Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/053658-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 18 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op
1 juni 2022 en 29 augustus 2022 (pro forma), 11 oktober 2022 (regie), 7 februari 2024 (inhoudelijke behandeling) en 4 april 2024 (sluiting onderzoek ter terechtzitting).
De rechtbank heeft bij de inhoudelijke behandeling kennisgenomen van de vorderingen van de officieren van justitie mr. A.E. Lohuis en mr. A.J.M. Vreekamp (hierna tezamen genoemd: de officier van justitie) en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
2.TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is op de terechtzitting van 7 februari 2024 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 1 februari 2021 tot en met 15 februari 2022 te Kerkdriel en/of Woerden
en/of Rotterdam heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, welke organisatie tot
oogmerk had het vervaardigen van methamfetamine;
feit 2primair
in de periode van 1 februari 2021 tot en met 15 februari 2022 te Kerkdriel (in een loods)
en/of Woerden (in een woning en/of in een schuur) in vereniging methamfetamine heeft
vervaardigd;
feit 2subsidiair
bij het vervaardigen van methamfetamine in de periode van 1 februari 2021 tot en met
23 februari 2022 te Kerkdriel (in een loods) en/of Woerden (in een woning en/of een schuur)
behulpzaam is geweest door in die periode zijn loods en voorwerpen daarvoor ter
beschikking te stellen;
feit 3
op 23 februari 2022 te Kerkdriel in vereniging ongeveer 40,3732 kilogram methamfetamine
en/of 10 liter methylamine in methanol en/of 20 liter methamfetamine in aceton en/of 1,21
gram MDMA opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 4
in de periode van 1 februari 2021 tot en met 23 februari 2022 te Kerkdriel (in een loods) in
vereniging en ter voorbereiding van het vervaardigen van methamfetamine voorwerpen en/of
chemicaliën en/of grondstoffen voorhanden heeft gehad.
3.VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1
InleidingOp 15 februari 2022 heeft de politie in drie woningen te [woonplaats] doorzoekingen gedaan, te weten aan de [adres] , de [adres] en de [adres] . In de woning aan de [straat] en de bijbehorende schuur is een groot aantal voorwerpen en grondstoffen voor de vervaardiging van methamfetamine aangetroffen en ook een grote hoeveelheid methamfetamine in verschillende stadia van de productie. Ook bij de woning aan de [straat] is een grote hoeveelheid methamfetamine aangetroffen. Er zijn die dag in totaal negen verdachten aangehouden. Alle negen verdachten staan in familiair of relationeel verband tot elkaar. Op 23 februari 2022 is een loods aan de [adres] in [plaats] doorzocht. Deze loods is in gebruik bij verdachte. In deze loods is ook een hoeveelheid methamfetamine gevonden, alsmede voorwerpen die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van drugs. Op 2 mei en 12 september 2022 zijn nog twee medeverdachten aangehouden in respectievelijk Klaaswaal en Rotterdam. Verdachte is de zwager van hoofdverdachte [medeverdachte 1] .
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie kan op basis van het dossier wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (feit 1), dat hij zich in vereniging met de productie van methamfetamine heeft beziggehouden (feit 2 primair), dat hij in vereniging een grote hoeveelheid methamfetamine aanwezig heeft gehad (feit 3) en tot slot dat verdachte verschillende voorwerpen en grondstoffen, bestemd voor de productie van methamfetamine, aanwezig heeft gehad (feit 4).
43.Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de ten laste gelegde feiten 1, 2 en 4. Daartoe heeft de raadsman het volgende aangevoerd.
Op basis van het dossier volgt mogelijk dat een aantal medeverdachten zich – met name in Woerden –samen heeft beziggehouden met de productie van verdovende middelen. Verdachte had contact met enkele medeverdachten, maar dit contact zag niet op het plegen van misdrijven. Van verdachte zijn op de goederen in Woerden geen sporen aangetroffen en hij is ook niet op de camerabeelden rondom de woning aan de [straat] te [woonplaats] te zien. Op de in de loods in Kerkdriel aangetroffen spullen zijn geen sporen van een van de medeverdachten aangetroffen. Bewijs van deelname aan het criminele samenwerkingsverband of van zijn betrokkenheid bij de productie van methamfetamine in Woerden of Kerkdriel is er niet. Verdachte heeft alleen tijdelijk drugsafval gestald in de loods in Kerkdriel op verzoek van een oude bekende. Uit onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar de inhoud van de twee opbergboxen met de grootste hoeveelheden van de partij, respectievelijk 14 kilo en ruim 23 kilo, is gebleken dat het gaat om l-metamfetaminetartraat, wat als afval achterblijft of wordt gedumpt. De in de tenlastelegging genoemde voorwerpen en stoffen bevonden zich inderdaad in zijn loods, maar daarover heeft hij verklaard dat het grootste gedeelte daar met zijn instemming is achtergelaten en het voor het overige stoffen betreffen die gebruikt werden bij het klussen aan auto’s. Van wetenschap van of opzet op strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet is dan ook geen sprake. Er is voorts geen bewijs dat er op enig moment drugs in de loods is geproduceerd.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel heeft gebaseerd opgenomen in bijlage II van dit vonnis.
ten aanzien vanfeit 1 -vrijspraak
De rechtbank stelt op basis van bewijs in het dossier vast dat medeverdachte [medeverdachte 1] in de periode van 1 december 2021 tot en met 15 februari 2022 samen met anderen in de woning en de bijbehorende schuur aan de [straat] te [woonplaats] methamfetamine heeft vervaardigd. Ook komt de rechtbank tot het oordeel dat in dat kader sprake was van een duurzaam en gestructureerd crimineel samenwerkingsverband tussen [medeverdachte 1] en een aantal medeverdachten.
De rechtbank heeft op basis van het dossier niet de overtuiging gekregen dat verdachte deel
heeft uitgemaakt van dit criminele samenwerkingsverband.
Weliswaar heeft verdachte telefonisch en via Whatsapp contact gehad met medeverdachten, maar deze berichten zijn niet te duiden als drugsgerelateerd. Uit deze contacten blijkt niet of, en zo ja welke deelnemingshandelingen verdachte heeft verricht. Ook overigens zijn deze deelnemingshandelingen niet gebleken. Uit de omstandigheid dat in de loods van verdachte methamfetamine is aangetroffen, alsmede voorwerpen en grondstoffen, die voor de productie van methamfetamine kunnen worden gebruikt, volgt, ook in samenhang beschouwd, niet zonder meer dat verdachte heeft deelgenomen aan een crimineel samenwerkingsverband bestaande uit [medeverdachte 1] en een aantal medeverdachten.
