokkenheid aan een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Daarvan is sprake als de intellectuele en/of materiële bijdrage van verdachte aan het delict van voldoende gewicht is.
De rechtbank heeft op basis van het dossier niet de overtuiging gekregen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van methamfetamine of hieraan een bijdrage heeft geleverd.
De rechtbank kan, op basis van met name de appberichten in het dossier (p. 1309 en 1310) en de omstandigheid dat zij regelmatig verbleef in de slaapkamer naast het lab, zich niet aan de indruk onttrekken dat verdachte wist dat haar broer, [medeverdachte 2] , zich bezighield met het vervaardigen van methamfetamine in de woning van hun moeder. Maar die enkele wetenschap maakt niet dat zij een intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd aan het vervaardigen van methamfetamine.
Op basis van de onder feit 1 beschreven gedragingen van verdachte op de camerabeelden, kan de rechtbank niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat die zijn gerelateerd aan het vervaardigen van methamfetamine. Deze gedragingen (het dragen van een tas, vuilniszak, krat) zijn niet van dien aard dat kan worden gezegd dat verdachte daarmee een bijdrage - in welke vorm dan ook – heeft geleverd aan het vervaardigen van methamfetamine, die van voldoende gewicht was voor de vaststelling van medeplegen. Zij kunnen immers ook passen in het scenario dat verdachte bezig was met het opruimen en verhuizen van haar eigen spullen. Van belang daarbij is dat het niet gaat om voorwerpen die specifiek zijn gerelateerd aan het vervaardigen van methamafetamine zoals een vat, ketel, centrifuge of koelbox. Er zijn op de beelden ook geen andere gedragingen van verdachte zichtbaar, die er op duiden dat zij een bijdrage heeft geleverd aan het vervaardigen van methamfetamine.
In de slaapkamer van de woning [adres 2] die als laboratorium was ingericht, is onder het bed een blikje aangetroffen waarop biologische sporen zijn gevonden die overeenkomen met het DNA van verdachte. De rechtbank kan niet vaststellen dat het blikje daar terecht is gekomen in de periode dat die kamer werd gebruikt voor de vervaardiging van methamfetamine. Ook de overeenkomst van haar DNA met het mengprofiel dat op één van de zogenaamde Alaska-bakjes is gevonden, vindt de rechtbank onvoldoende redengevend gelet op haar regelmatige verblijf in de woning van haar moeder.
Voor een bewezenverklaring van het opzettelijk behulpzaam zijn (bij het vervaardigen van methamfetamine) is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op het behulpzaam zijn als bedoeld in artikel 48, aanhef en onder 1°, van het Wetboek van Strafrecht, maar ook dat het opzet van de verdachte al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf.
De rechtbank is van oordeel dat de (op basis van de camerabeelden vastgestelde) gedragingen van verdachte niet kunnen worden gekwalificeerd als gedragingen die zien op het opruimen en schoonmaken van de productiefaciliteit. Het enkele feit dat verdachte met een krat in de hand en/of met een vuilniszak de woning verlaat (zonder dat bekend is wat de inhoud is van deze vuilniszak) is onvoldoende voor het bewijs dat zij opzettelijk behulpzaam is geweest bij het vervaardigen van methamfetamine.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder feit 2 zowel primair als subsidiair ten laste gelegde.
ten aanzien vanfeit 3
Verdachte wordt verweten op 15 februari 2022 te [woonplaats] - in vereniging - de volgende hoeveelheden methamfetamine opzettelijk aanwezig te hebben gehad: 78,1 kilogram, 280,85 liter, 25,45 kilogram en 2,99 kilogram.
