ECLI:NL:RBMNE:2024:224
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WOZ-waarde en onroerendezaakbelasting
Op 8 januari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaken UTR 22/668 en UTR 22/669, waarbij het beroep van eiseres, vertegenwoordigd door mr. [A], niet-ontvankelijk is verklaard. De zaak betreft een bezwaar tegen de vastgestelde WOZ-waarden van onroerende zaken in [vestigingsplaats] voor het belastingjaar 2021, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen de beschikking van 28 februari 2021, maar dit bezwaar werd op 13 december 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geconstateerd dat de vereiste machtiging om namens eiseres op te treden niet tijdig was overgelegd. Ondanks meerdere verzoeken om de ontbrekende stukken aan te leveren, kon de rechtbank niet vaststellen dat eiseres bevoegd was om het beroep in te stellen. Hierdoor kwam de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding wegens onredelijke vertraging in de procedure afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat eiseres schade had geleden. De uitspraak werd gedaan door mr. K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier A. Kasi, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.