Anders dan de officier van justitie heeft aangevoerd, kan de rechtbank niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat verdachte op afspraak de slagboom, die toegang geeft tot het terrein van de loods, voor medeverdachte (en zwager) [medeverdachte 1] heeft geopend. Dat uit onderzoek is gebleken dat op bepaalde dagen telefonisch contact tussen hen is geweest en verdachte op die dagen ook naar het nummer heeft ingebeld voor het openen van de slagboom, is daarvoor niet redengevend. Daarvoor is aanvullend bewijs nodig, bijvoorbeeld informatie over het tijdstip van (in)bellen. Deze aanvullende informatie ontbreekt, zodat de rechtbank deze omstandigheid niet redengevend acht voor het bewijs. Ook de omstandigheid dat de BMW van medeverdachte [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 1] zelf één of mogelijk een aantal keren bij de loods van verdachte zijn gezien, is niet voldoende voor het bewijs van deelname aan een criminele organisatie. Daarbij is van belang dat verdachte de zwager van [medeverdachte 1] is en verdachte in de loods sleutelde aan auto’s zodat er ook andere redenen voor onderling contact en aanwezigheid van [medeverdachte 1] bij de loods kunnen zijn.
Gelet op dit alles heeft de rechtbank dan ook niet de overtuiging gekregen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deelname van een criminele organisatie, zodat hij van feit 1 zal worden vrijgesproken.
ten aanzien vanfeit 2primair- vrijspraak
Het dossier bevat geen concreet bewijs dat er in de loods in Kerkdriel daadwerkelijk handelingen zijn verricht met betrekking tot het bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen van methamfetamine. Het enkele feit dat in de loods stoffen zijn aangetroffen, die gebruikt kunnen worden voor of bij het vervaardigen van methamfetamine, is niet genoeg om op grond daarvan te concluderen dat er in de loods daadwerkelijk methamfetamine is vervaardigd, verwerkt of bewerkt. De rechtbank betrekt daarbij dat voorwerpen, die eveneens nodig zijn voor het vervaardigen, bewerken en verwerken van methamfetamine, zoals voorwerpen waarmee gekookt kan worden, niet in de loods zijn aangetroffen. Dit betekent dat verdachte wordt vrijgesproken van het (medeplegen van) vervaardigen, bewerken en verwerken van methamfetamine in Kerkdriel .
De officier van justitie heeft gewezen op de verklaring van een getuige over een geur die hij al zeker een jaar rook rondom het loodsencomplex in Kerkdriel . Deze verklaring is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concreet om aan de hand daarvan vast te stellen dat er in de loods in Kerkdriel methamfetamine werd vervaardigd. Er is immers niet buiten redelijke twijfel vast te stellen dat het gaat om de geur van (de productie van) methamfetamine en ook niet dat die geur steeds afkomstig was van de loods die werd gehuurd door verdachte.
Het dossier bevat bewijs dat in Woerden methamfetamine is vervaardigd, maar geen bewijs dat verdachte als medepleger daarbij betrokken is geweest. Verdachte wordt immers niet op de camerabeelden in Woerden gezien en ook whatsapp gesprekken leveren dat bewijs niet.
De rechtbank vindt dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich al dan niet in vereniging schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van methamfetamine in Kerkdriel en/of in Woerden, zodat hij van het onder 2 primair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
ten aanzien vanfeit 2subsidiair- vrijspraak
De rechtbank zal verdachte ook van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde vrijspreken, te weten het behulpzaam zijn bij het vervaardigen van methamfetamine in Woerden en/of in Kerkdriel door – kort gezegd - zijn loods als productielocatie en voorwerpen en stoffen daarvoor ter beschikking te stellen.
Hiervoor is onder feit 2 primair overwogen dat het ontbreekt aan concreet bewijs dat in de loods in Kerkdriel methamfetamine is vervaardigd en/of dat verdachte op enige wijze betrokken is geweest bij het vervaardigen van methamfetamine in Woerden. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen wettig en overtuigend bewijs dat de in de loods aangetroffen voorwerpen en grondstoffen verband houden met de vervaardiging van methamfetamine in Woerden en verdachte deze zaken daarvoor ter beschikking heeft gesteld (zoals subsidiair ten laste gelegd). De rechtbank verwijst naar de overwegingen hiervoor over het (ontbreken van) bewijs met betrekking tot drugsgerelateerde contacten van verdachte met medeverdachten en [medeverdachte 1] in het bijzonder. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte bij het vervaardigen van methamfetamine in Kerkdriel en Woerden op enige wijze behulpzaam is geweest.
ten aanzien vanfeit 3 -bewezenverklaring
Op grond van artikel 2 van de Opiumwet is het verboden om een middel als bedoeld in de bij
die wet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens art. 3a, vijfde lid, voor zover in deze
zaak van belang, (c.) aanwezig te hebben.
Van “aanwezig hebben” als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder C van de Opiumwet is sprake als de verdachte feitelijke macht over de verdovende middelen kan uitoefenen in de zin dat hij daarover kan beschikken. De verdovende middelen hoeven zich daarvoor niet noodzakelijkerwijs in de directe nabijheid van de verdachte te bevinden. Verder is vereist dat verdachte wetenschap heeft van de aanwezigheid van de verdovende middelen, althans van de aanmerkelijke kans daarop. Voor de bewezenverklaring van het “aanwezig hebben” hoeft niet te kunnen worden vastgesteld dat de verdovende middelen aan de verdachte toebehoren of dat sprake is van beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de verdovende middelen.
Op 23 februari 2022 zijn in de door verdachte in Kerkdriel gehuurde loods de volgende hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen, die onder de Opiumwet vallen:
ongeveer 40,3732 kilogram (meth)amfetamine, een 10 liter mengsel methylamine in methanol, 20 liter (meth)amfetamine in aceton en 1,21 gram MDMA.
Uit het rapport van het NFI van 14 april 2023 blijkt dat de aangetroffen 40,3732 kilogram (meth)amfetamine grotendeels bestaat uit l-metamfetaminetartraat.
Volgens dit rapport kan dit tussenproduct worden beschouwd als afval, maar kan dit tussenproduct ook weer via bepaalde procedures worden omgezet naar d-methamfetamine (crystal meth) of naar l-metamfetamine, de minder potente vorm van metamfetamine.
Tot slot volgt uit het rapport dat ook zouten van Opiumwetsubstanties, zoals in dit geval metamfetaminetartraat, gelijkgesteld dienen te worden aan de substantie zelf en daarmee onder lijst I van de Opiumwet vallen.
De rechtbank overweegt dat verdachte heeft verklaard dat een bekende van vroeger aan hem heeft gevraagd of hij drugsafval bij hem in de loods mocht stallen voor maximaal twee weken en dat verdachte daarmee heeft ingestemd. Verdachte heeft gezien dat het om bakken, een emmer, een plastic zak, koelboxen en grote witte bakken ging en heeft van die bekende van vroeger gehoord dat daar afval van speed in zat. De spullen zijn achterin de loods gezet. Later heeft verdachte de spullen vooraan in de loods gezet en heeft hij naar eigen zeggen een deel van het drugsafval ook nog overgegoten in een andere bak. Er kwam een zoetige geur vanaf.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte, gelet op het voorgaande, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij materiaal voorhanden had waarin zich harddrugs bevond. Gezien het vorenstaande kon verdachte voorts de feitelijke macht over de verdovende middelen uitoefenen.