Van “aanwezig hebben” als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder C van de Opiumwet is sprake als de verdachte feitelijke macht over de verdovende middelen kan uitoefenen in de zin dat hij daarover kan beschikken. De verdovende middelen hoeven zich daarvoor niet noodzakelijkerwijs in de directe nabijheid van de verdachte te bevinden. Verder is vereist dat verdachte wetenschap heeft van de aanwezigheid van de verdovende middelen, althans van de aanmerkelijke kans daarop. Voor de bewezenverklaring van het “aanwezig hebben” hoeft niet te kunnen worden vastgesteld dat de verdovende middelen aan de verdachte toebehoren of dat sprake is van beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de verdovende middelen.
De rechtbank is van oordeel dat - voor zover al kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van methamfetamine op 15 februari 2022 in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] en/of in de woning aan de [adres 3] te [woonplaats] – uit het dossier niet blijkt dat zij feitelijk over de methamfetamine kon beschikken. Het enkele feit dat zij op 15 februari 2022 aanwezig is geweest in de woning aan de [adres 2] maakt niet dat zij kon beschikken over de methamfetamine.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van wat onder feit 3 aan haar ten laste is gelegd.
ten aanzien vanfeit 4primair en subsidiair
Verdachte wordt primair verweten dat zij in de periode van 27 juli 2020 tot en met
15 februari 2022 te [woonplaats] voorwerpen en/of chemicaliën en/of grondstoffen voorhanden
heeft gehad, bestemd voor het vervaardigen van methamfetamine. Subsidiair wordt haar
verweten dat zij hierbij opzettelijk behulpzaam is geweest door te ondersteunen bij het
verplaatsen/dragen van producten en/of voorwerpen en/of stoffen en/of te helpen bij het
opruimen en/of schoonmaken ten behoeve van de productiefaciliteit aldaar;
Op grond van artikel 10a van de Opiumwet wordt strafbaar gesteld opzettelijke voorbereiding en bevordering gericht op, voor zover in deze zaak van belang, het vervaardigen van middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet.
De rechtbank stelt voorop dat van “voorhanden hebben” als bedoeld in artikel 10a lid 1 van de Opiumwet sprake is als verdachte feitelijke macht over voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen kan uitoefenen in de zin dat hij daarover kan beschikken. Die voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen hoeven zich daarvoor niet noodzakelijkerwijs in de directe nabijheid van verdachte te bevinden. Voor de bewezenverklaring van “voorhanden hebben” hoeft niet te kunnen worden vastgesteld dat de voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen aan de verdachte toebehoren of dat ten aanzien daarvan sprake is van beschikkings- of beheersbevoegdheid.
Vereist is voorts wetenschap dan wel het ernstig vermoeden dat de voorwerpen bestemd zijn tot het plegen van een van de misdrijven, als bedoeld in artikel 10 lid 4 of 5 van de Opiumwet. De bestemming zal uit alle van belang zijnde omstandigheden kunnen worden afgeleid.
De rechtbank kan niet vaststellen dat de voorwerpen waarmee verdachte zichtbaar is op de camerabeelden, te weten een krat en een of meerdere vuilniszakken, bestemd waren voor het vervaardigen van methamfetamine. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de gedragingen van verdachte niet zijn te beschouwen als opruimen dan wel schoonmaken van de productiefaciliteit.
Hieruit volgt dat verdachte zal worden vrijgesproken van wat onder feit 4 – zowel primair als subsidiair – aan haar ten laste is gelegd.
ten aanzien vanfeit 5
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het aan verdachte ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Dit leidt tot de slotsom dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van alle aan haar ten laste gelegde feiten.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het op 2 juni 2022 geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

