In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 maart 2024, wordt de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], verlengd tot 1 juli 2024. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van Samen Veilig Midden-Nederland, de gecertificeerde instelling (GI), die de ondertoezichtstelling aanvankelijk op 1 oktober 2021 had aangevraagd. De ouders van [minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij hen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI sinds de ondertoezichtstelling te maken heeft gehad met een moeizame samenwerking met de ouders en de hulpverlening, wat heeft geleid tot een gebrek aan informatie over de situatie van [minderjarige].
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 maart 2024 waren de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. [minderjarige] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om haar mening te geven. De kinderrechter heeft in haar beoordeling meegenomen dat de hulpverlening niet goed samenwerkt met de GI en dat er geen adequate informatievoorziening is, wat zorgwekkend is voor de ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk 14 juni 2024 te rapporteren over de stand van zaken en heeft een nieuwe zitting gepland op 28 juni 2024, waar ook de hulpverleners van [minderjarige] zullen worden uitgenodigd.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft, gezien de aanhoudende zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige], die te maken heeft met complex relationeel trauma en een beperkte schoolgang. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.