Dat betekent dat verdachte zich op 23 februari 2022 schuldig heeft gemaakt aan het samen
met een ander opzettelijk aanwezig hebben in zijn loods van 40,3732 kilogram
methamfetamine, 10 liter methylamine in methanol, 20 liter methamfetamine in aceton en
1,21 gram MDMA, zodat daarmee feit 3 wettig en overtuigend is bewezen.
ten aanzien vanfeit 4- bewezenverklaring
Op grond van artikel 10a Opiumwet wordt strafbaar gesteld opzettelijke voorbereiding en bevordering gericht op, voor zover in deze zaak van belang, het vervaardigen van middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Voor de strafbaarheid van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a Opiumwet is vereist dat de dader daadwerkelijk wetenschap heeft gehad van de omstandigheid dat hij met zijn handelingen de productie van harddrugs bevorderde. Dit opzet, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis en de vaste rechtspraak over artikel 10a Opiumwet, omvat ook voorwaardelijk opzet, waarvan sprake is indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de genoemde omstandigheid zich zal voordoen.
In de loods van verdachte zijn stoffen en voorwerpen aangetroffen, die worden gebruikt bij het vervaardigen van methamfetamine. Uit het NFI-rapport blijkt dat de aangetroffen stof l-metamfetaminetartraat kan worden opgewerkt tot een vorm van methamfetamine. Verdachte was bekend met de aanwezigheid van de stoffen en voorwerpen in de loods en de aard daarvan, gelet op zijn hiervoor genoemde verklaring dat hij deze in bewaring had genomen. Gelet op de omstandigheid dat de spullen volgens verdachte na twee weken weer opgehaald zouden worden, wat ongebruikelijk is als het alleen om drugsafval zou gaan, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de stoffen en voorwerpen voor hergebruik en dus voor de productie van harddrugs bedoeld waren. Daarmee staat het voorwaardelijk opzet van verdachte voor de rechtbank vast.
Van drie tenlastegelegde voorwerpen (een blauw stalen vat van 70 liter met aceton, een jerrycan met 20 liter aceton en een kunststof klemdekselvat van 60 liter met methanol) kan de rechtbank niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat deze zijn bestemd voor het vervaardigen van methamfetamine. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij deze gebruikte voor het klussen aan en racen met auto’s, wat deels wordt bevestigd door getuige Van Osch. De rechtbank zal verdachte voor die drie voorwerpen vrijspreken.
De officier van justitie heeft op basis van de verklaring van een getuige over de geur die hij al zeker een jaar rook, de aanvangsperiode op 1 februari 2021 gesteld. Deze verklaring is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concreet voor het vaststellen van de aanvangsperiode. Er is immers niet buiten redelijke twijfel vast te stellen dat het gaat om de geur van (de productie van) methamfetamine en ook niet dat die geur steeds afkomstig was van de loods van verdachte. De rechtbank zal daarom de verklaring van verdachte tot uitgangspunt nemen en stelt op basis daarvan de pleegperiode vast op 1 februari 2022 tot en met 23 februari 2022.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte bij het plegen van dit feit nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt, namelijk met de persoon voor wie of met wie hij de stoffen en voorwerpen in zijn loods heeft opgeslagen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte in de periode van 1 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 samen met een ander zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijke voorbereiding gericht op het vervaardigen van middelen vermeld op lijst I.
Tot slot overweegt de rechtbank dat sprake is van eendaadse samenloop tussen de feiten
3 en 4, nu sprake is van een samenhangend zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex als bedoeld in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht waarvan verdachte in wezen één verwijt kan worden gemaakt.
5.BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
ten aanzien vanfeit 3
op 23 februari 2022 te Kerkdriel, tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk aanwezig heeft gehad 40,3732 kilogram (meth)amfetamine, althans
- 37,38 gram witte en gele kristallen (meth)amfetamine en
- 10,93 gram poeder/brokken/kristallen (meth)amfetamine en
- 16,22 gram beige/bruine kristallen (meth)amfetamine en
- 770 gram wit/grijs/bruine brokken/kristallen (meth)amfetamine en
- 2070 gram beige poeder/brokken/kristallen (meth)amfetamine en
- 25,62 gram wit/gelige kristallen (meth)amfetamine en
- 360 gram oranje/bruine vloeistof (meth)amfetamine en
- 110,43 gram wit kristallen poeder in Alaska bakje (meth)amfetamine en
- 14,02 kilogram geel/oranje kristallen (meth)amfetamine en
- 23,31 kilogram witte kristallen (meth)amfetamine en
- 2,63 gram witte plastic bak/teil met wit/bruin poeder/brokjes kristallen (meth)amfetamine en ongeveer 10 liter mengsel methylamine in methanol en 20 liter (meth)amfetamine in aceton en 1,21 gram (MDMA), zijnde (meth)amfetamine en MDMA, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
ten aanzien vanfeit 4
in de periode van 1 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te Kerkdriel, tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk vervaardigen van een hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- ( telkens) voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende hij verdachte en zijn mededader:
voorwerpen en chemicaliën en grondstoffen voorhanden gehad, te weten
- een koelbox en
- meerdere transparante boxen met substantie en
- meerdere kunststof bakjes (met opschrift Alaska) en
- een emmer met kristallen en
- een emmer van 20 liter gevuld met methanol en
- een emmer van 10 liter methanol in methylamine en
- meerdere maatbekers en een zeef en
- een glazen pot en een fles met substantie en
- meerdere plastic zakken met poeder en
- een ventilator box
waarvan verdachte en verdachtes mededader wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Eendaadse samenloop van:
feit 3
het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de
Opiumwet gegeven verbod
en
feit 4
het medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen/stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8 OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL
8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van het voorarrest en een geldboete van € 30.000,-. De officier van justitie heeft gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Verdachte heeft een gezin met twee jonge kinderen, een kwetsbare partner met gezondheidsklachten, en verdachte heeft sinds zijn invrijheidsstelling, 18 maanden geleden, vast werk als […] . Detentie van verdachte zal een sterk negatieve invloed hebben op het welzijn van zijn partner en kinderen en zal leiden tot het wegvallen van zijn inkomen en daarmee – zeer waarschijnlijk – tot het verlies van hun koopwoning. De verdediging verzoekt om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de ondergane voorlopige hechtenis (181 dagen). Aanvullend kan een taakstraf of een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf/maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte had in zijn loods een grote hoeveelheid stoffen met daarin methamfetamine staan en daarnaast verschillende voorwerpen en stoffen, die waren bedoeld voor het vervaardigen van nog meer hoeveelheden methamfetamine, ook wel crystal meth genoemd. Uit recent onderzoek blijkt dat Nederland een van de grootste producenten van crystal meth is [1] . De productie van synthetische drugs, in dit geval crystal meth brengt enorme risico’s met zich, niet alleen voor de gebruikers, en de omwonenden van dergelijke labs, maar ook voor de gezondheid en het milieu, vanwege het chemisch afval dat wordt gedumpt. Verdachte heeft hier een onaanvaardbare bijdrage aan geleverd door op lichtzinnige wijze in te stemmen met het verzoek van een oude vriend om deze spullen tijdelijk te stallen. Dit wordt verdachte ernstig aangerekend.
Persoon van verdachte
Uit een op 28 december 2023 gedateerd uittreksel van het strafblad van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor feiten als in deze zaak aan de orde.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het op 5 februari 2023 over verdachte opgemaakte Reclasseringsadvies. Daarin staat – voor zover van belang – dat verdachte naar behoren lijkt te functioneren op diverse leefgebieden. De kans op herhaling kan niet worden ingeschat omdat verdachte grotendeels ontkent. Bij een veroordeling wordt geadviseerd een werkstraf zonder bijzondere voorwaarden, nu interventie of toezicht niet nodig wordt gevonden.
Op te leggen straf
Bij het bepalen van een passende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van verdachte, de persoon van verdachte en de straffen die in andere, soortgelijke zaken aan verdachten zijn opgelegd, de pleegperiode en de eis van de officier van justitie. Op basis van al deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat alleen oplegging van een gevangenisstraf een passende en ook geboden straf is voor het handelen van verdachte. Aan verdachte wordt een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 541 dagen, met aftrek van 181 dagen die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De resterende 360 dagen zal de rechtbank in voorwaardelijke vorm opleggen om verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst opnieuw strafbare feiten te begaan. Daaraan zal de rechtbank een proeftijd van twee jaar koppelen. Dit betekent dat verdachte nu niet terug hoeft te keren in detentie. De rechtbank zal dan ook het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding om daarnaast ook nog een geldboete op te leggen.
De straf die de rechtbank oplegt, is een stuk lager dan de officier van justitie heeft gevorderd en dat wordt verklaard doordat de rechtbank tot een veel beperktere bewezenverklaring komt.
9.BESLAG
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om – kort gezegd – al die voorwerpen waarin geen verdovende middelen zijn aangetroffen maar die wel daarvoor zijn bestemd, verbeurd te verklaren, de (voorwerpen bevattende) verdovende middelen te onttrekken aan het verkeer en tot slot zowel de mobiele telefoon van verdachte als ook een geldbedrag van 420 euro verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om teruggave van de mobiele telefoon van verdachte en het geldbedrag verzocht. Voor het overige heeft de raadsman geen standpunt ingenomen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren, nu met betrekking tot deze voorwerpen de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten zijn begaan. Het betreft voorwerpen die bestemd zijn voor het vervaardigen van verdovende middelen.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten verkregen dan wel met betrekking tot deze voorwerpen zijn de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten begaan. Het betreffen (voorwerpen bevattende) verdovende middelen.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen Iphone zwart en een geldbedrag van 420 euro. De rechtbank overweegt daartoe dat uit het dossier niet blijkt dat de feiten zijn begaan of voorbereid met behulp van de Iphone. Evenmin is gebleken dat het geldbedrag door middel van de strafbare feiten is verkregen.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 46, 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht en 2, 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
11.BESLISSING
De rechtbank:
Vrijspraak
verklaart het onder
1 en 2 primair en subsidiairten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
1 en 2 primair en subsidiairten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en/of maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- stelt het aantal dagen dat verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht vast op
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
stelt daarbij een proeftijd van
2(
twee) jaren vast;
2(
twee) jaren vast;
als algemene voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
- PL0900-2021378889-G2955989: iPhone zwart;
- PL0900-2021378889-G2956030: 420 euro (8 biljetten van 50 euro en één biljet van 20 euro);
verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
- PL0900-2021378889-G2952331: Vuilniszak met spullen tbv het kristalliseren van verdomi;
- PL0900-2021378889-G2952371: Potje;
- PL0900-2021378889-G2952378: Witte bakken Alaska incl. deksels, 3 stuks of 1 stuk;
- PL0900-2021378889-G2952380: Koelbox gebruikt voor verdomi;
- PL0900-2021378889-G2952504: Blauwe kunststof box met goederen gebruikt bij producties;
verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
- PL0900-2021378889-G2952333: 2 witte bakken met de tekst Alaska, verm. verdovende middelen;
- PL0900-2021378889-G2952336: Bak met tekst Alaska, verm. verdomi (kristallen);
- PL0900-2021378889-G2952337: Emmer met witte kristallen, verm. verdomi;
- PL0900-2021378889-G2952364: Zak met wit poeder;
- PL0900-2021378889-G2952366: Zak met wit poeder;
- PL0900-2021378889-G2952373: Zak met wit poeder;
- PL0900-2021378889-G2952374: Zak met wit poeder;
- PL0900-2021378889-G2952375: Zak met wit poeder;
- PL0900-2021378889-G2952376: Zakje kristallen;
- PL0900-2021378889-G2952377: Fles verm. Amfetamine;
- PL0900-2021378889-G2952381: Transparante box met gele substantie en zeef;
- PL0900-2021378889-G2952383: Transparante box met witte substantie;
- PL0900-2021378889-G2952385: Transparante box met witte substantie;
- PL0900-2021378889-G2952400: Witte bak besmet met verdomi;
- PL0900-2021378889-G2952404: Witte bak met resten verdomi.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. J. Edgar en mr. L.C. Michon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 april 2024.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt – na aanpassing omschrijving feiten – ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met
15 februari 2022 te Kerkdriel, althans gemeente Maasdriel en/of Woerden en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen,
te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of één of meer onbekend gebleven personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet, art 11b lid 1 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet )
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met 15 februari 2022 te Kerkdriel, althans gemeente Maasdriel en/of Woerden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een woning en/of een schuur aan de [adres] te [woonplaats] en/of in een loods (nummer [nummer] ) gelegen aan de [adres] te [plaats] , gemeente Maasdriel) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een (grote) hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of één of meer onbekend gebleven personen op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , althans in de gemeente Maasdriel, en/of [woonplaats] in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans ieder voor zich, (telkens) opzettelijk (in een woning en/of een schuur aan de [adres] te [woonplaats] en/of in een loods (nummer [nummer] ) gelegen aan de [adres] te [plaats] , gemeente Maasdriel) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een (grote) hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet bij en/of tot het plegen van welk voornoemd misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , althans in de gemeente Maasdriel, en/of [woonplaats] in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door de loods gelegen aan de [adres] als productielocatie ter beschikking te stellen en/of andere voorwerpen en/of stoffen en/of voorwerpen ter beschikking te stellen ten behoeve van de productiefaciliteit aldaar;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Kerkdriel, althans in de gemeente Maasdriel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 40,3732 kilogram (meth)amfetamine, althans
- 37,38 gram witte en gele kristallen (meth)amfetamine en/of
- 10,93 gram poeder/brokken/kristallen (meth)amfetamine en/of
- 16,22 gram beige/bruine kristallen (meth)amfetamine en/of
- 770 gram wit/grijs/bruine brokken/kristallen (meth)amfetamine en/of
- 2070 gram beige poeder/brokken/kristallen (meth)amfetamine en/of
- 25,62 gram wit/gelige kristallen (meth)amfetamine en/of
- 360 gram oranje/bruine vloeistof (meth)amfetamine en/of
- 110,43 gram wit kristallen poeder in Alaska bakje (meth)amfetamine en/of
- 14,02 kilogram geel/oranje kristallen (meth)amfetamine en/of
- 23,31 kilogram witte kristallen (meth)amfetamine en/of
- 2,63 gram witte plastic bak/teil met wit/bruin poeder/brokjes kristallen (meth)amfetamine en/of ongeveer 10 liter mengsel methylamine in methanol en/of 20 liter (meth)amfetamine in aceton en/of 1,21 gram (MDMA), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (meth)amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA, zijnde (meth)amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met
23 februari 2022 te Kerkdriel, althans in de gemeente Maasdriel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van een hoeveelheid methamfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- ( telkens) een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- ( telkens) zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- ( telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende hij verdachte en/of zijn mededader(s):
een loods althans ruimte gebruikt voor de productie van synthetische drugs en/of
en/of voorwerpen en/of chemicaliën en/of grondstoffen voorhanden gehad, te weten
- een of meerdere koelbox(en)
- een of meerdere transparante box(en) al dan niet met witte substantie en/of
- een of meerdere kunststof bakje(s) (met opschrift Alaska) en/of
- een of meerdere emmer(s) met kristallen en/of emmer(s) van 20 liter gevuld met methanol en/of emmers(s) van 10 liter methanol in methylamine en/of
- een of meerdere maatbekers en/of zeef/zeven en/of
- een of meerdere glazen potten en/of flessen met substantie en/of
- een of meerdere plastic zakken met poeder en/of
- een of meerdere blauw stalen vaten van 70 liter met (opschrift) aceton en/of
- een of meerdere jerrycans met 20 liter aceton, althans een vloeistof en/of
- een of meerdere kunststof klemdekselvaten van 60 liter met methanol, althans een vloeistof en/of
- een ventilator box
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: Bewijsmiddelen [2]
Op 23 februari 2022 was ik als hulpofficier van justitie aanwezig bij de doorzoeking van loods [nummer] , gelegen op het terrein achter de woning [adres] in [plaats] .