5.BESLAG

De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de onder haar in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- PL0900-2021378889-G2948450: 1 paar schoenen;
- PL0900-2021378889-G2948451: Kleding;
- PL0900-2021378889-G2948464: Witte telefoon Oppo CPH1931 .

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
 verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Voorlopige hechtenis
 heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis

Beslag

 gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
o
PL0900-2021378889-G2948450: 1 paar schoenen;
o
PL0900-2021378889-G2948451: Kleding;
o
PL0900-2021378889-G2948464: Witte telefoon Oppo CPH1931.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. J. Edgar en mr. L.C. Michon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 april 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt - na aanpassing omschrijving feiten - ten laste gelegd dat:
1
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] en/of [plaats] (gemeente Maasdriel) en/of Rotterdam, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of één of meer onbekend gebleven personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet, art 11b lid 1 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet )
2
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een woning en/of een schuur aan de [adres 2] ) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een (grote) hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of één of meer onbekend gebleven personen op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans ieder voor zich, (telkens) opzettelijk (in een woning en/of schuur) aan de [adres 2] ) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een (grote) hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
bij en/of tot het plegen van welk voornoemd misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door te ondersteunen bij het verplaatsen/dragen van producten en/of voorwerpen en/of stoffen en/of te helpen bij het opruimen en/of schoonmaken ten behoeve van de productiefaciliteit aldaar;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
3
zij op of omstreeks 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 25,45 kilogram en/of 2,99 kilogram en/of 78,1 kilogram en/of 280,85 liter (meth)amfetamine (HCI), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
4
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van een hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet|
- ( telkens) een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- ( telkens) zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- ( telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende zij verdachte en/of haar mededader(s):
een woning althans ruimte (waaronder een schuur behorende bij die woning) gebruikt voor de productie van synthetische drugs en/of één of meer voertuigen geregeld/gebruikt om chemicaliën en/of grondstoffen te vervoeren en/of voorwerpen en/of chemicaliën en/of grondstoffen, te weten
- een of meerdere rechthoekige bakjes (met opschrift Alaska) en/of
- een thermometer
- één rvs-pan (merk: Pujadas) gevuld met een oplossing althans een of meerdere stoffen en/of - een of meerdere (inductie)kookpla(a)ten en/of
- een of meerdere koelbox(en) gevuld met vloeistof en/of kristallen en/of
- een of meerdere ijsemmer(s) (merk Toros) met aftapkraan gevuld met vloeistof en/of kristallen
- vijf althans een of meerdere jerrycans met zoutzuur en/of
- een jerrycan met ‘Acidity Regulator 37’ althans een zure vloeistof en/of
- een of meerdere vaten gevuld met tolueen en/of aceton althans een vloeistof en/of
- twee, althans een of meerdere emmers gevuld met een vloeistof en/of
- een vat met een licht basisch vloeistof en/of
- een of meerdere fles(sen) en/of emmer(s) met FD-metamfetamine, althans een vloeistof en/of
- een (plastic) zak met FD-wijnsteenzuur en/of
- twee althans een of meerdere centrifuges en/of
- een zuurkoolvat gevuld met MAPAA/APAA althans een poeder en/of
- een rvs-pan en/of
- tweeënvijftig althans één of meerdere liters vervuilde scheitrechter en/of
- een balans en/of
- een of meerdere vloeistofpompen en/of
- een of meerdere roerstokken en/of
- een of meerdere bakken (om vloeistof weg te laten lopen) en/of
- een of meerdere (vervuilde) maatbekers en/of
- een of meerdere ventilatoren en/of
- een of meerdere trechter(s) en/of
- een of meerdere plantenspuit(en) en/of
- gereedschap, waaronder lepels, deksels, schalen en/of
werkhandschoenen
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of één of meer onbekend gebleven personen op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van een hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet|
- ( telkens) een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- ( telkens) zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- ( telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende zij verdachte en/of haar mededader(s):
een woning althans ruimte (waaronder een schuur behorende bij die woning) gebruikt voor de productie van synthetische drugs en/of één of meer voertuigen geregeld/gebruikt om chemicaliën en/of grondstoffen te vervoeren en/of voorwerpen en/of chemicaliën en/of grondstoffen, te weten
- een of meerdere rechthoekige bakjes (met opschrift Alaska) en/of
- een thermometer
- één rvs-pan (merk: Pujadas) gevuld met een oplossing althans een of meerdere stoffen en/of - een of meerdere (inductie)kookpla(a)ten en/of
- een of meerdere koelbox(en) gevuld met vloeistof en/of kristallen en/of
- een of meerdere ijsemmer(s) (merk Toros) met aftapkraan gevuld met vloeistof en/of kristallen
- vijf althans een of meerdere jerrycans met zoutzuur en/of
- een jerrycan met ‘Acidity Regulator 37’ althans een zure vloeistof en/of
- een of meerdere vaten gevuld met tolueen en/of aceton althans een vloeistof en/of
- twee, althans een of meerdere emmers gevuld met een vloeistof en/of
- een vat met een licht basisch vloeistof en/of
- een of meerdere fles(sen) en/of emmer(s) met FD-metamfetamine, althans een vloeistof en/of
- een (plastic) zak met FD-wijnsteenzuur en/of
- twee althans een of meerdere centrifuges en/of
- een zuurkoolvat gevuld met MAPAA/APAA althans een poeder en/of
- een rvs-pan en/of
- tweeënvijftig althans één of meerdere liters vervuilde scheitrechter en/of
- een balans en/of
- een of meerdere vloeistofpompen en/of
- een of meerdere roerstokken en/of
- een of meerdere bakken (om vloeistof weg te laten lopen) en/of
- een of meerdere (vervuilde) maatbekers en/of
- een of meerdere ventilatoren en/of
- een of meerdere trechter(s) en/of
- een of meerdere plantenspuit(en) en/of
- gereedschap, waaronder lepels, deksels, schalen en/of
werkhandschoenen
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) bij en/of tot het plegen van welk voornoemd misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2020 tot en met 15 februari 2022 te [woonplaats] , althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door te ondersteunen bij het verplaatsen/dragen van producten en/of voorwerpen en/of stoffen en/of te helpen bij het opruimen en/of schoonmaken ten behoeve van de productiefaciliteit aldaar;
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
5
zij op of omstreeks 15 februari 2022, te [woonplaats] , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer) 1135 euro en/of 325 euro en/of 2580 euro en/of 2500 euro
(telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had, terwijl hij/zij wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf
en/of
(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten een of meerdere geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer) 1135 euro en/of 325 euro en/of 2580 euro en/of 2500 euro, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl zij wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )