In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 april 2024 uitspraak gedaan over het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente De Ronde Venen, die op 25 oktober 2023 was gedaan. Eiseres had haar beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet in staat was om de zaak inhoudelijk te behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift pas op 11 december 2023 door de rechtbank was ontvangen, terwijl dit uiterlijk op 6 december 2023 had moeten zijn. Eiseres had het beroepschrift weliswaar binnen een week na afloop van de termijn per post verzonden, maar dit was niet voldoende om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen.
De rechtbank overweegt dat eiseres en haar professioneel gemachtigde op de hoogte hadden moeten zijn van de regels omtrent de indiening van beroepschriften in belastingzaken. De rechtbank wijst erop dat op de website van rechtspraak.nl duidelijk is vermeld dat in lokale- en rijksbelastingzaken het beroepschrift niet via Veilig Mailen kan worden ingediend. Eiseres had ook geen geldige reden voor de termijnoverschrijding, aangezien zij tijdig per post had kunnen indienen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.