Inbeslaggenomen goederen:
Linkerzijde loods: naast kast, onder een blauw zeil:
- L1: wit/blauwe koelbox met daarin sporen.
- L2: transparante box met zwart deksel. Daarin een onbekende substantie en een zeef.
L3: transparante box met zwart deksel.
L4: transparante box met zwart deksel met daarin een witte substantie.
L5: witte open bak met daarin mogelijke resten verdovende middelen.
L6: witte open bak met daarin mogelijke resten verdovende middelen.
Linkerzijde loods: bij de grote schuifdeur:
- L7: Vuilniszak met daarin diverse goederen zoals maatbekers, emmers, zeef, bakjes. Op en in alle genoemde goederen zaten restsporen.
Linkerzijde loods, in witte kast naast het blauwe zeil:
- L8: Kunststof bak met blauw deksel met opdruk Alaska. Inhoud witte kristallen.
- L9: witte emmer met daarin kristallen.
- L10: plasticzak wit poeder.
- L11: plasticzak wit poeder.
- L12: plasticzak wit poeder.
- L13: plasticzak wit poeder.
- L14: plasticzak wit poeder.
- L15: plasticzakje met daarin kristallen.
- L16: glazen pot.
Rechterzijde loods, stellage bij de grote schuifdeur, boven de koelkast:
- R1: Witte bakken met blauw deksel, opdruk Alaska. Niet gebruikt.
- R2: blauw stalen vat met opschrift aceton.
Achterzijde loods, in de stellage rechts achterin:
- AS1: fles met daarin mogelijk half product verdovende middelen.
- AS2: Kunststof box, blauw van kleur, met daarin mogelijk goederen gebruikt bij de productie van verdovende middelen.
Rechterzijde loods, voor de achterste stellage:
- R3: blauw stalen vat met opschrift aceton.
- R4: emmer met groen deksel.
- R5: emmer met groen deksel.
- R6: jerrycan met opschrift aceton
- R7: jerrycan met opschrift aceton
- R8: blauwe jerrycan met vloeistof
- R9: blauw kunststof vat, mogelijk bevattend methanol
- R10:1 ventilator box [4]
Op 23 februari 2022 kwamen wij ter plaatse op de locatie [adres] te [plaats] .
Omschrijving onderzoekslocatie
Het betreft een garagebox achter een vrijstaande woning. Er bevinden zich meerdere garageboxen welke onderverhuurd worden.
Bevindingen
Wij zagen een garagebox waarin de voorzijde van de ruimte een auto-brug stond. Tegen de zij- en achterwanden stonden stellingen en kasten met daarin spullen en materialen.
Direct links bij binnenkomst stond een doorzichtige kist met inhoud. (hierna kist 1 genoemd). Achter kist 1 stonden spullen onder een blauwkleurig zeil. Bij het weghalen van dit zeil kwamen er een doos, twee in elkaar gestapelde kisten en een koelbox tevoorschijn. In de bovenste kist (hierna kist 2 genoemd) zat een wit-gelige met daarin een zeef. Hierna hebben wij kist 2 uit de onderste kist getild (hierna kist 3 te noemen). Onder kist 2 en kist 3 troffen wij een koelbox aan.
Aan de linkerkant voor een stellingkast stonden twee vuilniszakken. In de vuilniszak troffen wij een emmer aan (hierna emmer 1 genoemd). In emmer 1 zaten meerdere plastic bakjes, en een zeef met kristalachtige substantie. In de andere vuilniszak troffen wij nog een emmer aan (hierna emmer 2 genoemd) In emmer 2 zaten meerdere maatbakers, trechters en een lepel.
Rechts achterin de garagebox troffen wij tussen een stapel met banden en vaten een blauwe jerrycan aan. In een kast aan de linkerzijde van de garagebox troffen wij een wit plastic bakje met een blauwe deksel aan. [6]
Verklaring ter terechtzitting van 7 februari 2024 van verdachte:
Op 23 februari 2022 huurde ik al enige tijd de loods aan de [adres] in [plaats] .
Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 8 april 2022 [7]
V: Wie maken er allemaal gebruik van jouw loods?
A: Ik als enige maak gebruik van mijn loods
V: Wij hebben onderzoek gedaan in de loods welke door jou gehuurd werd. In de loods werden veel spullen in beslag genomen welke te maken hadden met of daadwerkelijk synthetische drugs zijn. Wat kan jij hierover verklaren?
A: Ik was in januari 2022 bezig. Op een gegeven moment zie ik een auto bij de slagboom staan. Diegene kwam naar mij toe met de vraag, hey [verdachte] , ik heb iets bij mij en dat moet even gestald worden. Hij had drugsafval bij zich en hij wilde dit stallen bij mij, voor max twee weken. Ik zei toen prima, ik heb ruimte zat. Ik zei dat hij de spullen achterin moest zetten. Hij heeft het toen rechts achterin in de loods gezet, bovenin.
V: Wat bracht hij dan?
A: Bakken, een emmertje, een plastic zak, koelboxen en grote witte bakken. Hij vertelde dat de drugsafval speed was.
V: Hij vroeg dus of jij het twee weken kon stallen?
