In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 23 december 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden, aangezien de Belastingdienst op 3 februari 2023 in gebreke was gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 19 februari 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen zes weken na de uitspraak een definitief besluit moet nemen op het herbeoordelingsverzoek. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De rechtbank merkte op dat zij geen mogelijkheden heeft om de Belastingdienst te verplichten een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is.