A: Dat klopt, na ongeveer een week heb ik het naar voren gehaald omdat ik dacht dat hij het op kwam halen. Zonder handschoenen.
V: Ook in de kast is er drugs aangetroffen.
A: Ik heb de drugsafval overgegoten zodat het er beter in zou zitten in een bak.
V: Wat is je opgevallen aan deze drugs?
A: Ik vond het er raar uitzien.
V: Je kan het niet alleen zien maar ook ruiken
A: Het was zoetig, in het begin rook ik het niet. Na een paar dagen rook ik wel een luchtje.
Door de Forensische Opsporing werd een onderzoek ingesteld in verband met een vermoedelijke overtreding van de Opiumwet. Door ons werd het volgende waargenomen en bevonden. Betreft onderzoek aan:
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952404
SIN
AALZ3535NL
Relatie met SIN
AAOV8080NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen onder blauw zeil rechts in de loods
Omschrijving
Plastic bak met wit/geel/bruine kristallen
Gewicht netto
37,38 gram
Monster
A
SIN
AAOV8080NL
Relatie met SIN
AALZ3535NL
Indicatieve test
Positief voor (meth)amfetamine [9]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952383
SIN
AANW8428NL
Relatie met SIN
AAOV8091NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen onder blauw zeil rechts in de loods
Omschrijving
Plastic transparante opbergbox met beige/bruin poeder/brokken/kristallen
Gewicht netto
10,93 gram
Monster
B
SIN
AAOV8091NL
Relatie met SIN
AANW8428NL
Indicatieve test
Positief voor (meth)amfetamine [10]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952331
SIN
AANW8426NL
Relatie met SIN
AAOV8089NL
Inhoud/specificatie
Vuilniszak met spullen tbv het kristalliseren van verdomi
Omschrijving
Twee Gamma emmers en een vuilniszak met beige/bruine kristallen
Gewicht netto
16,22 gram
Monster
D
SIN
AAOV8089NL
Relatie met SIN
AANW8426NL
Indicatieve test
Positief voor (meth)amfetamine [11]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952336
SIN
AALZ3533NL
Relatie met SIN
AAOV8082NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen kast links wit
Omschrijving
Diepvriesbak “Alaska” met wit/grijs/bruine brokken/kristallen
Gewicht netto
770 gram
Monster
E
SIN
AAOV8082NL
Relatie met SIN
AALZ3533NL
Indicatieve test
Positief voor (meth)amfetamine [12]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952337
SIN
AANW8422NL
Relatie met SIN
AAOV8094NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen kast links wit
Omschrijving
Plastic emmer “sodiro” met beige poeder/brokken/kristallen
Gewicht netto
2070 gram
Monster
F
SIN
AAOV8094NL
Relatie met SIN
AANW8422NL
Indicatieve test
Positief voor (meth)amfetamine [13]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952375
SIN
AALZ3529NL
Relatie met SIN
AAOV8085NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen witte kast links
Omschrijving
Plastic zakje met wit poeder
Gewicht netto
1,21 gram
Monster
K
SIN
AAOV8085NL
Relatie met SIN
AALZ3529NL
Indicatieve test
Positief voor MDMA [14]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952376
SIN
AALZ3530NL
Relatie met SIN
AAOV8084NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen kast wit links
Omschrijving
Plastic zakje met wit/gelige kristallen
Gewicht netto
25,62 gram
Monster
L
SIN
AAOV8084NL
Relatie met SIN
AALZ3530NL
Indicatieve test
Positief voor methamfetamine [15]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952378
SIN
AALZ3534NL
Relatie met SIN
AAOV8081NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen stelling rechts achter
Omschrijving
Witte plastic fles “ged water” met oranje/bruin vloeistof
Gewicht netto
360 gram
Monster
M
SIN
AAOV8081NL
Relatie met SIN
AALZ3534NL
Indicatieve test
Mogelijk positief voor methamfetamine
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952504
SIN
AALZ3537NL
Relatie met SIN
AAOV8078NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen stellage rechts achterin
Omschrijving
Blauwe “plieger” bakken met daarin 1 witte bak, 2 blauwe deksels “Alaska”, 1 mini koelbox, met restanten wit poeder/brokken/kristallen
Gewicht netto
110,43 gram
Monster
N
SIN
AAOV8078NL
Relatie met SIN
AALZ3537NL
Indicatieve test
Positief voor methamfetamine [16]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952381
SIN
AANW8429NL
Relatie met SIN
AAOV8092NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen onder blauw zeil rechts in de loods
Omschrijving
Plastic opbergbox met geel/oranje kristallen
Gewicht netto
14,02 kilogram
Monster
O
SIN
AAOV8092NL
Relatie met SIN
AANW8429NL
Indicatieve test
Positief voor methamfetamine [17]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952385
SIN
AANW8427NL
Relatie met SIN
AAOV8090NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen onder blauw zeil rechts in de loods
Omschrijving
Plastic transparante opberg box met wit poeder/brokken
Gewicht netto
23,31 kilogram
Monster
P
SIN
AAOV8090NL
Relatie met SIN
AANW8427NL
Indicatieve test
Positief voor methamfetamine [18]
Sporendrager
Goednummer
PL0900-2021378889-2952371
SIN
AALZ3536NL
Relatie met SIN
AAOV8079NL
Inhoud/specificatie
Aangetroffen onder blauw zeil rechts in de loods
Omschrijving
Witte plastic bak/teil met restanten wit/bruin poeder
Gewicht netto
2,63 gram
Monster
Q
SIN
AAOV8079NL
Relatie met SIN
AALZ3536NL
Indicatieve test
Positief voor methamfetamine [19]
Rapport NFiDENT, d.d. 25 februari 2022 [20]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8092NL
pasta/kristallen, geel/oranje, uit 14,02 gram;
bevat metamfetamine
Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 15 november 2022 [21]
In bovenstaand proces is het SVO met goednummer 2952381 en SINnummer AANW8429NL, foutief ingevoerd in het NFiDENT proces. Het monster met spoornummer 174659 en SINnummer AAOV8095NL, is abusievelijk ingevoerd als 14,02 gram in het NFiDENT proces. Dit had 14,02 kilogram (bruto) moeten zijn.
Rapport NFiDENT, d.d. 25 februari 2022 [22]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8090NL
poeder/pasta/kristallen, wit, uit 23310 gram;
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 25 februari 2022 [23]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8080NL
kristallen/pasta, wit/geel/bruin, uit 37,98 gram;
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 25 februari 2022 [24]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8082NL
brokken/kristallen, grijs/bruin, uit 770 gram
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 3 maart 2022 [25]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8091NL
poeder/brokken/kristallen, beige/bruin, uit 10,93 gram
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 3 maart 2022 [26]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8094NL
poeder/brokken/kristallen, beige, uit 2070 gram;
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 3 maart 2022 [27]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8084NL
kristallen, wit/gelig, uit 25,62 gram;
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 3 maart 2022 [28]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOVB0BSNL
poeder, wit, uit 1,21 gram;
bevat MDMA
Rapport NFiDENT, d.d. 3 maart 2022 [29]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOV8078NL
poeder/brokken/kristallen, wit, uit 110,43 gram;
bevat metamfetamine
Rapport NFiDENT, d.d. 26 augustus 2022 [30]
Vraagstelling
Na e-mailcontact is de volgende vraagstelling overeengekomen: “
Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstanties?”
Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstanties?”
Resultaten
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAOV8093NL
monster bruine vloeistof
bevat metamfetamine in een
neutrale waterige vloeistof
AAOV8081NL
monster oranje olieachtige vloeistof
bevat metamfetamine (als de base)
Conclusie
In de onderzoeksmaterialen [AAOV8093NL en AAOV808INL] is metamfetamine aangetoond. Metamfetamine is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Rapport NFiDENT, d.d. 22 april 2022 [31]
Vraagstelling
In overleg is de volgende vraagstelling vastgesteld:
“Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstanties?”
“Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstanties?”
Resultaten
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAOV8089NL
monster, drie gripzakjes met kristallen, volgens opgave afkomstig uit een vuilniszak en 2 emmers met 16,22 gram kristallen; ze werden alle drie onderzocht:
1
monster beige kristallen
bevat metamfetamine
2
monster bruine kristallen
bevat metamfetamine
3
monster crèmekleurige kristallen met wat bruine substantie
bevat een lage concentratie metamfetamine, zie toelichting
Toelichting:
Onderzoeksmateriaal ‘3’ bevat een lage concentratie metamfetamine, de bulk van het materiaal bestaat vermoedelijk uit wijnsteenzuur. (De term ‘vermoedelijk’ betekent dat de onderzoeksresultaten passen bij de genoemde stof. Er is extra onderzoek nodig om de identiteit van deze stof volledig vast te stellen.)
Conclusie
In het onderzoeksmateriaal is metamfetamine aangetoond. Metamfetamine is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Aanvullende informatie
In relatie tot drugs kunnen bepaalde vormen van wijnsteenzuur gebruikt worden bij de bewerking van metamfetamine, namelijk de scheiding van d- en l-metamfetamine.
Pv bevindingen ondersteuning LFO, d.d. 4 maart 2022 [32]
Op 24 februari 2022 hebben wij op verzoek een partij verpakkingen gevuld met onbekende chemicaliën onderzocht. De partij was op 23 februari 2022 tijdens een doorzoeking aangetroffen op de locatie [adres] te [plaats] .
SIN
LFO-code
Omschrijving
AAOW7505NL
K1
K1-A
Een blauw 200 liter metalen dopvat gevuld met 70 liter donker bruine olieachtige vloeistof.
Van deze vloeistof werd een monster genomen [K1-A]
Van deze vloeistof werd een monster genomen [K1-A]
AAOW7501NL
K2
K2-A
Een witte 20 liter emmer voorzien van een groen deksel gevuld met ongeveer 10 liter heldere basische vloeistof, geur methylamine, FD=
methanol=mengsel methanol/methylamine.
Van deze vloeistof werd een monster genomen [K2-A].
methanol=mengsel methanol/methylamine.
Van deze vloeistof werd een monster genomen [K2-A].
K3
Een blauw 200 liter metalen dopvat, voorzien van een etiket met tekst: “Aceton”, gevuld met
70 literheldere vloeistof, geur aceton, FD=
aceton. Inhoud conform etiket
70 literheldere vloeistof, geur aceton, FD=
aceton. Inhoud conform etiket
AAOW7510NL
K4
K4-A
Een blauwe 25 liter jerrycan, etiket met tekst: “aceton” gevuld met 20 liter bruin kleurige vloeistof, geur aceton.
Van deze vloeistof werd een monster genomen [K4-A].
Van deze vloeistof werd een monster genomen [K4-A].
K5
Een blauw 60 liter klemdekselvat en een witte 20 liter emmer voorzien van een groen deksel, beide geheel gevuld met dezelfde heldere vloeistof, FD=
methanol, totaal 80 liter.
methanol, totaal 80 liter.
Voorlopige interpretatie LFO
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden, met name de vervaarding en bewerking van metamfetamine en MDMA(XTC).
Rapport NFI (drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 23 februari 2022 op de locatie [adres] te [plaats] , d.d. 17 juni 2022 [33]
3.Vraagstelling
Vraagstelling 1
“
Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstantie?”
Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstantie?”
Vraagstelling 2
“Bevat het onderzoeksmateriaal grondstoffen/hulpstoffen/tussenproducten voor de vervaardiging en/of bewerking van (synthetische) drugs)
5.Resultaten
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en resultaat
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAOW7508NL/
K2
K2-A
kleurloze vloeistof, volgens opgave afkomstig uit:
“Een witte 20 liter emmer voorzien van een groen deksel, gevuld met ongeveer 10 liter heldere basische vloeistof, geur methylamine, FD=methanol=mengsel methanol/methylamine. Van deze vloeistof werd een monster genomen [K2-A]”
“Een witte 20 liter emmer voorzien van een groen deksel, gevuld met ongeveer 10 liter heldere basische vloeistof, geur methylamine, FD=methanol=mengsel methanol/methylamine. Van deze vloeistof werd een monster genomen [K2-A]”
bevat methylamine in methanol
AAOW7510NL/
K4
K4-A
bruine vloeistof, volgens opgave afkomstig uit:
“Een blauwe 25 liter jerrycan, etiket met tekst: “aceton” gevuld met 20 liter bruin kleurige vloeistof, geur aceton. Van deze vloeistof werd een monster genomen [K4-A]”
“Een blauwe 25 liter jerrycan, etiket met tekst: “aceton” gevuld met 20 liter bruin kleurige vloeistof, geur aceton. Van deze vloeistof werd een monster genomen [K4-A]”
bevat een lage concentratie metamfetamine in aceton
6.Conclusie
Vraagstelling 1: Opiumwet
In het onderzoeksmateriaal is een lage concentratie metamfetamine aangetoond. Metamfetamine is vermeld op lijst Ivan de Opiumwet.
Vraagstelling 2: grondstoffen/hulpstoffen/tussenproducten.
In relatie tot drugs wordt methylamine gebruikt als grondstof voor de vervaardiging van MDMA en metamfetamine. [34]
Rapport NFI (drugsonderzoek aan twee monsters metamfetamine afkomstig uit plastic opbergboxen), d.d. 14 april 2023 (zaaknummer: 2022.03.10.104, aanvraagnummer 023).
1 Te onderzoeken materiaal
Tabel 1 Overzicht te onderzoeken materiaal
AAOV8092NL
Relatie met SIN AANW8429NL, Monster, Plastic opbergbox met 14,02 gram geel/oranje kristallen, Indicatie (met)amfetamine
AAOV8090NL
Relatie met SIN AANW8427NL, Monster, Plastic opbergbox met 23,31 gram witte kristallen, Indicatie (met)amfetamine
In de benoeming en opdracht deskundige zijn voor [AANW8429NL en AANW8427NL] brutogewichten van respectievelijk 14,02 en 23,31 kg vermeld.
Bij navraag bij [A] van de Forensische Opsporing Politie Eenheid Midden-Nederland bleek dat de opgegeven gewichten vermeld in tabel 1 geen 14,02 en 23,31 gram maar 14,02 en 23,31 kg brutogewicht moeten zijn.
2.Vraagstelling
In het aanvraagformulier is het volgende vermeld:
“De vraagstelling vanuit de verdediging:
Uit de foto’s en beschrijvingen volgt dat geen sprake is van kristallen, de uiterlijke verschijningsvorm van crystal meth. Van belang is zo veel als mogelijk vast te kunnen stellen wat het wel is, nu bij de bepaling van een strafmaat in het bijzonder hoeveelheden/eenheden eindproduct plegen te worden betrokken. De vergelijking met een bruto/netto gewicht in zaken met natte en gedroogde wiet kan hier gemaakt worden.
Verzocht wordt met gebruikmaking van de technieken als verwoord in de Vakbijlage Kwantitatief onderzoek aan drugs van het NFI zoveel als mogelijk te duiden wat de samenstelling is van de genoemde substanties/monsters: om welke stoffen gaat het en wat is de procentuele verhouding van die stoffen ten opzichte van elkaar? Is sprake van een eindproduct? Zo ja, welk? Zo nee, kan daarover nadere duiding gegeven worden?”
4.Resultaten
Tabel 2 Onderzoeksmateriaal en resultaat van het identificatieonderzoek
Kenmerk
Omschrijving NFI
Resultaat
Resultaat meting d- en l- metamfetamine
AAOV8092NL
crèmekleurig poeder en brokjes
bevat d- en l-metamfetaminetartraat
≥90% l-metamfetamine
AAOV8090NL
wit/crèmekleurig poeder en brokjes
bevat l-metamfetaminetartraat
≥95% l-metamfetamine
De resultaten van de gehaltebepaling zijn vermeld in tabel 3. Het gehalte metamfetamine is uitgedrukt als de base. Op basis van het gehalte metamfetamine en de opgegeven partijgroottes (zie tabel 3) is een schatting gegeven van de hoeveelheid metamfetamine (uitgedrukt als de base) in de oorspronkelijke partijen waaruit [AAOV8092NL en AAOV8090NL] afkomstig zijn.
Tabel 3 Resultaat van de gehaltebepaling en schatting hoeveelheid metamfw
Kenmerk
Gehalte metamfetamine (als base)
Brutogewicht oorspronkelijke partij
Schatting hoeveelheid metamfetamine (uitgedrukt als base)
AAOV8092NL
circa 21%
14,02 kg
2,9 kg
AAOV8090NL
circa 36%
23,31 kg
8,3 kg
5.Interpretatie
5.1
Achtergrond bij de interpretatie
Er bestaan twee varianten van het metamfetamine molecuul, namelijk de l- en de d-vorm ('linksdraaiend' en 'rechtsdraaiend'); de d-vorm is de meest potente vorm van metamfetamine. Of er tijdens de vervaardiging d- of l-metamfetamine of een mengsel van d- en l-metamfetamine wordt gevormd, wordt bepaald door de combinatie van de gebruikte grondstof en de vervaardigingsmethode.
De in Nederland meest gebruikte methode voor de vervaardiging van metamfetamine is de reductieve aminering van BMK en methylamine. Hierbij wordt een 1 op 1 mengsel van de d- en de l-vorm van metamfetamine gevormd: d,l-metamfetamine (ook wel metamfetamine racemaat genoemd). De d- en l-vorm van metamfetamine kunnen van elkaar gescheiden worden door d,l-metamfetamine te mengen met water en L-(+)-wijnsteenzuur. Hierbij wordt selectief l-metamfetaminetartraat gevormd wat uit de oplossing neerslaat en door filtratie of centrifugatie afgescheiden kan worden van de olieachtige d-metamfetamine (als d-metamfetaminebase). Na het scheidingsproces wordt de d-metamfetamine omgezet en ge(her)kristalliseerd tot het gangbare eindproduct op de internationale drugsmarkt d-metamfetamine HCl kristallen (ook wel ‘crystal meth’ of ‘ice’ genoemd).
5.2
Duiding van het onderzoeksmateriaal
De onderzoeksmaterialen [AAOV8092NL en AAOV8090NL] bestaan grotendeels uit l-metamfetaminetartraat, het wijnsteenzure zout van l-metamfetamine. Dit is geen ‘crystal meth’ zoals die wordt aangetroffen op de Nederlandse gebruikersmarkt.
l-Metamfetaminetartraat is een zout van metamfetamine dat wordt gevormd tijdens het scheidingsproces van de d- en l-vorm van metamfetamine met wijnsteenzuur. Na het productieproces van d-metamfetamine HCl kristallen blijft l-metamfetaminetartraat over. Dit blijft soms als afval achter of wordt gedumpt, maar het kan ook als tussenproduct gebruikt worden waarbij de l-metamfetaminetartraat omgezet wordt in l-metamfetaminebase met bijvoorbeeld een oplossing van natriumhydroxide (caustische soda) in water. De gevormde l-metamfetaminebase kan vervolgens weer worden omgezet in een mengsel van d- en l-metamfetamine door het enige tijd te verwarmen in aanwezigheid van methylthioglycolaat, AIBN3 en een organisch oplosmiddel zoals tolueen. Een andere optie is om de l-metamfetaminebase met zoutzuur om te zetten in l-metamfetamine HCl, de minder potente vorm van metamfetamine.
6.Conclusie
De onderzoeksmaterialen [AAOV8092NL en AAOV8090NL] bestaan grotendeels uit l-metamfetaminetartraat.
l-Metamfetaminetartraat kan worden beschouwd als afval of verder opgewerkt worden tot l- of d-metamfetamine HCl kristallen.
Op lijst I van de Opiumwet zijn de volgende vormen van metamfetamine vermeld:
(1) metamfetamine;
(2) metamfetamine racemaat (een 1 op 1 mengsel van d- en l-metamfetamine);
(3) levomethamfetamine (synoniem van l-metamfetamine).
Onder lijst I wordt onder meer de volgende aanvulling gedaan: "de ethers, esters en enantiomeren van de bovengenoemde substanties, met uitzondering van dextromethorfan (INN) als enantiomeer van levomethorfan en racemethorfan, en met uitzondering van dextrorfanol (INN) als enantiomeer van levorfanol en racemorfan". Aangezien d-metamfetamine en l-metamfetamine enantiomeren zijn, zijn daarmee zowel d-metamfetamine, l-metamfetamine als mengsels van beide substanties vermeld op lijst I van de Opiumwet.
In artikel 1 lid 2 van de Opiumwet worden - voor toepassing van de Opiumwet en de daarop berustende bepalingen - zouten van Opiumwetsubstanties gelijkgesteld aan de substanties zelf. Daarmee vallen metamfetamine HCl en metamfetaminetartraat als zouten van metamfetamine onder lijst I van de Opiumwet.
Uit bovenstaande volgt dat d- en l-metamfetaminetartraat onder lijst I van de Opiumwet vallen. Hieruit volgt dat de oorspronkelijke partijen waaruit [AAOV8092NL en AAOV8090NL] afkomstig zijn, middelen zijn die vallen onder lijst I van de Opiumwet.